Het bepalen van de grens tussen ziek of gezond, en het indelen van ziekten en stoornissen, is mensenwerk. En daarbij spelen culturele factoren een belangrijkere rol dan wel eens wordt gedacht.
Er is op dit moment veel discussie rond de DSM-5. Dit handboek, voluit het Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders, geeft een indeling van honderden mentale stoornissen. Daarbij wordt steeds een lijst van symptomen gegeven waaraan de betreffende stoornis te herkennen is. Nu zou je denken dat dit boek steeds opnieuw wordt bijgewerkt op grond van nieuwe objectieve wetenschappelijke kennis. Maar zo eenvoudig is het niet. Want het bepalen van de grens tussen ziek en gezond, en het indelen van ziekten en stoornissen, is mensenwerk. En dit soort indelingen worden meer bepaald door culturele factoren dan we zouden denken.
Een goed voorbeeld hiervan vormt het thema rouw. In de eerste editie van de DSM in 1952 stond niets over rouw, omdat dit destijds beschouwd werd als een normale reactie op de dood van een geliefd persoon. Maar tijden veranderen. In de derde editie stond dat mensen met depressieve klachten ook in de rouw kunnen zijn, maar dat dit het eerste jaar niet goed te onderscheiden is. In 1994 werd deze periode verkort tot twee maanden. Wie langer dan twee maanden verdrietig was, problemen met slaap en concentratie had, een ander eetpatroon aannam en geen plezier meer had in dingen die vroeger fijn waren, kon het etiket depressie krijgen.
In de nieuwste versie is deze beperking van twee maanden opgeheven. Kort gezegd komt het er op neer dat rouw hiermee gelijkgeschakeld wordt aan een depressie. Wie rouwt, wordt voortaan als ziek beschouwt.
Is dat erg? Is het niet gewoon een kwestie van woorden? Of je het nu zus of zo noemt, wat maakt het uit? Wie zo redeneert, onderschat de kracht van woorden. Woorden sturen de manier waarop we naar de werkelijkheid kijken. Het benoemen van dingen is dan ook niet onschuldig. Woorden drukken namelijk in veel gevallen een oordeel en waardering uit. Daarmee wordt benoemen iets dat alles met ethiek te maken heeft. Dit geldt in het bijzonder voor het onderscheid tussen ziek en gezond. Want waarom worden ziekten eigenlijk ingedeeld zoals ze worden ingedeeld? Welke belangen spelen daar? Wat doet het met de mensen die het etiket opgeplakt krijgen? Wat doe het met een samenleving?
Wanneer rouw niet meer als een normale gezonde reactie wordt beschouwd, is een eerste gevolg dat rouwenden zelf gaan denken dat ze niet normaal zijn. Er treed stigmatisering op. En daarmee allerlei gevoelens van schuld of minder-waardigheid. Mensen die het al zwaar hebben, krijgen het nog zwaarder. Het etiket voegt leed toe.
Een tweede gevolg is dat het idee ontstaat dat je rouw kunt vermijden of voorkomen. En als dat niet lukt, dan zijn er gelukkig medicijnen om het op te lossen. Het versterkt de illusie dat we het leven kunnen managen en fixen. Dat is natuurlijk grote onzin. Maar er is nog een negatief neveneffect: de tolerantie om leed te verdragen neemt af. Wie zich niet fijn voelt, moet meteen geholpen worden. Geluk wordt gelijkgesteld aan je happy voelen. Daarmee wordt geen levens ervaring en karakter gekweekt. En daarmee neemt op de lange termijn de veerkracht van mensen af.
Maar er is nog iets. Deze ‘bijbel van de psychiatrie’, zoals de DSM wel genoemd wordt, is enorm invloedrijk. Op grond van de hier beschreven symptomen en indelingen van stoornissen worden medicijnen voorgeschreven en vergoed. Farmaceutische bedrijven verdienen hier veel geld mee. In het geval van rouw zouden gezonde mensen dus medicatie krijgen die ze niet nodig hebben. Dat is niet alleen weggegooid geld en bedrog, het is bovendien schadelijk en onzinnig. Het maakt dus heel wat uit of iets als ziek of gezond benoemd wordt.
De indeling tussen ziek en gezond is een waardeoordeel. Het wordt mede bepaald door een maatschappelijke context. En het heeft vervolgens invloed op deze zelfde maatschappelijke context. In een samenleving waarin homoseksualiteit als een ziekte wordt beschouwd, ontstaan vanzelf therapieën om mensen te ‘genezen’. En omdat er therapieën zijn, moeten die mensen wel ziek zijn. De cirkel is gesloten. De ‘zieke’ is opgesloten. Daarmee is het dus niet zo onschuldig als we denken. Ziekten indelen kan op een ongezonde manier worden gedaan. Samenlevingen als geheel kunnen ook langzaam ziek worden. Eigenlijk is er maar één kruid tegen gewassen: gezond verstand.
Deze column verscheen eerder in Bijzijn XL. (nr. 6– 2013, p.33)
0 reacties