De meesten van ons weten erg weinig van wat er gebeurt achter de hoge muren en ijzeren tralies van penitentiaire instellingen. Mensen worden opgesloten, omdat zij door de rechter zijn veroordeeld tot een gevangenisstraf, dat is duidelijk. Maar wat betekent het voor iemand om zijn vrijheid te verliezen en daarmee ook een groot deel van zijn sociale identiteit? Hoe kan ervoor worden gezorgd dat de tijd in een gevangenis niet leidt tot onoverwinbare drempels in de toekomst?
Onder deze innemende titel zijn onlangs de resultaten van een onderzoek naar de waarde van vrijwilligerswerk in gevangenissen gepresenteerd aan het publiek. Drie medewerkers van de Universiteit voor Humanistiek: Esther Kuis, Carmen Schuhmann en Anne Goossensen zijn in opdracht van het Ministerie van Veiligheid en Justitie op zoek gegaan naar het effect van één-op-één bezoeksgesprekken van vrijwilligers aan gedetineerden. Zij zijn hierbij vertrokken vanuit het zorgethisch perspectief dat belangstelling hecht aan de waarde van de relatie tussen mensen en de mate van ervaren baat bij de betrokkenen.
Het Nederlandse gevangeniswezen lijkt in Europese vergelijking een voorbeeldrol te vervullen als het gaat om humanitaire waarden en normen. Zo is de visie van het Ministerie niet alleen gericht op straffen en beveiligen, maar ook op een effectieve re-integratie in de samenleving. Gestreefd wordt naar zoveel mogelijk continuïteit in de levensloop van een gedetineerde en het bevorderen van diens zelfredzaamheid. Het doel is het creëren van een zo soepel mogelijke overgang naar het normale leven aansluitend op een gevangenisstraf. Dit is een grote uitdaging binnen een systeem dat mensen juist plaatst in een omgeving waarin zo veel mogelijk rechten en normaliteit worden ontnomen.
Leden van diverse vrijwilligersorganisaties waaronder Humanitas en Gevangenenzorg Nederland gaan regelmatig op bezoek bij gedetineerden. Ongeveer 10% van de gevangenen maakt gebruik van de mogelijkheid om met iemand van buiten de instelling in gesprek te gaan. De contacten en gesprekken worden in de regel als waardevol ervaren. Het gaat tijdens de ontmoetingen met name om alledaagse dingen, het delen van zorgen en soms ook om praktische hulp zoals het invullen formulieren. Gedetineerden zijn blij met een luisterend oor. Het lijkt hierbij van groot belang dat de ander hen niet veroordeelt voor wat zij hebben gedaan maar juist wel interesse toont voor wie zij zijn, als mens. Het contact met een vrijwilliger wordt dan snel tot een brug met de ‘normale wereld’ die rust en vertrouwen levert en zo kan bijdragen aan de filosofie van het Ministerie.
Download het hele onderzoek hier.
0 reacties