De internationalisering van zorgethiek en de wijze waarop de Utrechtse zorgethici deze vormgeven, krijgt een nieuwe impuls in het academiejaar 2016-2017. Gedurende dat jaar zijn dr. Merel Visse en dr. Inge van Nistelrooij als visiting professor verbonden aan het Ethiekinstituut van de Philosophisch-Theologische Hochschule (PTHV) in Vallendar (Duitsland). Hiermee wordt een vervolg gegeven aan de samenwerking tussen Duitse en Nederlandse zorgethici.
Eerder was prof dr. Helen Kohlen van dit instituut visiting professor in Utrecht. Gedurende 18 maanden bezocht zij de Universiteit voor Humanistiek zeven keer, verzorgde zij gastcolleges in de Graduate School en de Masteropleiding en werden onderzoeksplannen uitgewerkt rondom ‘zorgethiek en lichamelijkheid’ en ‘zorgethiek en ethische competenties in zorg- en welzijnsinstellingen’.
Zorgethici Visse en Van Nistelrooij zullen in Vallendar samen met de staf en promovendi van het Duitse Ethiekinstituut hun visie op ‘goede zorg’ nóg verder uitwerken. Dat gebeurt door middel van een driedelige collegereeks over hoe in Utrecht conceptueel en empirisch onderzoek hand-in-hand gaan: hoe de hybride samenhang tussen theorie en praktijk bijdraagt aan verbeteringen van zorg. De Utrechtse zorgethici ontwikkelen die benadering om nieuwe wegen te ontdekken naar antwoorden op problemen in de zorg .
In Nederland en daarbuiten wordt veel onderzoek naar (goede) zorg gedaan dat is gericht op het begrijpen van zorg én het verbeteren ervan vanuit de perspectieven van al diegenen die bij zorg betrokken zijn. Dit wordt ook wel praktijkonderzoek genoemd.
Maar waar blijven alle inzichten die in dergelijke onderzoeken worden ontwikkeld? Hoe komen die samen? En welke plek heeft theorie daar dan in?
De Utrechtse zorgethici ontwikkelen een benadering waarin het ontwikkelen van gedeelde inzichten in zorgpraktijken gebeurt via theorie en praktijkwerk. Via acht theoretische ‘kritische inzichten’ bouwen we aan een theorie die enerzijds de praktijk ten goede komt, en die anderzijds via de praktijk wordt ‘gevuld’. Omdat we alleen dan recht kunnen doen aan alledaagse ervaringen van mensen in de zorg die kampen met grote opgaven, zoals het omgaan met de verantwoordingsdruk en reductie.
De hybride benadering van de Utrechtse zorgethici kenmerkt zich door het kijken door een bepaalde lens. Die lens bestaat uit acht “concepten” enerzijds, en bijpassende onderzoeksbenaderingen anderzijds.
Zo’n concept is bijvoorbeeld ‘kwetsbaarheid’. Wat betekent een theoretische blik op ‘kwetsbaarheid’ voor een ziekenhuis of een wijkteam? Hoe maken we dat zo concreet mogelijk?
Door via de ‘lens’ van kwetsbaarheid naar alledaagse situaties in zorg te kijken, komen we andere (ethische) problemen en vragen op het spoor, dan zónder zo’n lens. Het begrip van een probleem of vraag kan erdoor worden aangescherpt, verdiept, en zelfs tot andere inzichten leiden.
Als we kwetsbaarheid willen begrijpen (en niet reduceren of aan de kant schuiven), kan dat alleen vanuit een specifiek soort onderzoeksbenadering die ons daar ‘gevoelig’ voor maakt. Wil je een goed beeld krijgen van hoe kwetsbaarheid door mensen wordt beleefd en welke invloed dat heeft op goede zorg, dan vraagt dat om een type onderzoek dat kwetsbaarheid in al z’n complexiteit kan ‘vangen’.
Verhalen zijn dan bijvoorbeeld een passende weg. In een kwalitatieve methode zoals narratief onderzoek, kunnen bijvoorbeeld chronisch zieken over zichzelf vertellen, over hun leven, gebeurtenissen en wendingen in het leven met hun aandoening. Zo’n onderzoek helpt om op het spoor te komen hoe hun kwetsbaarheid in alledaagse situaties en op verschillende domeinen wordt ervaren: lichamelijk, sociaal, relationeel, politiek, financieel.
Zo zoeken we als zorgethici naar wegen om de theorie over zorg te kunnen verfijnen en indien nodig te corrigeren. Omgekeerd kunnen theoretische inzichten weer aangewend worden om nieuwe, nog specifiekere vragen voor zorgpraktijken te ontwikkelen. Dat is een voorbeeld van hoe wij de dialectische samenhang tussen theorie en praktijk versterken. Met telkens weer aandacht voor complexiteit die het leven zo eigen is.
Deze benadering staat centraal tijdens de bezoeken die Van Nistelrooij en Visse aan Vallendar brengen. De zorgethische onderzoeksaanpak zoals ontwikkeld in Utrecht brengt daar vernieuwing, omdat de hybride aanpak (én conceptueel én empirisch) daar nog niet wordt uitgevoerd.
Het onderwijs is kleinschalig, net als aan de UvH, en promovendi krijgen in deze setting volop de gelegenheid om hun onderzoek te presenteren en feedback te ontvangen. De kleine universiteit met twee faculteiten (theologie en verpleegwetenschappen), met intern verblijvende promovendi en senior-onderzoekers biedt een inspirerende gelegenheid voor uitwisseling, verdieping en gezamenlijke ontwikkeling.
0 reacties