Hoe zijn wij verbonden met ons lichaam? En hoe kan je soms vervreemden van je eigen lichaam? Dit zijn onderwerpen omtrent lichamelijkheid die werden aangesneden tijdens de workshop ‘Theorizing the body’ op 26 november in Maastricht. Georganiseerd in het kader van het VIDI project ‘Bodily integrity in blemished bodies’ (2011- 2016) door dr. Jenny Slatman.
Het lichaam is een belangrijk gegeven, vooral wanneer het gaat over ziekte en de zorg die hierbij komt kijken. Het lichaam is immers vaak hetgeen dat, als je ziek wordt, niet functioneert zoals je zou willen. En hetzelfde lichaam heeft gelukkig vaak de wonderlijke kracht om weer beter te worden. Maar hoe gaan we eigenlijk om met ons lichaam en misschien belangrijker, wat is onze relatie met ons eigen lichaam? En hoe belangrijk is het lichaam in de relatie met een ander?
De eerste spreker van de dag, Kevin Aho, spreekt over een ‘lived body’. Hij legt uit dat een lichaam een sociaal en culturele ruimte is. Sociale en culturele aspecten hebben invloed op de manier waarop je zelf naar je lichaam kijkt maar ook op de manier waarop anderen naar je kijken. Deze interpretatie van je eigen lichaam is dynamisch en kan dus blijven veranderen. Een invloed van de moderne geneeskunde is bijvoorbeeld dat je lichaam kan worden gezien als een object. Niet alleen door de zorgverleners maar ook door jezelf. De manier waarop je naar je eigen lichaam kijkt kan door een ziekte en/of de cultuur van het ziekenhuis veranderen. Aho beschrijft ook de vervreemding van je lichaam die kan optreden bij ziekte. Jouw lichaam wordt ineens het lichaam. Aho is kritisch op deze invloed van de moderne geneeskunde omdat de opgetreden vervreemding van je eigen lichaam kan storen bij de beleving en betekenis van je ziekte.
Maar is het erg om wat te vervreemden van je eigen lichaam op momenten van ziekte? Is het erg om je lichaam als een object te zien op momenten van heftige behandelingen en vervelende belevingen? Deze kritische vraag komt vanuit de zaal van Jenny Slatman, organisator van de workshop. Het zet de groep aan het denken over de objectivering van het lichaam. Want is het wel mogelijk om altijd je eigen lichaam te belichamen? Of is het soms heel nuttig om even afstand te nemen, om later weer te ‘connecten’ met je lichaam?
Else Vogel spreekt over haar onderzoek naar mensen die een gastric bypass hebben gekregen. Dit is een operatie waarbij de maag grotendeels wordt weggehaald, zodat de patiënt na de operatie enkel hele kleine porties kan eten. Het doel van deze operatie is dan ook om veel gewicht te verliezen. Vogel presenteert resultaten van interviews met deze patiëntengroep. Het blijkt dat voor veel mensen het dik zijn als een ‘out of control’ wordt gemarkeerd. Deze mensen zijn volgens Vogel zo vervreemd van hun eigen (dikke) lichaam dat ze een operatie nodig hebben om zichzelf weer te kunnen verbinden met hun eigen lichaam. Een gastric bypass geeft hun dus, behalve een slanker lichaam, ook het vermogen terug om in plaats van het lichaam weer hun eigen (‘mijn’) lichaam te kunnen ervaren.
Vanuit de zorgethiek wordt veel belang gehecht aan het aangaan van relaties met de ander, met name waar het de relatie tussen zorgverlener en zorgbehoeftige betreft. Het is belangrijk om de ander en zijn/haar behoeftes te kunnen ‘zien’. En voor de personen met een zorgbehoefte is het belangrijk dat de ander hen ziet staan. Het aanpassen aan elkaar en er voor elkaar zijn leidt tot een zorgrelatie, welke een dynamisch karakter heeft.[pullquote]Het lichaam is een belangrijk gegeven, vooral wanneer het gaat over ziekte en de zorg die hierbij komt kijken.[/pullquote]
Tijdens de workshop wordt er vooral aandacht gegeven aan het lichaam als jouw lichaam en de relatie daarmee. Vanuit een zorgethisch perspectief kan het lichaam echter ook gezien worden als een basis om een relatie met een ander aan te gaan. Volgens prof. dr. Maurice Hamington, Professor in de filosofie aan de Portland State University (VS), wordt vaak onderschat hoe het lichaam een voorwaarde is om te kunnen zorgen en een relatie met een ander aan te gaan (2012). Hammington beschrijft een bepaalde versie van een zorgtheorie: embodied care ((Hamington, M., (2012). Care ethics and corporeal inquiry in patient relations. International journal of feminist approaches to bioethics. 5 (1): p. 52-69; p.54.)) en sprak hierover tijdens een bijeenkomst van de Graduate School van de Zorgethiekgroep in Utrecht op 25 januari 2016.
Embodied care wordt gevormd door de gewoonten en herinneringen van het lichaam waardoor de zorgverlener empathie en begrip kan opbrengen voor degene die behandeld wordt ((Hamington, M., (2012). Care ethics and corporeal inquiry in patient relations. International journal of feminist approaches to bioethics. 5 (1): p. 52-69; p.54.)). Een voorwaarde voor empathie en goede zorg, is volgens Hammington het hebben van een zelfde lichaam en het voorstellingsvermogen om ziek te zijn/ pijn te hebben. Als een vreemde op straat voorover op zijn gezicht valt, kan iedereen zich voorstellen dat dit pijn doen. Je hoeft dit nooit zelf meegemaakt te hebben om empathie en zorg te kunnen verlenen, deze kennis zit in ons lichaam en is dus embodied.
Het lichaam als voorwaarde voor de relatie met de ander is een interessant, nog redelijk onderbelicht, onderwerp. De workshop ‘Theorizing the body’ was vooral gericht op het eigen lichaam en het verbinden daarmee. Het ‘verbinden’ zou echter breder kunnen worden getrokken door in plaats van enkel de verbinding met jezelf ook aandacht te hebben voor de verbinding met de ander. Ook riep deze workshop vragen op over de vorm waarin kennis verkregen en gedeeld kan worden wanneer het het lichaam betreft. Is dan ‘theorizing’ de beste en enige manier, of zijn er nog andere, meer embodied- en relationele vormen van kennisverwerving- en overdracht mogelijk?
Het door ontwikkelen van inzichten over lichamelijkheid in zorg(relaties) en belichaamde, relationele vormen van kennisverwerving is de komende jaren een punt van aandacht binnen de zorgethiek vakgroep op de Universiteit voor Humanistiek in Utrecht. Er worden verschillende bijeenkomsten georganiseerd over zorgethiek en lichamelijkheid. De sessies zullen uitmonden in een boek gewijd aan dit thema. Aan het boek zullen uiteenlopende internationale auteurs bijdragen; het wordt geredigeerd door prof. dr. Helen Kohlen en dr. Inge van Nistelrooij.
Tekst: Vivianne Baur en Marieke Breed
[widget id=”footnotes_widget-2″]
[bol_product_links block_id=”bol_56b87bc9b2263_selected-products” products=”9200000010167993″ name=”EmbodiedCare” sub_id=”” link_color=”003399″ subtitle_color=”000000″ pricetype_color=”000000″ price_color=”DC7605″ deliverytime_color=”009900″ background_color=”FFFFFF” border_color=”CCCCCC” width=”600″ cols=”1″ show_bol_logo=”undefined” show_price=”1″ show_rating=”0″ show_deliverytime=”1″ link_target=”1″ image_size=”1″ admin_preview=”1″]
0 reacties