Hoewel debat de ‘core business’ is van de wetenschap, durven niet veel auteurs het aan om openlijk de vraag te stellen: ‘Is mijn werk ook relevant voor andere mensen in andere contexten in de wereld?’ Joan Tronto wel. Op de Global Carework Summit in Lowell Massachusetts USA, wilde zij uit alle windstreken horen of haar boek ‘Caring Democracy‘ (2013) iets te zeggen heeft.
Onderzoeksters uit Zuid-Korea, Australië, Israël, Spanje en Colombia gingen op deze uitdaging in en vertelden in een panelsessie wat het werk van Tronto betekent in hun context. Ook ikzelf nam aan dit panel deel om mijn visie weer te geven op de relevantie van Tronto’s boek voor Nederland. In deze derde en laatste bijdrage over deze internationale conferentie een kleine impressie van de reacties die Joan Tronto kreeg inclusief haar eigen respons op alle feedback.
‘Is mijn analyse adequaat voor andere samenlevingen dan de Amerikaanse? Is mijn pleidooi voor een zorgende democratie relevant voor mijn lezers in andere werelddelen? En kan dit ook worden toegepast?’ Dit waren de vragen die Joan Tronto aan lezers uit alle continenten stelde. Haar boeken ‘Moral Boundaries‘ (1993) en ‘Caring Democracy‘ (2013) zijn intussen goed verkocht in alle werelddelen, maar ze zijn in de eerste plaats geschreven vanuit en met betrekking tot de Amerikaanse context.
Wat betekent deze contextualiteit van haar analyse voor de toepasbaarheid en relevantie ervan voor haar lezers buiten de VS? Aan alle deelneemsters van het panel was gevraagd om in vijf minuten te vertellen op welke wijze Tronto’s werk van toepassing is in hun situatie. Na alle statements volgde de reactie van Joan Tronto zelf. Hieronder doe ik verslag van drie van de zes reacties, inclusief mijn eigen visie op de relevantie voor Nederland, en ga ik kort in op Joan’s reactie.
Dr Hee-Kang Kim is universitair docent aan de faculteit voor publiek bestuur van de Universiteit van Korea. Zij beantwoordde de vragen van Joan Tronto bevestigend. Aanvankelijk is zorgethiek geïntroduceerd in Zuid-Korea met een accent op de praktijken van het zorgen voor kinderen. De boeken van Sara Ruddick, ‘Maternal Thinking‘, en van Nancy Folbre, ‘Invisible Heart‘, zijn in het Koreaans vertaald en breed verspreid.
In de lange Confuciaanse traditie die nog steeds van grote culturele invloed is, is ‘zorgen’ een taak van vrouwen, die in de privésfeer plaatsvindt. In de Koreaanse taal bestaat zelfs het woord ‘binnenpersoon’, waarmee mannen hun echtgenote-met-taak-binnenshuis aanduiden. Nu de deelname van vrouwen aan betaalde banen sterk is toegenomen, is de ongelijkheid van mannen en vrouwen alleen maar groter geworden. Vrouwen behouden namelijk in belangrijke mate het takenpakket van zorgen thuis, en daarmee dragen zij een dubbele last. Juist op het moment van de conferentie was in Zuid-Korea een proces gaande van herwaardering van zorgen in de Zuid-Koreaanse samenleving. Zorgen dient niet langer als privé-taak, maar als maatschappelijk vraagstuk te worden gezien. Kim onthulde dat er een grote kans is dat dit in de nieuwe grondwet wordt verankerd, ter vervanging van het traditionele grondwetsartikel dat de zorg als vrouwentaak in de privésfeer aanmerkte. Verschillende kandidaten voor het presidentschap (de presidentsverkiezingen waren op 9 mei) maakten goede sier door de verantwoordelijkheid voor zorg te verdedigen als staatsverantwoordelijkheid.
In dit krachtenveld heeft Kim samen met haar man gezorgd voor een vertaling van het boek ‘Caring Democracy’ naar het Koreaans. Ze bracht het boek, vers van de pers, mee en overhandigde het aan Joan Tronto. In het Zuid-Koreaanse publieke debat en de politieke lobby is het concept ‘caring democracy’ intussen een sleutelterm geworden, die ook in het Zuid-Koreaanse parlement wordt gebezigd, met referentie aan Tronto’s boek. Vrouwenorganisaties gebruiken het concept en het boek om hun slogan ‘democratie als gendergelijkheid’ te onderbouwen.
Orly Benjamin is universitair hoofddocente aan de sociologie en antropologie faculteit en binnen het gender studies programma van de Bar-Ilan Universiteit. Ze schetste kort de harde, gewelddadige samenleving waarin zij leeft, waarin de rechten van Palestijnen in de bezette gebieden, van vrouwen en van anderen dagdagelijks met voeten worden getreden. Een sterk etnisch gecentreerde samenleving waarin allerlei sociale ‘anderen’ in hun rechten worden aangetast, zo stelde ze bitter, waarbij de staat Israël weigert om te leren van de geschiedenis van het Joodse volk en dagelijks institutioneel racisme inzet als politiek middel.
