Ik ben José Krijnen. In 1999 ben ik afgestudeerd aan de Universiteit voor Humanistiek. Ik hoorde destijds bij een van de eerste lichtingen. Sindsdien ben ik als humanisticus op diverse terreinen werkzaam geweest. Inmiddels ben ik zeven jaar werkzaam als geestelijk verzorger in de ouderenzorg. Daarnaast ben ik werkzaam als professioneel beeldend kunstenaar.
Een bewoonster vertelde me dat ze alsmaar moest wachten sinds ze in het verpleeghuis woonde. Het ergst vond ze het wachten als ze op het toilet zat. Soms duurde het meer dan een half uur voor ze haar weer kwamen helpen eraf te komen. Ik realiseerde me dat wachten door bewoners verschillend beleefd wordt.
Ook moest ik denken aan de maatschappelijke discussies over plascontracten en het verminderen van wachttijden in de zorg. Tegelijkertijd bedacht ik me dat niemand meer schijnt te kunnen of te willen wachten, maar dat er geen leven denkbaar is zonder wachttijd. Mijn onderwerp werd zodoende de relatie tussen wachten en goede zorg.
Wachten is een kernervaring in de zorg. Men wacht dagen, weken, maanden of jaren op en tijdens diagnoses, behandelingen, herstellen en sterven. Wachten in de zorg wordt veelal omschreven als onwenselijk. Dit wordt mede veroorzaakt door de sociaal-politieke context van een neo-liberale economie waarin wachten geen plaats en geen pas heeft.
Tegelijkertijd is er zorgethisch onderzoek te vinden waarin duidelijk wordt gemaakt hoe schadelijk wachten voor de zorgvrager kan zijn. Wachten zou echter ook een zorgpraktijk kunnen zijn zowel aan de kant van de zorgvrager als aan de kant van de zorggever. Omdat hierover wetenschappelijk weinig te vinden was, heb ik een conceptueel exploratieve studie gedaan naar de relatie tussen wachten en goede zorg.
Ten behoeve van de diepgang heb ik me beperkt tot vier auteurs namelijk: Hartmut Rosa (2013), Lisa Baraitser (2017), Joan Tronto (1993, 2013) en Annelies van Heijst (2005). De eerste schrijft over hoe de economische versnelling alle levenssferen heeft weten te beïnvloeden met als gevolg vervreemding. Rosa pleit dan voor resonatie.
Lisa Baraitser schrijft in het werkelijk prachtige boek Enduring Time over de niet wordende tijd zoals wachten, vertragen, blijven, verduren, onderhouden, herhalen, herinneren en standhouden. Door deze twee auteurs kon ik de betekenis van wachten conceptualiseren.
Vervolgens heb ik dit in verband gebracht met de opvattingen over goede zorg van de zorgethici Joan Tronto en Annelies van Heijst. Daarnaast heb ik een illustratieve casus uit mijn werk gebruikt en schilderijen van ‘chronotopen van wachten’ gemaakt.
Dat wachten kan worden onderscheiden van verduren. Verduren onttrekt zich volledig aan de lineaire doelgerichtheid gepaard gaand aan ontwikkeling. Verduren is slechts te verdragen. Wachten kan de cesuur zijn waardoor de rijm weer kan klinken. Wachten kan een vorm van synchronisatie kan zijn: het jezelf opnieuw in relatie brengen met jezelf, de ander, je situatie, de dingen en de wereld. Zorg kan een transformatieve antwoordrelatie zijn waardoor kleine transformaties mogelijk zijn in de sociaal historische gegroeide context.
Een ander waardevol inzicht is dat wachten onwenselijk of zelfs beschadigend is in het geval van nalatigheid. Als mensen erg afhankelijk zijn en de symmetrie daardoor onevenredig is er sprake van wat Annelies van Heijst noemt behoeftigheid. Dit gaat verder dan ‘kwetsbaar’ zijn. Je kunt namelijk niet alleen ‘gekwetst’ worden, je hebt anderen nodig om in leven te blijven. Als je behoeftig ben kunnen zorgverleners dingen nalaten.
Wachten kan in een zorgrelatie ook laten zijn als een vorm van verantwoordelijkheid nemen aan de kant van de zorgverlener. Ook dit is een vorm van synchronisatie. Hierbij leidt wachten tot inzicht en hanteren van de onvermijdelijke tragiek die aan zorgbehoevend verbonden is.
Schilderen of schrijven zijn boeiden aanvullende onderzoeksmethoden. Zoals de fenomenoloog Van Maanen zegt leidt dit tot ‘pathic knowledge’ (resonantie van het fenomeen waardoor dieper ook belichaamd verstaan mogelijk wordt).
Heel concreet voor in praktijk: in plaats van plascontracten kunnen we ook een andere arbeidsdifferentiatie gaan hanteren waarin alle medewerkers verantwoordelijkheid dragen voor de primaire zorg, zoals de toiletgang. Het is belangrijk om in de zorg alert te zijn op ‘nalatigheid’. Tegelijkertijd kun je hier enkel greep op krijgen als je het in een grotere institutionele en politieke context plaatst zoals arbeidsdifferentiatie, efficiëntie, kwaliteitsbewaking en markteconomisch denken.
Er kan nog heel veel onderzoek worden gedaan naar wachten. Zowel naar de geleefde ervaring van wachten aan de kant van de zorgvrager als zorggever als naar de institutionele sturing. Waar ik echt nieuwsgiering naar ben is de vraag of zorgvragers wachten ook echt als een zorgpraktijk kunnen beleven en in hoeverre een wederzijdse antwoordrelatie in dergelijke situaties tot transformaties kunnen leiden.
Ook is het interessant om vaker te werken met meer ‘resonerende’ media als tekenen, schilderen, film of fotografie. Lastig blijft de interpretatie hiervan. Door uitvoerige reflectie doe je afbreuk aan de resonantie. Die heb ik zelf dan ook weggelaten. De kijker mag zelf kijken en lezen en verbanden leggen met de theorie.
José Krijnen
Geestelijk Verzorger | Beeldend Kunstenaar
LinkedIn
Mail: info@josekrijnen.com
Website: www.josekrijnen.com
3 reacties
Jordy
Mooi gedaan Jose. Ik heb veel van je geleerd.
Andries fidder
Mooie thesis en waardevolle studie. Resonantieruimte . Tip : het boek van gelatenheid in de kunst van gerard visser. Ik ben zelf ook kunstenaar en geestelijk verzorger. Mooie verbinding met jouw studie thema en kunst expressie. Gr andries fidder. Geestelijk verzorger Sensire.
Yvonne
Hallo José, je hebt veel verschillende talenten waarmee je mensen zin aanreikt. Nu ook weer door dit onderzoek. Knap gedaan!