Rustig liep ik de lange gang door op weg naar afdeling Acacia waar, nu al weer twee en een half jaar, tante Johanna verblijft. Ze is dement. Terwijl ik verder loop schijnt een weldadige najaarszonnetje door de ruiten en verwarmt de gang flink. Hopelijk is tante Johanna vandaag een beetje goed te pas en wil ze nog wel even in de rolstoel naar buiten. Ik zie tante Johanna voor het raam zitten als ik de conversatiezaal binnenloop. Ze zit naar buiten te staren. Naast haar zit een verzorgende. Ik heb haar nog niet eerder gezien. Ze helpt mijn tante met het drinken van koffie, ondanks alle drukte op de afdeling. Door bezuinigingen is er geschrapt in de diensten van deze kleinschalige woonvorm, maar toch helpt de verzorgende tante Johanna geduldig. Met kleine slokjes en langere tussenpauzes drinkt mijn tante haar koffie met smaak op. Ondertussen keuvelt ze wat met de verzorgende. Steeds weer kijkt ze tevreden naar buiten wanneer ze een slokje op heeft. Terwijl ik zo sta te kijken in de deuropening dwalen mijn gedachten af in een dagdroom…
…Mijn droom leidt mij naar een robot van Panasonic . Deze geavanceerde robot heeft 24 robotvingers en is in staat om iemands haren wassen, minstens net zo goed als mensenhanden dat kunnen. De ontwikkelaar van de robot, Tohru Nakamura, ziet zijn baby als de oplossing voor de vergrijzing en de toenemende zorgvraag. Want waar halen we al die mensen vandaan die de toenemende vraag naar zorg moeten opvangen? Deze wonderbaarlijke robot kan de verzorgenden vervangen belooft Panasonic. Volgend jaar is deze uitvinding te koop voor ziekenhuizen en verpleeghuizen. Tohru is ervan overtuigd dat de mens om een beter leven krijgt dankzij de robot.
Dit zal nog maar het begin zijn van een revolutie. Later kan deze robot natuurlijk niet alleen mijn haren wassen, maar mij geheel verzorgen. Elke dag een uiterst vriendelijke, hoffelijke en extreem vakbekwame robot naast mijn bed waar geen fatsoenlijk gesprek mee te voeren is. Iemand die nooit een stemmingswisseling heeft en altijd maar vriendelijk zijn vaste ritueel uitvoert. Piekfijn en schoon zie ik er altijd weer uit, maar gezellig is het leven niet…
… Ik ontwaak uit mijn dagdroom en loop naar tante Johanna toe. Mijn tante heeft net haar koffie op. De verzorgende staat op en botst bijna tegen mij aan. We stellen ons aan elkaar voor en we praten even kort want ze moet snel weer verder. Er wacht nog veel werk. Als ze wegloopt ben ik blij dat ik nu leef en niet in een Tohru’s toekomst zonder veel menselijke ontmoetingen. Een toekomst waar menselijke warmte heeft plaatsgemaakt voor perfectie en efficiëntie, waar menselijk contact een luxe is.
0 reacties