Terwijl ik met een kop thee over het hofje uitkijk komt Oma ineens naast mij staan. ‘Het lukt niet’, zegt ze terwijl ze een vuilniszak van de rol probeert los te trekken. Ik neem de rol van haar over, kijk, en draai het zwarte plastic verder los. Terwijl ik een zak lostrek, zeg ik: ‘Deze zakken zijn voor een container, die zijn veel groter.’ Oma kijkt mij aan: ‘Voor wat?’. ’Voor een container’, herhaal ik, ‘zo’n grote bak waar je vuilniszakken in kunt gooien. ‘Ja maar, ik ben maar alleen. Dat heb ik toch niet?’ Oma zegt gefrustreerd: ‘Dat hadden ze toch bij de kassa moeten zien? Ze hadden toch moeten zeggen dat dit niet voor mijn vuilnisbak is?’ Terwijl ik naar de wikkel kijk waar ‘Groot, groter, grootst’ op staat zeg ik: ‘Voor jouw vuilnisbak heb je zakken van 60 liter nodig. Dat staat wel op de verpakking.’
Even daarna komt Oma aanlopen met een andere zwarte rol. ‘En deze dan?’ vraagt ze met de zakken in haar hand. Ik kijk en zie dat dit pedaalemmerzakken zijn. Te klein voor haar vuilnisbak. ‘Ik ga wel even naar de winkel’, zeg ik, ‘deze zijn te klein’.
Thee
Ik steek schuin over bij het hofje naar de winkel en ben in een vloek en een zucht weer terug met de vuilniszakken. Deze passen wel. Maar Oma is niet blij. Oma is boos. ‘Ze moeten mij dat toch niet verkopen? Ze weten dat ik alleen woon. Wat moet ik met die grote zakken? En hoe ik aan die kleine kom weet ik helemaal niet.’ ‘Kopje thee?’, vraag ik.
We zitten naast elkaar met een kop thee en kijken uit over het hofje. Oma zegt: ‘Ik begrijp soms niet alles meer goed. En dan word ik zo boos. Want ik weet dat ik het wel zou moeten begrijpen. Het is alsof het mij steeds meer ontsnapt, dat ik steeds minder grip heb .’ Ik luister en knik. ‘Dat lijkt mij ook heel moeilijk’, zeg ik. Oma gaat door: ‘Eigenlijk weet ik niet of ik nu boos of verdrietig moet zijn. Ik ben niet meer helemaal goed’, zegt Oma.
Dat laatste grijpt mij bij de keel. ‘Je bent wel helemaal goed’, zeg ik. ‘Je bent alleen niet meer in staat alles te begrijpen of onthouden. Je bent ook al bijna 100. Het mag ook wel een keer’, probeer ik met een kwinkslag. Oma vertelt verder, over namen die ze vergeet, mensen die ze niet herkent en kleine dagelijkse dingen die niet meer lukken. Ik luister.
Vergeten
Oma wordt geconfronteerd met haar verandering in iemand die zij eerder niet was en in het heden ook niet wil zijn. Wat als er steeds meer delen van je levensverhaal verdwijnen? Het is een pijnlijk proces, voor de persoon die vergeet, maar ook voor de mensen die vergeten worden.
We zijn deels ons verhaal, ons netwerk, onze vaardigheden. En dit ontvalt Oma waar zij bijstaat. Ik zie haar boosheid, verdriet en ook haar eenzaamheid. Haar verhaal, autonomie, waardigheid en zelfstandigheid ontglippen haar. En ze weet het.
Ik voel mij een beetje machteloos. Ik kan dit niet voor haar veranderen. Ik kan alleen haar lijden (h)erkennen.
Luisteren.
En natuurlijk even de goede vuilniszakken halen.
Swanny Kremer
1 reactie
Peter Braun
Duidelijk. En schrijnend. Voor verteller en luisteraar. Fijn dat Oma iemand heeft die luistert. En behalve voor thee ook voor de goede vuilniszakken zorgt. Sterkte ermee. Allebei.