Temidden van deze situatie beschouwt Benjamin Joan Tronto’s ‘Caring Democracy’ toch als een uiterst belangrijke ‘politieke toolkit’ (gereedschapskist), waaruit te putten valt om een aantal concrete problemen in de Israëlische samenleving aan te pakken, bijvoorbeeld de verdeeldheid in de Israëlische vrouwenbeweging. Deze vrouwenbeweging is gesplitst in twee kampen, die elk hun eigen doelen hebben geformuleerd. De eerste groep zijn de organisaties die zich bezighouden met en verstrikt zijn in de retoriek van gendergelijkheid en diversiteit, en die proberen invloed te krijgen binnen het neoliberale politieke klimaat. De tweede groep zijn de organisaties die kritiek uiten op de vermarkte manier waarop ‘maatschappelijke dienstverlening’ als losse, gecontracteerde en verknipte zorg wordt gegeven, en daar meer integrale zorg van te maken. Van oudsher kent Israël bijvoorbeeld een uitstekende kinderopvang, opgezet door vrouwenorganisaties die vanaf het begin van de 20e eeuw vrouwenparticipatie in betaalde arbeid zagen als de normaalste zaak van de wereld. De laatste decennia heeft de systematische vermarkting van zorg geleid tot outsourcing , met nieuwe arbeidscontracten als resultaat die zo slecht betaald zijn, dat werknemers hierin behoren tot de nieuwe werkende armen.
‘Caring Democracy’ als politieke visie stelt dat het erkennen van de menselijke kwetsbaarheid, de eerste burgerplicht is. Die basis vereist dat zorgpraktijken en de daarin betrokken zorggevers en zorgontvangers, dienen te worden gewaardeerd. Als een democratische samenleving op deze basis wordt opgebouwd, dienen ook de behoeften en noden van betaalde en onbetaalde zorggevers en zorgontvangers te worden gezien en erkend. En daarmee biedt ‘Caring democracy’ een visie die de gespleten Israëlische feministische beweging kan helpen om de krachten te bundelen voor een gezamenlijke aanpak.
Ook ikzelf nam deel aan het panel. Ik nam de kans waar om enerzijds delen van Joan Tronto’s analyse te onderstrepen als relevant voor Nederland, daarnaast te wijzen op de grote verschillen tussen de VS en Nederland die de relevantie ook beperken, en tenslotte een voorstel te doen voor aanvullende samenlevingsanalyse.
De relevantie van Tronto’s analyse is onder meer dat deze ook adequaat is voor de Nederlandse verdeling van macht in het politieke bedrijf, cultuur van individualisme, en de verwachting en zelfs veronderstelling van actief burgerschap. Anderzijds zijn er ook verschillen, met name in de karakterisering van onze culturen. Nederland is onvergelijkbaar pragmatisch en egalitair. In grote tegenstelling tot de VS, waar in veel opzichten extreme ideologische, maatschappelijke en politieke verschillen bestaan. Niet voor niets wordt in Nederland macht altijd verdeeld over meerdere partijen; een feit dat we wel eens verfoeien, maar dat als we de heethoofdige machtspolitiek van individuele leiders bekijken, toch nog altijd te prefereren is. Maar ook de verschillen in rijkdom en armoede zijn in Nederland kleiner dan in de VS, hoewel ze niet afwezig zijn en zelfs toenemen.[pullquote]Volledige tekst van Inge’s inbreng [pdf] [/pullquote]
Desalniettemin is het pleidooi van Tronto om de democratie te grondvesten op zorgdenken en zorgpraktijken, en om zorg meer democratisch te maken, voor Nederland relevant. In Nederland zal een dergelijk idee minder het karakter van een politiek programma krijgen, juist door die kenmerken van pragmatisme en egalitarisme. Idealistisch bevlogen politici of massabewegingen maken hier nu eenmaal niet zozeer de dienst uit. Ten tijde van dit panel (begin juni) was de formatie van onze regering volop bezig, en was er een demissionaire regering die het idee van de ‘participatiesamenleving’ had gedropt waarin alleen rekening wordt gehouden met ‘actieve burgers’. Duidelijk was dat de sociaal-democratische partij een flinke tol had betaald en dat Nederland een periode van rechtse politiek in zou gaan (en sindsdien zijn de formatieonderhandelingen inderdaad in die richting geëvolueerd).
In die context blijft ‘Caring Democracy’ relevant als politiek-ethisch en cultuurkritisch idee, van waaruit we kritisch naar beleid en politieke besluiten kunnen kijken, eerder dan dat we het zonder meer over kunnen nemen als politiek programma. Het boek helpt ook in de Nederlandse context om te blijven kijken naar ongelijkheid, om kwetsbaarheid ter sprake te brengen tegenover de eenzijdige nadruk op zelfredzaamheid, en om zorgpraktijken zelf te beschouwen als bronnen van kennis over die zorg. Daarom stelde ik voor om deze ideeën te blijven uiten, maar ook verder te ontwikkelen, waarbij ‘Caring Democracy’ als basis kan dienen.
