De Zembla-documentaire ‘Zwakbegaafd en opgesloten’ geeft een inkijk in de wereld van agressieve verstandelijk gehandicapten op een afdeling van Abrona in Utrecht. De begeleiders werken daar niet alleen onder druk van dreiging en geweld, maar gaan in toenemende mate gebukt onder de frustratie van tekort aan personeel.
Dat laatste wordt schrijnend in beeld gebracht door de gesloten deur waarachter bewoner Richard zich bevindt. Hij roept om hulp, maar de begeleidster kan op dat moment uit veiligheidsoverwegingen niet alleen naar binnen gaan en er is geen collega beschikbaar om het samen te doen. De deur is en blijft gesloten.
De kijker heeft geen idee hoeveel tijd er verstrijkt tot het moment dat de deur opengaat en Rien, het hoofd van de afdeling naar binnen gaat. Hij gaat rustig op bed zitten om samen te praten. Richard vertelt dat in een periode van opsluiting hij dit soort momenten met Rien koestert. Maar, en dat is de strekking van de documentaire, juist deze momenten komen steeds meer onder druk. De zorg nadert de grens van wat nog acceptabel is.
Met recht wordt er aandacht gevraagd voor de concrete consequenties voor bewoners en begeleiders van weer een bezuinigingsronde. Maar de documentaire nodigt ook uit tot een discussie over zorg met geweld. Op de gefilmde afdeling komt uitvergroot aan het licht wat op veel plaatsen min of meer verborgen blijft.
Zorgverleners worden bedreigd en belaagd tijdens hun werk. In de documentaire wordt gesproken over ‘het molesteren van personeel’, maar het ís ook heftig om tijdens het dagelijkse wassen van een dementerende bewoner geslagen of geknepen te worden.
Bewoners en patiënten worden met (over)macht in bedwang gehouden en het komt voor dat ze iets ondergaan waar ze luidkeels tegen protesteren. Soms is er geen keus, maar (te) vaak wordt verzuimd de vraag te stellen of het niet anders kan.
Er is niet alleen nood aan personeel, maar ook aan ruimte voor bezinning. Zeker als er sprake is van verbaal of fysiek geweld zijn er structurele momenten nodig waarop met enige afstand het eigen werk wordt bevraagd: is de (goedbedoelde) zorg daadwerkelijk afgestemd op het goed van de ander?
Peter Nouwens –directeur/bestuurder van Stichting Prisma en bestuurslid van het Centrum voor Consultatie en Expertise (CCE) in Noord Brabant en Limburg
Mensen met een verstandelijke beperking lopen een verhoogd risico om een psychiatrische ziekte op te doen. Ze hebben 3 tot 4 keer meer kans hierop. Een verstandelijke beperking in combinatie met een psychiatrisch ziektebeeld is een ernstige bedreiging voor de kwaliteit van leven van de betrokkenen.
Vaak ontwikkelen deze ziektebeelden zich al in de vroege jeugd en hebben ze grote invloed op de rest van het leven. Mensen met deze problemen maken vaak “carrière” in de zorg. Ze hoppen van instelling naar instelling zonder adequaat behandeld te worden. Van genezing is ook zelden sprake. Richard en zijn collega’s in Abrona zijn daar voorbeelden van. Helaas zijn het geen unieke voorbeelden. Er zijn veel Richarden in Nederland.
De samenleving heeft geen beeld van en dus ook geen oog voor deze problematiek. Deze problemen blijven namelijk letterlijk verstopt achter gesloten deuren van veelal grote instellingen. Er is ook relatief weinig aandacht voor vanuit de universiteiten. De politieke beleidsmakers weigeren categorisch deze doelgroep te erkennen omdat ze bang zijn voor de financiële consequenties. Maar ook het management van instellingen worstelt met de vraag hoe om te gaan met deze groeiende doelgroep. Wat rest zijn betrokken begeleiders in het primaire proces, die elke dag weer hun best doen om het leven voor deze bewoners draaglijk te maken.
Er zijn geen standaard recepten in dezen en het behandelingsrepertoire is, gezien de duale problematiek, beperkt. In nogal wat gevallen blijft het bij pappen en nathouden waarbij escalaties zoveel mogelijk voorkomen of beheerst worden. Het gebruik van separeerruimtes is daar een voorbeeld van. De aanwezigheid van separeerruimtes leidt overigens ook tot het gebruik ervan.
Het begeleiden van mensen met een verstandelijke beperking betekent veelal maatwerk waarbij in de “dialoog” met de bewoner gezocht moet worden naar oplossingsgerichte invalshoeken. Dat begint met begrip voor en inzicht in het gedrag van mensen met een beperking. Geweld van bewoners heeft namelijk een signaalfunctie. Het is ook een “opdracht” om opnieuw en vanuit een interdisciplinair verband te zoeken naar alternatieve verklaringen en nieuwe perspectieven. Ook de context dient hierbij bekeken te worden. Gedrag van cliënten staat namelijk zelden op zich.
Geweld hoort niet thuis in het handelingsrepertoire van begeleiders. Geweld is een vorm van handelingsverlegenheid in het kwadraat. Wanneer dit zich voordoet, dienen alle beschikbare interne en externe krachten per direct gemobiliseerd te worden.
Er zijn gelukkig ook steeds meer voorbeelden in Nederland waarbij dit soort situaties zich ten goede keren. Na een langdurig ambachtelijk en arbeidsintensief proces wordt er weer perspectief in het leven gebracht. Zie hiervoor de video “Kleine overwinningen”. We rekenen daarbij wel op een overheid die dat ook erkent en mogelijk maakt.
