4 – 6 minuten

0 reacties

Wie ben je? Een korte bio / inleiding over jezelf.

Mijn naam is Anne Dingemans en ik woon samen met mijn verloofde en onze twee katten in het zonnige zuidelijke Eindhoven. Naast mijn werk als GGZ verpleegkundige volgde ik de master Zorgethiek en beleid. De cliënten die ik in mijn werk tegenkwam en de manier waarop de zorg voor deze mensen georganiseerd werd, waren voor mij de motivatie om deze master te gaan volgen. Mijn vrije tijd besteed ik graag in de natuur, in de boekenwinkel, op het terras in de zon of in ons huis.

Wat is het onderwerp van je thesis en hoe kwam je tot deze keuze?

In mijn thesis onderzoek ik de drijfveren van verpleegkundigen op de intensive care afdeling binnen de acute psychiatrie en de machtsstructuren die hun drijfveren beïnvloeden. Op deze afdeling wordt volgens de HIC-methode gewerkt. Deze methode wil de drang en dwang in de psychiatrie terugdringen. Ik werkte op deze afdeling gedurende een deel van mijn masteropleiding. Ik zag mijn collega’s zich elke dag weer vol energie inzetten voor de patiënten. De één op één begeleiding was soms intensief en zij werkten met flinke onderbezetting. Het personeelstekort in Nederland en de gevolgen daarvan op het personeel was op deze afdeling goed zichtbaar. Ik werd nieuwsgierig naar de motivatie van de verpleegkundigen om hier te werken, ondanks het intensieve karakter van het werk en het langdurige personeelstekort.

Hoe sluit je onderzoek aan bij zorgethiek?

De HIC-methode is ontwikkeld om humanere zorg te bieden aan de patiënten in de psychiatrie en het separeren terug te dringen. De methode vraagt van verpleegkundigen present te zijn en mee te bewegen met de patiënt. Ik dacht dat dit gevolgen kon hebben voor het welzijn van de verpleegkundigen. Zorgethiek wil alle perspectieven bekijken in een praktijk en alle perspectieven een stem geven. Met dit onderzoek wilde ik de verpleegkundigen een stem geven en onderzoeken hoe de organisatie voor de verpleegkundigen kon zorgen. Verschillende zorgethisch georiënteerde auteurs (Tronto, Kittay, Van Heijst) beschrijven dat tevens voor de zorgverleners gezorgd moet worden, om te waarborgen dat zorgverleners goede zorg kunnen blijven bieden aan zorgvragers.

Hoe heb je dit onderzocht?

In het conceptuele onderzoek heb ik de zorgethisch relevante literatuur gebruikt voor een theoretische verkenning van de concepten ‘macht’, ‘zorgpraktijken’ en ‘drijfveren om te zorgen’. Het empirische onderzoek was een zoektocht. Ik ben begonnen met een disoursanalyse, maar ben uiteindelijk verder gegaan met institutionele etnografie. Met de discoursanalyse focuste ik te veel op het taalgebruik van de verpleegkundigen, terwijl de institutionele etnografie de machtsstructuren beter in kaart bracht waar ik naar op zoek was. Door observaties in de praktijk en semigestructureerde interviews heb ik de data verzameld.

Wat zijn voor jou de meest verrassende bevindingen?

Voorafgaand aan de dataverzameling en analyse, had ik verwacht dat de protocollen belangrijke machtsstructuren waren die de drijfveren van de verpleegkundigen beïnvloedden. Uit de wetenschappelijke probleemstelling bleek namelijk dat verpleegkundigen in de psychiatrie moeite hadden met de toegenomen ‘bureaucratie’ in de zorg. De administratieve lasten en de protocollen die ze moesten volgen hielden de verpleegkundigen af van wat ze het liefst deden: contact met patiënten hebben. Dit onderzoek liet echter zien dat de verpleegkundigen veel tijd kwijt waren aan de meetinstrumenten en protocollen, maar het bij hun werk vonden horen. Bovendien benoemden ze dat deze meetinstrumenten belangrijk waren voor hun werkpraktijk.

De hoeveelheid machtsstructuren vanuit de maatschappij was ook een verrassing. Het personeelstekort en de veranderde patiëntenpopulatie werkten door op de drijfveren van de verpleegkundigen. De verpleegkundigen werden daardoor negatiever over de patiënten en de organisatie. De emotionele last van hun werk en de zorgverantwoordelijkheden namen toe. De structurerende werking van de maatschappij op de zorgpraktijk en de verpleegkundigen werd in dit onderzoek goed zichtbaar.

Aanbevelingen voor de praktijk of krijgt het onderzoek nog een vervolg?

Ik heb het onderzoek aangeboden aan de organisatie en de eerste reacties waren positief. De praktijk was dankbaar voor het onderzoek. Ik heb aanbevelingen gedaan voor de praktijk en voor vervolgonderzoek. De organisatie is met een aantal aanbevelingen al aan de slag gegaan. Ze zijn al bezig om de veiligheid voor de verpleegkundigen en de sfeer van de afdeling te verbeteren. Om een completer beeld te schetsen zou een vervolgonderzoek naar de andere disciplines en een vervolgonderzoek naar het management nodig zijn. Het zou leuk zijn om dat ook te mogen uitvoeren!

Anne Dingemans

Anne Dingemans MA

HBO verpleegkundige en zorgethica

LinkedIn
Mail: annedingemans@gmail.com

Blogafbeelding: Vincent van Gogh, Pietà (volgens Eugène Delacroix), 1889.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *