3 – 4 minuten

0 reacties

Ik zet de muziek steeds een beetje harder terwijl ik met open raam aan het schilderen ben. De gitaarmuziek raakt mij, ik hoor Bert[1]  erin terug. Hij had ook dat ruwe randje in zijn gitaarspel. Onderhand mijmer ik dat Bert wilde dat ik het huis verkocht omdat er zoveel onderhoud nodig is. “Hij zou mij nou eens moeten zien”,  denk ik terwijl ik de kwast in de verf doop. De ‘echte-Bert-muziek’ schalt in mijn oren: “You made me happy every single day, but now I’ve got to go away”.  Ik schiet helemaal vol. Het is zijn verjaardag. Een rotdag. Want hij is er niet meer.

Gefeliciteerd

In de familie-app stuurt mijn ‘grote meisje’: “Gefeliciteerd met Papa” met hartjes erbij. Ik trek mijn verfhandschoen uit en antwoord haar met hartjes, en typ dat het een rare en nare dag blijft ook al is alle ellende nu vijf jaar geleden. “Papa zou 62 zijn geworden”, typ ik verder, en ook : Ik maak de logeerkamer mooi en luister ondertussen naar ‘Papa-muziek.’ ’’ Ik stuur een foto en typ er nog bij, “Led Zeppelin.”

Als mijn dochter thuiskomt van school trekt ze maar amper haar wenkbrauwen op als ze de muziek hoort. Ze heeft de app al gelezen.  We gaan eerst even lunchen en daarna haal ik de tafel uit de garage. Zij draait de poten erin en ik haal de kerstpulletjes van boven. We schroeven daarna samen het achterbord met wintertafereel vast. Het is een vast ritueel geworden. Op de plek waar het hoog-laag bed in de woonkamer stond en waar ‘Papa’ stierf bouwen we een kerstdorp. Iefs positiefs op een verdrietige plek.

Rouw

“Rouw ik wel genoeg?” vraagt ze terwijl ze de laatste schroef indraait. “Je rouwt, daar gaat het om”,  zeg ik terwijl ik het achterbord vasthoud en we de tafel op zijn plek zetten. Mijn dochter plaatst de bergen om er een mooi landschap van te maken en rolt de sneeuwlaag uit. “Je moet het niet oppotten tot je 50e”,  zeg ik. “Dan komt het er dan nog uit. ”Ze kijkt een beetje geschrokken: “Kan dat?” vraagt ze. Ik knik en zeg: “Jij rouwt in ‘stukjes’,  niet alles tegelijk, En dat is helemaal prima”.

“Soms ben ik er ook helemaal niet mee bezig”,  zegt ze. Ze kijkt mij schuin aan terwijl ze de lampjes uitrolt. “Gelukkig maar”,  zeg ik.

Partjes

’s Avonds Facetime ik met mijn lief. Hij weet welke dag het is en we hebben het er samen over. Ik vertel over de muziek, het kerstdorp, hoe het mij nog raakt. Daarna vertelt hij over het voorgenomen huwelijk van zijn oudste zoon. Het wordt waarschijnlijk een prachtige bruiloft met alles erop en eraan. Hij gaat door en vertelt dat hij zo blij is dat hij goed met zijn exen omgaat. Ik snap het helemaal en dat is ook geweldig. Maar vandaag even niet. Ik snik en zeg: “Maar Bert is dood.”
“Je huilt”,  zegt hij. Ik knik en vlucht uit het gesprek.

Als het ergste verdriet er weer uit is denk ik bij mijzelf dat ik af en toe ook nog rouw, ondanks therapie, ondanks dat het nu vijf jaar geleden is. En zeker in deze periode van  het jaar waarin hij ziek werd en als een blikseminslag bij heldere hemel overleed. Er zijn nog steeds stukjes verdriet.

Ik herhaal de woorden die ik die middag tegen mijn dochter zei: “Ook ik rouw in ‘stukjes’,  niet alles tegelijk. En dat is helemaal prima”.

[1] Bert is mijn overleden man.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *