5 – 6 minuten

0 reacties

Naar aanleiding van het themanummer ’15 jaar Euthanasiewet’ van het Tijdschrift voor Gezondheidszorg & Ethiek (TGE) van eind 2017 publiceren we de redactionele inleiding, van de hand van Carlo Leget en Joke Lemiengre, en het artikel van Theo Boer, de evaluatie van de wetsevaluatie op 28 maart a.s. 

15 jaar Euthanasiewet

15 jaar geleden, in 2002 dus, werd de mogelijkheid tot euthanasie bij wet geregeld in Nederland en België. Na anderhalf decennium kunnen we constateren dat euthanasie door velen wordt gezien als een verworvenheid waar we blij of zelfs trots op kunnen zijn. Door middel van grootschalig sociologisch onderzoek wordt de euthanasiewet iedere vijf jaar geëvalueerd in opdracht van de Nederlandse overheid. Onlangs werd de derde Wetsevaluatie aan de Tweede kamer aangeboden. Ook in Vlaanderen vinden dergelijke studies plaats, zij het tweejaarlijks en op basis van een wet die op enkele punten anders is dan de Nederlandse wet.

Sinds het in kracht treden van de euthanasiewet vinden in beide landen van tijd tot tijd discussies plaats over de verdere verruiming van de euthanasiewet. Euthanasie en hulp bij zelfdoding zijn onderwerp geworden van een complex krachtenspel, waarin de media en de politiek een grote rol spelen. Daarbij is het niet altijd duidelijk wat nu de onderbouwing van het probleem is. Een goed voorbeeld hiervan is de wetswijziging in België uit 2014 waardoor ook kinderen euthanasie kunnen krijgen. In de drie jaar dat deze wet van kracht is, hebben zich slechts twee gevallen voorgedaan waarvoor een beroep gedaan werd op deze mogelijkheid.

Euthanasie lijkt langzaam te normaliseren, en dat betekent gewenning en een impliciete normativiteit. Wat normaal is, hoort blijkbaar zo, en mensen gaan zich er naar gedragen. Vanuit de ethiek is het dan ook opvallend dat bepaalde vragen nauwelijks of niet meer gesteld worden. Dat is jammer want daardoor verliezen we scherpte op een onderwerp dat om zorgvuldigheid vraagt. In dit nummer willen we daarom kritisch nadenken over een aantal ontwikkelingen. Dit doen we zowel vanuit de maatschappelijke invalshoek als vanuit de dagelijkse klinische zorgpraktijk.

Bijdragen

Theo Boer opent met een evaluatie van de wetsevaluatie: hij vraagt zich af in hoeverre de Derde evaluatie van de Wet Toetsing Levensbeëindiging op verzoek en Hulp bij Zelfdoding in Nederland kritisch en creatief genoeg te werk is gegaan met het zoeken naar mogelijke problemen. Lopen hier empirie, normativiteit en politiek soms niet iets te veel door elkaar?

Margo Trappenburg begint haar bijdrage met een sprong in de toekomst. Met het schetsen van twee scenario’s die zich afspelen in het jaar 2030 probeert ze ons morele voorstellingsvermogen te prikkelen om na te denken over de voltooid-levenproblematiek. Ze wijst erop dat de omslag van verzorgingsstaat naar participatiesamenleving in Nederland geleid heeft tot nieuwe morele vragen waarop we aan elkaar een antwoord moeten geven. Trappenburg snijdt een veel bediscussieerd thema aan waar ook Ton Vink zijn column aan het eind van dit nummer aan heeft gewijd.

Marc Desmet maakt een kritische ethische analyse van wat in België de palliatieve filter genoemd wordt: een palliatief consult dat in veel zorginstellingen wordt aangeraden of soms wordt verplicht als extra zorgvuldigheidsmaatregel naast de wettelijk verplichte adviezen van artsen. De filter is niet bedoeld om euthanasie tegen te houden, maar om de best mogelijke zorg te leveren aan patiënt en naasten.

15 jaar Euthanasiewet-inhoudsopgave TGE

15 jaar Euthanasiewet-inhoudsopgave TGE

Eric Ettema en Andrea Ruissen nemen ons mee naar een pas ontwikkelde scholingsmodule die bedoeld is om psychiaters te leren omgaan met verzoeken om hulp bij zelfdoding in de psychiatrie. Daarmee geven ze een inkijk in de complexiteit van het betekenisvol omgaan met en zorgen voor patiënten met een psychiatrische zorgnood, die omwille van ondraaglijk psychisch lijden euthanasie vragen. Dit is opnieuw een thematiek die in beide landen tot hevige discussie in de samenleving leidt, zoals ook blijkt uit de bijdrage van Christoph Moonen.

De casusbespreking in dit nummer betreft een veelvoorkomend probleem waarover weinig in de wet staat: de plaats van de verpleegkundige in het euthanasieproces. De casusbespreking is een mooie Belgisch-Nederlandse samenwerking geworden met commentaren uit beide landen.

Tezamen met een bijdrage over de nieuwe Nederlandse richtlijn orgaandonatie na euthanasie en twee uitgebreide boekbesprekingen hopen we in dit nummer een breed palet aan kritische vragen en aanzetten tot reflectie te presenteren. Euthanasie en hulp bij zelfdoding spelen zich af op een gebied waarin we op vele grenzen stuiten. Voor de ethiek even zo vele aanleidingen om zorgvuldig te blijven nadenken.

Tekst: Prof. dr. Carlo Leget en dr. Joke Lemiengre, redacteuren Tijdschrift voor Gezondheidszorg en Ethiek

Over TGE

TGE – Tijdschrift voor Gezondheidszorg & Ethiek – stelt zich ten doel de kwaliteit van de morele bezinning op actuele veranderingen binnen de gezondheidszorg te bevorderen. Verschillende invalshoeken, benaderingen en levensbeschouwingen komen aan bod. TGE heeft oog voor de fundamentele problematiek die in actuele casuïstiek besloten ligt zonder de urgentie van de concrete problemen in het dagelijkse medische handelen te miskennen.

TGE wil informeren over actuele ontwikkelingen, maar biedt tevens een kader voor meer fundamentele beschouwingen vanuit een breder cultureelfilosofisch perspectief.

TGE schenkt aandacht aan het werk van medisch-ethische commissies, aan recente wetgeving op het terrein van de gezondheidszorg, maar ook aan vraagstukken op het snijvlak van geneeskunde, filosofie en literatuur.

Lees meer over TGE en de beschikbare abonnementen of bestel dit losse nummer (Jaargang 27, nr. 4, 2017).

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *