Vluchtmensen: vluchtelingen welkom
foto: Liesbeth Huijts

7 – 9 minuten

0 reacties

Tweede artikel van Liesbeth Huijts in de serie Vluchtmensen, over haar betrokkenheid bij de vluchtelingen in Heumensoord.

Een dezer avonden zie ik een kort Perzisch filmpje dat Farah op Facebook geplaatst heeft. Ik begrijp de betekenis niet helemaal, maar het doet me sterk denken aan haar eigen verhaal. Ik stuur een whatsapp. “How are you? You are safe here, you know that, don’t you?” Het antwoord komt snel: “I know. But I am depressed and I miss my family.” Ze is inmiddels van Heumensoord overgeplaatst naar Lelystad. Ons contact is beperkt tot Whatsapp, Messenger, Facebook en  af en toe een bezoek. Het enige antwoord dat ik heb is een digitale ‘big hug’. Volstrekt ontoereikend, maar het enige wat ik in deze situatie weet te doen.

Kennismaking

Farah leer ik kennen via het Koerdische gezin, Parvanah en Adan met hun babydochter Haleh, waarover ik eerder schreef. Vanwege de taalbarriere vraag ik hen na enkele ontmoetingen of ze niet een landgenoot kennen die Engels spreekt. Ook al raken we op andere manieren dan via taal vertrouwd met elkaar, praten blijft toch een gemis. Een volgende keer nemen ze Hamze mee en met Hamze komt zijn vriendin Farah in mijn leven.

Farah heeft Hamze in Heumensoord ontmoet. Bij hun eerste bezoek aan ons thuis vertelt hij hoe hij die mooie vrouw in haar eentje zag zitten in het grote restaurant van Purple Village, een van de drie tentenkampen in Heumensoord. Hij nodigde haar uit bij de groep te komen zitten waarmee hij altijd eet. Hij is er nog steeds verbaasd en opgetogen over dat zij een relatie met hem wilde. Ik zie een stille, wat verlegen, vriendelijke vrouw. Volgzaam, denk ik, de eerste keer dat ze na een opmerking van Hamze in Farsi opstaat om mij te komen helpen met tafel dekken.

Van betekenis voor elkaar

Niet lang na hun eerste bezoek stuurt Hamze een whatsapp. Kunnen ze ons zien? Ik app terug dat Parvanah en Adan de dag erna komen en dat ze welkom zijn om mee te komen. Of willen ze liever een keer met hun tweeën komen? Dat was inderdaad de bedoeling. Mogen ze een nacht bij ons blijven slapen? Er is zoveel lawaai in het kamp.[pullquote]”De verhalen over de reis wil ze (nog) niet vertellen.”[/pullquote]Ik schrik even. Natuurlijk weten de mensen die bij ons thuis komen dat Parvanah en Adan een paar dagen bij ons geweest zijn toen Haleh ziek was. Maar wil ik daar een gewoonte van maken? Ik aarzel. Het kost soms wel erg veel energie. Het wordt me soms ook wel te veel. Van de andere kant heb ik intussen talloze verhalen gehoord over hoe moeilijk het is om te slapen in die tenten waar honderd mensen wonen, van elkaar gescheiden door enkele meters hoge schotten die de ruimte verdelen in kleine kamertjes voor acht mensen. Bovendien, hoeveel privacy hebben die twee nou helemaal? Wat is dat voor begin van een relatie?
En ik vind het wel erg enerverend, maar het is ook bijzonder om mensen uit een mij onbekende wereld in huis te halen. Het is boeiend hen te leren kennen en even met elkaar op te trekken. Ik kan iets voor hen betekenen en zij betekenen intussen wat voor mij. Dus app ik terug dat het okay is en komen ze een aantal dagen logeren.
Als een aantal weken later Hamze bericht krijgt dat hij wordt overgeplaatst naar het westen van het land, logeren ze nog een keer bij ons.

Verhaal in fragmenten

Tijdens deze logeerpartijen vertelt Farah in haar gebrekkige Engels stukje bij beetje haar verhaal. In het begin zijn de verhalen oppervlakkig. Naarmate we elkaar beter leren kennen, vertrouwt zij me wat meer toe en durf ik wat meer te vragen. Ik blijf wel alert dat ik niet teveel vraag. Ik kan immers niet inschatten hoe verplicht ze zich voelt om antwoord te geven, aangezien ze gast is in mijn huis. Het blijft een verhaal in fragmenten. Als een puzzel waarin iedere keer puzzelstukjes worden aangelegd, maar die niet af komt. En alhoewel Farah me natuurlijk niet alles vertelt, denk ik dat die puzzel niet af zal komen, omdat wat haar overkomen is en nog steeds overkomt zo onvoorstelbaar is.
En desondanks voel ik me bij haar thuis en zij zich bij mij, denk ik.