In dit gezelschap van zorgwerk-onderzoekers en (enkele) zorgethici deed ik het voorstel om twee onderzoeksvragen verder te analyseren, die in ‘Caring Democracy’ nog (te) weinig aan bod komen:
In haar reactie op de inbreng van de panelleden pakte Joan Tronto de vraag op, of ‘caring democracy’ nou een politiek programma is, of niet. Ze refereerde aan historicus Enrique Dussel, die stelde: ‘een strategie veronderstelt een project’ (Dussel 2012). Zou ‘caring democracy’ een dergelijk project op wereldwijde schaal moeten worden?, vroeg Tronto zich af. En ze gaf zelf vervolgens een antwoord in twee stappen.
Allereerst, ‘caring democracy’ als een project zou helemaal verkeerd kunnen uitpakken. Immers, projecten kunnen met alle goede bedoelingen verworden tot hun tegendeel, en zelfs democratische projecten kunnen een nieuwe vorm van imperialisme en paternalistische overheersing zijn, als deze vanuit één context overgeheveld worden naar andere. Ook moeten we oppassen dat een dergelijk project niet verwordt tot iets wat indruist tegen de oorspronkelijke bedoeling, zoals het Nederlandse voorbeeld van de ‘participatiesamenleving’. Dit mag, zo stelde Tronto, op zich democratisch en sociaal klinken, maar is verworden tot iets wat niet-zorgend is. Vandaar dat zij pleit voor een flexibele standaard die culturele verschillen respecteert, zoiets als: ‘Zo goed mogelijk kunnen leven in de wereld’. Een dergelijke standaard doet recht aan de universele behoefte aan zorg, die erkend moet worden, maar laat voldoende ruimte voor eigen invulling en variatie per familie, per gemeenschap, per staat, en voor het denken over zorg op wereldschaal.
En als we deze flexibele standaard hanteren, dan moeten we vervolgens ook nadenken over strategie, stelde Tronto in navolging van Dussel. Eén van de strategische stappen is het bestrijden van die factoren die mensen verhinderen om goed te kunnen zorgen. Tronto ziet drie ‘factoren’ die goede zorg verhinderen: (1) neoliberaal economisch beleid en neoliberale idealen, (2) militarisme en protectionisme, en (3) ouderwets racisme, seksisme en etnocentrisme.
Een eerste strategie ter bevordering van ‘zo goed mogelijk kunnen leven’ is het bestrijden van die drie factoren. Een andere strategische stap is het bestrijden van nieuwe vormen van paternalisme en bekrompenheid (‘parochialism’), zoals die nu klinken in een nieuw kolonialistisch denken en in de vele vormen van zogenaamd populisme. Het paternalisme kan alleen bestreden worden door meer stem te geven aan hen die hierdoor worden onderdrukt; de bekrompenheid van veel populisten dient gezien te worden als een roep om zorg: Het is een taal die, hoe hatelijk ook, een uiting is van mensen die het gevoel hebben dat er niet goed voor hun behoeften is gezorgd. Hiertegen helpt alleen een herverdeling van de enorme rijkdom in de wereld, zodat mensen zich niet bedreigd voelen door anderen die hun voorzieningen komen kapen, maar dat zij zelf ook beschikken over noodzakelijke voorzieningen om goed te kunnen leven. Kortom, een radicalere democratie.
Tenslotte is het nodig om een strategie te hanteren waarin democratie niet gaat om verkiezingen, maar om dagelijks engagement. Dat is iets wat op lokaal niveau gebeurt, en tegelijkertijd ook op wereldwijd vlak onze koers moet bepalen. Dit panel maakt haar duidelijk dat we optimistisch kunnen zijn over een toekomst waarin op velerlei manieren, zowel passend in de lokale context als in wereldwijde betrekkingen, wordt gestreden voor zorg. Succes is niet gegarandeerd, maar de strijd is zeker de moeite waard.[pullquote]Informatie over deze conferentie, video’s van de keynote lezingen en het keynote panel.[/pullquote]
Het gemak waarmee een Engelstalig boek wordt gelezen, blijkt niet te kunnen worden verondersteld in alle landen. ‘Caring Democracy’ is al vertaald in het Koreaans en heeft in Zuid-Korea politieke en publieke zeggingskracht gekregen. Ook in andere landen is een vertaling nodig, om dit effect te kunnen bereiken, zo stelde het panellid uit Spanje. In Nederland behoort het boek tot de basisliteratuur van onze master Zorgethiek en Beleid. Zou het zorgethische gedachtengoed, dat vanzelfsprekend politiek effect beoogt, ook worden bevorderd met een vertaling van ‘Caring Democracy’ in het Nederlands?
0 reacties