Als zorgverlener beland je geregeld in niet-doorsnee en lastige situaties. In een split-second moet je beslissen hoe je reageert of je hebt al gereageerd voordat je het door hebt. Ik (als röntgenlaborante) doe mijn best om zo goed mogelijke zorg te verlenen, maar soms wilde ik dat ik een situatie tijdens mijn werk nog eens over kon doen.
Hoe zou het gesprek zijn gegaan als ik nog had doorgevraagd? Of als ik misschien niks had gevraagd maar een kopje thee had aangeboden? Misschien had ik moeten vragen wat deze patiënt graag zou willen? Allemaal opties, maar ik zal het nooit weten omdat deze specifieke patiënt in deze specifieke situatie zich waarschijnlijk niet meer voordoet.
Tijdens de Prudentiaconferentie in 2015 zag ik het Toetstheater voor het eerst. Deze acteurs speelden een situatie in de zorg na en vroegen toen het publiek hoe het anders kon. Dezelfde scene speelden ze toen nog een keer met een ander einde. Ineens had je dus wel de gelegenheid om een situatie nog eens over te doen. Ik vond het een prachtige manier van reflecteren zonder dat het te ‘zwaar’ werd. Het Toetstheater hield het luchtig maar de -met humor- gespeelde scenes zetten je wel degelijk aan het denken.
Namens de redactie sprak ik Lotte Huijing, werkzaam aan de Universiteit voor Humanistiek als docent en stagecoördinator voor studenten (beginnende professionals). Daarnaast is ze een van de jokers bij het Toetstheater voor professionals in de zorg.
Als joker bij het Toetstheater is mijn rol tweeledig. Ten eerste ben ik betrokken bij het voortraject. In dat voortraject heb ik contact met de opdrachtgever en in gesprek met hem of haar leggen we de basis voor de uiteindelijke scenes die we gaan spelen voor het publiek. We gaan altijd voor maatwerk, waarbij we continu ons uitgebreide repertoire actualiseren. Ten tweede is de joker de publieksbegeleider. Alles wat er tussen de acteurs en de toeschouwers gebeurt, probeer ik in goede banen te leiden en naar het doel van de bijeenkomst.
Het Toetstheater maakt interactief theater waarmee we de reflectie van, en uitwisseling tussen professionals in de zorg willen faciliteren. We noemen onze methode zelf wel eens ‘bemoeitoneel’ om aan te geven dat we van de mensen in het publiek vragen om zich met de inhoud van de scenes en de afloop te bemoeien. Wij weten het niet beter dan zij en komen hen in geen geval de les lezen. Wij laten iets zien wat de professionals in de zaal uit hun eigen praktijk kennen.
Vervolgens laten we de dilemma’s uit die praktijk zien en waar je als professional de bocht uit kunt vliegen. Dan vragen we aan de mensen uit het publiek ‘Hoe zou jij dit aanpakken?’ en ‘Wat is volgens jou belangrijk in deze situatie?’. De acteurs nemen de aanwijzingen uit de zaal over en samen verkennen we waar we allemaal kunnen uitkomen.[pullquote]‘We noemen onze methode zelf wel eens ‘bemoeitoneel.’[/pullquote]
De methodiek van interactief theater (en in ons geval ‘bemoeitoneel’ of het ‘regiemodel’) werkt in mijn ogen omdat we allereerst via humor de ontspanning weten te bereiken bij de deelnemers. Je kunt niet nadenken of iets leren als je niet ontspannen bent en onze acteurs zorgen ervoor dat de scenes uit het leven gegrepen zijn en tegelijkertijd maken ze je aan het lachen. Vervolgens is onze drempel heel laag.
Je participeert als toeschouwer door de joker aan te spreken vanuit je veilige stoel en de joker is de brug naar de spelvloer. Zowel de joker als de acteurs (in hun personage) staan compleet open voor het publiek en we werken vanuit een gelijkwaardige, dialogische houding. Ik geloof in activerende didactiek. De mensen uit het publiek kunnen kijken, reflecteren, discussiëren en via de acteurs (nieuw) gedrag uitproberen. Je bent niet enkel toeschouwer (spectator), maar je bent betrokken bij hoe het met alle betrokkene in de situatie afloopt en je hebt hier invloed op (spect-actor [1]).
Ik hoop te bereiken dat er een (gelijkwaardige) uitwisseling en vertrouwen ontstaat tussen de mensen in de zaal. Je ziet mensen elkaar aanstoten tijdens de voorstelling of iets bespreken. In de interactie met de joker worden er zienswijzes gedeeld en op elkaar gereageerd. Maar juist ook in de pauzes of workshops na de voorstellingen zie je dat de personages of de situaties een rode draad kunnen vormen in een ontwikkeling van professionals, maar ook van een team of organisatie.
Wanneer we een gelegenheidspubliek hebben (bijvoorbeeld op een landelijk symposium) willen we bereiken dat mensen buiten de muren van de eigen instelling kijken en nieuwe contacten leggen. Het liefst stimuleren wij gesprekken over moeilijk bespreekbare onderwerpen. Juist dáár willen we prikkelen, aannames bevragen, perspectiefwisselingen faciliteren en reflectie bevorderen.[pullquote]‘Je ziet mensen elkaar aanstoten tijdens de voorstelling of iets bespreken.’[/pullquote]
Deze uitwisseling zou in mijn ogen moeten leiden tot normatieve professionals die op een menswaardige manier en met meer vertrouwen (ethische) dilemma’s in de zorg tegemoet gaan. Dit vertrouwen kunnen ze ontlenen aan het feit dat enerzijds hun gedrag hebben kunnen toetsen in de schijnwerkelijkheid van het theater. De acteurs laten zien hoe iets kan uitpakken in het echt en wat daar voor nodig is. Anderzijds kan het vertrouwen groeien omdat de professionals hun ideeën, overtuigingen, handelingsalternatieven hebben kunnen toetsen aan die van andere professionals.
Waar ik nog ruimte voor groei zie, is de transfer van de voorstelling en alle opgewaaide interactie. Vaak is het Toetstheater ‘de inswinger’ op congressen en in opleidingstrajecten en natuurlijk is onze methodiek daar heel geschikt voor. Thema’s worden in één klap duidelijk en een prettige, dynamische sfeer is ook meteen neergezet. Soms worden wij ook gevraagd om mee te denken over het vervolg van de voorstelling en daar kunnen wij een meerwaarde bieden die mensen soms over het hoofd zien. In verhalen schuilt een grote kracht en onze scenes zijn natuurlijk verhalen. Verhalen over wat er wel en niet goed gaat in de zorg. Die verhalen kunnen instellingen laten terugkomen tijdens bijvoorbeeld intervisie of teamoverleggen.
Onlangs speelden we voor een grote kraamzorgorganisatie. De scenes gingen over zelfsturende teams en hoe lastig samenwerken kan zijn. De personages uit onze voorstelling zijn een soort gevleugelde figuren geworden die door teamcoaches regelmatig gebruikt worden om gedrag bespreekbaar te maken. Daarnaast hebben we de scenes uit onze voorstelling omgebouwd tot rollenspelen en daarmee hebben de deelnemers in kleinere groepen ook actief kunnen oefenen in een latere groepsbijeenkomst. Heel mooi om te zien hoe de lijnen echt doorgetrokken werden zodat het gesprek in de organisatie een vervolg kon krijgen.
Een wens zou zijn om nauwer op te trekken met zorgethici en samen passende educatieve werkvormen ontwikkelen waardoor we echt kunnen bijdragen aan het levenslange leren van professionals in de zorg.
Lotte Huijing: Met grote dank aan mijn collega: Enny Keiren.
[1] Het onderscheid tussen spectator en spect-actor komt bij Augusto Boal vandaan. Augusto Boal was grondlegger van vele interactieve theatervormen.
1 reactie
Interview met Lotte over het Toetstheater
[…] interview over mijn werk met het Toetstheater. Ik vertel over hoe ik dialoog stimuleer in grote groepen mensen […]