Vluchten vanwege huiselijk geweld

Farah is 32 jaar oud. Ze komt uit een stad in de buurt van Teheran. Ze studeert één jaar Engels aan de universiteit. Eigenlijk wilde ze elders studeren, maar haar ouders lieten haar niet uit huis gaan. Farah trouwt met een man die tien jaar ouder is en gewelddadig blijkt te zijn. Haar broer heeft het huwelijk geregeld. “I don’t like my brother.” Uiteindelijk is ze bij haar man weg gegaan. Ze durft niet terug te gaan naar haar ouders. Haar man werkt bij de inlichtingendienst en ze is bang dat als ze terug gaat naar haar ouderlijk huis noch zij noch haar ouders veilig zijn. Dus vertrekt ze. Ze reist per taxi van Teheran naar de grens met Turkije. Drie dagen trekt ze te voet door de bergen Turkije in. In een wankele boot naar Griekenland en van daaruit met een trektocht door Europa. Ze reist in de grote stroom van vluchtelingen en tegelijk helemaal alleen. De verhalen over de reis wil ze (nog) niet vertellen. Uit de woorden waarmee ze dat afhoudt, maak ik op dat het niet makkelijk was. Of nog erger dan dat.

Hoe doe je dat: alleen op de wereld?

Whatsapp, Facebook en andere sociale media vormen voor veel bewoners van de vluchtelingenkampen dé band met thuis. Zo niet voor Farah. Zij heeft op Facebook een andere naam en ze waakt ervoor foto’s op internet te plaatsen. Ze heeft in Iran niemand laten weten dat ze vertrok om niemand in gevaar te brengen. Ze heeft geen afscheid genomen van haar ouders. Die hebben geen idee wat er met hun dochter gebeurd is. Ook haar vriendinnen in Iran weten van niets. Hoe moet het zijn om zo afgesneden te zijn van de mensen tussen wie ze opgegroeid is tot wie ze nu is en die haar het gevoel kunnen geven thuis te zijn?  Wat een krachttoer moet het zijn om hier zichzelf terug te vinden met enerzijds dit grote gemis en anderzijds de nieuwe vrienden die ze hier gemaakt heeft, met name in Heumensoord zelf. Hoe speelt zij dat klaar?

Beleid doet iets

Is het binnen het huidige Nederlandse vluchtelingenbeleid voor Farah wel mogelijk om opnieuw te beginnen? Dat beleid plaatst vluchtelingen steeds opnieuw en volstrekt willekeurig over naar andere plaatsen in Nederland, zonder rekening te houden met de vriendschappen en relaties de ze opbouwen met elkaar en met Nederlanders rondom de vluchtelingenkampen. De kleine vriendengroep die ik in Heumensoord heb leren kennen, woont nu verspreid door het land in Blauwestad, Zaandam, Lelystad, Leusden en Arnhem. Zonder geld om elkaar op te zoeken. Met smartphones en sociale media als hun levenslijnen.

Een sterke vrouw

Stil, verlegen, vriendelijk, volgzaam. Dat waren de woorden die in onze eerste contacten bij me opkwamen. Maar hoe sterk moet deze Farah wel niet zijn dat ze deze keuzes heeft kunnen maken en deze weg gegaan is? Hoe bijzonder dat ze door alle gebeurtenissen heen zo’n zachte vrouw is gebleven.

Wat wil je hier gaan doen, vraag ik. “Mijn studie Engels afmaken en tolk worden.”

Vluchtmensen

In de zomer van 2015 worden we opgeschrikt door televisiebeelden en soms iconische foto´s van grote stromen vluchtelingen die over de zee vanuit Turkije naar Europa komen en over de wegen Europa trekken. Ze komen ook naar mijn woonplaats, Nijmegen. Daar opent in het najaar Heumensoord, een groot tentenkamp voor drieduizend vluchtelingen. Ik raak betrokken bij een aantal bewoners van deze noodopvang. De serie Vluchtmensen gaat over hun verhalen en over wat er in de ontmoetingen met ons gebeurt. De namen in deze serie zijn om privacyredenen gefingeerd.

Foto: Liesbeth Huijts

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *