Carlo Leget en Marinus van den Berg schreven samen een brievenboek dat op vrijdag 17 juni gepresenteerd wordt. De persoonlijke briefwisseling bestaat uit reflecties op het leven in de laatste fase, op wat stervende mensen en hun naasten meemaken en doormaken. Marinus maakt dit dagelijks in diverse gestaltes mee, als geestelijk verzorger in een centrum voor palliatieve zorg. Carlo heeft in praktijk, studie en onderzoek theologische en filosofisch/ethische expertise opgebouwd op dit terrein. Inge van Nistelrooy las voor Zorgethiek.nu de drukproeven en formuleerde aan Carlo een paar vragen:
Als ik voor mezelf spreek: omdat ik Marinus erg bewonder, graag met hem in gesprek ben, en omdat het de mogelijkheid heeft om andere dingen te zeggen dan je in een gewoon boek zou doen. Je kunt meer denkend formuleren en er is meer ruimte voor de rafelige randen en de achterkant van je denken: het geleefde leven. Natuurlijk staan er daarom ook heel persoonlijke dingen in, maar in een vak als het mijne hoort dat erbij, vind ik. Ethiek en ethische stellingnamen komen niet uit de lucht vallen, maar zijn de reflectie van een leven vol ervaringen. Daar hoop ik iets van te laten zien door de manier waarop ik in mijn reacties op Marinus te werk ga.
Van vertraging in het algemeen, en van Marinus in het bijzonder, kun je leren hoe belangrijk het is om maar te blijven kijken, luisteren en nooit denken dat je het al weet. Er is steeds weer die unieke situatie waarin unieke mensen hun unieke verhaal vertellen. Veel wetenschappelijk onderzoek probeert te snel mensen tot groepen, patiënten tot populaties te reduceren. Maar daardoor gaat veel nuance, finesse en betekenis verloren en doe je mensen geen recht. Dit is niet nieuw voor de zorgethiek. Je zou misschien beter kunnen zeggen dat je bij de werkwijze van Marinus ‘zorgethiek-in-actie’ ziet.
Van Marinus kun je leren dat je een grote meerwaarde in je vak kunt hebben wanneer het je lukt om je werk te verbinden met je talenten en je passies. Dan kan er iets unieks ontstaan. Dat vraagt om lef, maar ook om vertrouwen dat jouw eigen spoor de moeite waard is. En jezelf niet gek maken door jezelf voortdurend met anderen te vergelijken. Dat is een eerste belangrijk ding dat je kunt leren van wat hij doet. Maar meer concreet kun je van hem leren dat geduldig kijken en luisteren veel oplevert: er gebeurt veel meer tussen mensen dan wij denken. Welk vak je ook hebt in de zorg: het is toch die fijngevoelige aandacht voor mensen die de basis is en die het verschil maakt.
De samenhang tussen beide is ten eerste voor mij dat ze allebei om hermeneutiek, interpretatie draaien: het gaat steeds om betekenis, verbinding, en dan op verschillende lagen en soms tegenstrijdige logica’s. Bij spiritualiteit is dat misschien evident, maar bij zorg is die betekenis evenzeer de basis van alles. Dat is misschien een wat abstract antwoord op je vraag maar daar ligt voor mij de crux. Ten tweede: ze hebben elkaar nodig en houden elkaar in balans. Je zou kunnen zeggen dat spiritualiteit altijd bevraagd moet worden op haar ethisch gehalte, maar ethiek altijd bevraagd moet worden op de betekenis van haar grondconcepten en de manier waarop zij bijdraagt aan een zinvol leven.
Zorgethiek als politieke ethiek is hypergevoelig voor uitsluiting. En dat is wat heel veel gebeurt in onze samenleving. Soms onbedoeld en onbewust, zoals in de vele vormen van reductie waarmee we in de zorg werken om te ordenen en te analyseren. Anne Goossensen heeft dit onlangs nog goed laten zien in haar oratie met de titel ‘Zijn is gezien worden’. Dat zien van wie uitgesloten wordt is een centraal thema in zowel de zorgethiek als het werk van Marinus. En wanneer je die meer en minder subtiele vormen van uitsluiting eenmaal ziet, kun je niet meer terug. Dan kom je op het thema verantwoordelijkheid, een ander kernwoord uit de zorgethiek als politieke ethiek.
1 reactie
Anna Leget
ik verheug om opde 17e. Er valt voor mij ook nog veel te leren!
Liefs Anna