2 reacties
Rien van Zeeland
Mijn naam is Rien van Zeeland, ik ben hoofd van de afdeling Orbis, te zien in de documentaire Zwakbegaafd en opgesloten. Namens het team van Orbis Abrona kan ik U melden dat wij met veel inzet hebben meegewerkt aan Zembla.
We maken ons ernstige zorgen over de kwaliteit van zorg die we kunnen/moeten verlenen. Onze bewoners zijn uiterst kwetsbaar en kunnen met veel begeleiding de dag doorkomen, maar hebben dan nog steeds veel last van hun psychiatrische aandoeningen. Ze hebben behoefte aan vakbekwame personeelsleden, die er met veel inzet proberen het beste van te maken.De zorg voor deze categorie bewoners staat ernstig onder druk. Tot voor 1 jaar geleden kreeg ik voor een aantal van die bewoners een toeslag vanwege extreem zorgzwaarte.
Door de nieuwe financiering is dat weggevallen en in plaats daarvan is er een nieuwe methodiek van financieren gekomen. Onze bewoners zitten nu in de hoogste klasse, maar dat betekend ruwweg dat ze per bewoner 15 duizend euro minder krijgen. Resultaat is dat mijn afdeling 140 duizend in moet leveren.
Toch zegt mevr. Bussemaker dat ze niet bezuinigt. Ze spreekt echter niet de waarheid. Want wat is het geval: ze heeft vorig jaar 80 miljoen euro gekort on de totale groep verstandelijk gehandicapten. Dat geld heeft ze in een potje gestopt en daar kunnen instellingen die te maken hebben met extreem gedrag een beroep op doen. Dat is dus om te beginnen een sigaar uit eigen doos. Daarnaast is de weg naar die pot van 80 miljoen een verschrikkelijke ingewikkelde weg, vol met bureaucratische toestanden.
Je kunt maar 1 bewoner per afdeling in aanmerking laten komen, je moet zowat een heel boek met formulieren invullen, het is een verschrikkelijk ingewikkelde weg en aan het eind mag je hopen dat je geld gaat krijgen. Maar dan krijg je een eigen risico van 20%. Dus, ook al krijg je voor die bewoner extra geld, je moet 20% zelf betalen.
Per afdeling mag je maar 1 bewoner aanmelden. Ik heb er 24 , dus hoezo geen bezuinigingen? Mevr Bussemaker heeft op vragen van PVDA en SP kamerleden geantwoord dat er juist meer geld beschikbaar is voor deze categorie bewoners. Uit het voorgaande blijkt echter dat de waarheid iets anders is. Ze komt hiermee weg, en dat is in mijn ogen schande.
Op onze afdeling is voortdurend sprake van bewoners die in ernstige problemen zitten. Met veel kunst en vliegwerk, en met uiterst gemotiveerde personeelsleden lukt het om de dag door te komen.Personeel staat voortdurend onder extreme druk. Als we ons tot de overheid wenden doen die alsof deze categorie bewoners niet bestaat.Wij voelen ons verschrikkelijk te kort gedaan. Bewoners op mijn afdeling kunnen het zelf meestal niet verwoorden, maar door de enorme druk die op personeelsleden staat, moeten medewerkers steeds kiezen.
Veiligheid voor bewoners en personeel bepalen de speelruimte. Daardoor ontkomen we steeds minder aan het gebruik van separeers of het achter slot zetten van bewoners. Die krijgen daardoor meer last van angsten die ze niet kunnen verwoorden dan het uit barsten in agressie waardoor er sprake is van een vicieuze cirkel. Het team had gehoopt dat de uitzending enige beroering zou oproepen waardoor een discussie zou kunnen ontstaan over de kwaliteit van zorg als gevolg van de gebrekkige financiering. Helaas is dat uitgebleven.
Ik verbaas me dat er geen ouder vereniging, geen vakbond, geen vereniging van instellingen in de zorg zich heeft aangesloten bij ons protest. Wat op onze afdeling voorkomt is niet uniek, meerdere instellingen in Nederland hebben dezelfde categorie bewoners binnen. Kennelijk is het niet interessant om gezamenlijk op te gaan trekken en de belangen van kwetsbare mensen in de samenleving te beschermer. Te beschermen tegen een overheid die rustig durft te beweren dat ze niet bezuinigt, terwijl het aantoonbaar niet juist is. Maar ook tegen een overheid die in een vloek en een zucht 10 miljard aan bank , en even later aan bank b beschikbaar stelt en stelselmatig blijft bezuinigen op de zorg.
Dat is onze samenleving.
Rien van Zeeland, hoofd van Orbis 7/8
gea galenkamp
Geachte Rien.
Met deze wil ik jouw en je team complimenten geven met het werk wat je volgens mij met veel liefde doet.
Ik steun jullie volledig, ook herken ik alles doordat ik ook in de zorg werk, ook wij hebben momenteel al 2 jaar een meisje van 27
jaar op onze groep die onplaatsbaar is door ernstige gedragsstoornissen. Ook zij is bij ons geplaatst omdat met pijn in mijn hart moet ik zeggen dat niemand haar wil hebben. De groep waar ik werk is een oudere groep voor Downers met dementie,lichamelijke handicap en gedragsgestoord. Dit zijn allen mensen tussen de 60 en 90. De enigste reden dat zij bij ons woont is dat er kamers gevuld moesten worden