Veel patiënten komen bij de huisarts met klachten en problemen die eigenlijk om een goed gesprek vragen. Maar hoe bepaal je als huisarts nu of je dit gesprek zelf voert, of beter kunt doorverwijzen? Een hoe bepaal je of een patiënt beter geholpen kan worden door een psycholoog, een geestelijk verzorger of een vrijwilliger met een luisterend oor?
Om een praktisch antwoord op deze vragen te vinden start de UvH in Utrecht, Amsterdam en Rotterdam een driejarig onderzoek waarbij aangesloten wordt bij lokale huisartsen praktijken die al bezig zijn om aandacht voor zingeving een plaats te geven in de zorg. Doel is om een verwijzingstool te ontwikkelen voor huisartsen, geestelijk verzorgers in de drie praktijken zo te ondersteunen dat ze geïntegreerd met andere professionals kunnen samenwerken, effecten van deze aanpak te meten, en succesfactoren te identificeren die op andere locaties toegepast kunnen worden.
Het onderzoek wordt gefinancierd door ZonMw en vindt plaats onder leiding van prof. dr. Carlo Leget, in samenwerking met Hogeschool VIAA en Hogeschool Windesheim in Zwolle. De projectgroep bestaat uit:
Het project maakt deel uit van een groter geheel: Palliatief Landelijk Onderzoek Eerstelijns Geestelijke verzorging (PLOEG) waarin verschillende universiteiten samenwerken om geestelijke verzorging in de eerste lijn beter te integreren. Naast het project waarbij de UvH betrokken is (PLOEG-3), leidt Prof. dr. Hetty Zock (RUG) een project waarin een landelijk dekkende inventarisatie van initiatieven wordt gemaakt (PLOEG-1). En wordt er onder leiding van dr. Sjaak Körver (TST) een interventiestudie opgezet (PLOEG-2).
Leget vertelt over het onderzoek: “Ik probeer in de gezondheidszorg aandacht voor zingeving te stimuleren en uit te werken. En daarmee komen we op het thema ‘betekenis’, wat ook in de zorgethiek heel belangrijk is. In mijn oratie was het een belangrijk thema dat ik daarmee op de agenda heb gezet.” De gekozen onderzoeksmethode, participatief actieonderzoek (PAR), sluit goed aan bij de zorgethiek. Dit betekent dat er met de lokale praktijken van meet af aan zal worden samengewerkt en ook de patiënten worden direct betrokken.
0 reacties