Omdat het begrip spanningsvol verbinden tamelijk abstract blijft, wil ik aan de hand van een voorbeeld illustreren wat ik ermee bedoel.
In het kader van het werken aan meer verbinding tussen managers en verpleegkundigen heb ik een ontwikkeltraject begeleid binnen een zorgeenheid van een ziekenhuis. Bij dit ontwikkeltraject waren verpleegkundigen, teamleidinggevenden, verschillende zorgmanagers en medisch managers en een lid van de Raad van Bestuur betrokken. Het ontwikkeltraject bestond uit verschillende stappen.
Eerst werden de betrokkenen geïnterviewd. Daarin werd vooral stilgestaan bij hun motivatie om in de zorg te gaan werken, bij de dingen waar ze in hun werk tegenaan lopen, bij de moeizame relatie tussen management en verpleegkundigen en bij de vraag hoe er meer verbinding tot stand kan komen tussen beide groepen. Na de individuele interviews was er een dialooggesprek met de eigen groep en vervolgens een gezamenlijke dialoog met alle betrokkenen.
Tijdens de gezamenlijke dialoog speelde de volgende situatie zich af, een situatie waarin sprake was van werken aan spanningsvol verbinden.
Op een gegeven moment gaat het gesprek tussen verpleegkundigen en managers over mogelijkheden om de processen op de afdeling beter te organiseren. Daardoor kan er efficiënter gewerkt worden en komt er meer tijd vrij voor de zorg voor de patiënt als persoon. Het gesprek gaat ook over de mate waarin verpleegkundige teams hierin zelf initiatieven nemen, zelf verbeterplannen maken en daarmee aan het werk gaan.
Bijzonder is de dynamiek die zich op een bepaald moment tussen een van de managers en een van de verpleegkundigen afspeelt. Zowel de manager als de verpleegkundige blijven ieder vanuit haar eigen positie, rol en verantwoordelijkheid denken, maar er is een vorm van verbinding. Deze vorm van verbinding ontstaat omdat deze verpleegkundige op procesniveau mee kan denken over verbetermogelijkheden en de rol die een team hier al dan niet in neemt.
Tegelijk maakt deze manager voortdurend de beweging naar de verpleegkundigen toe. Ze zit fysiek ver van ze af, namelijk aan de kop van de dialoogtafel, maar komt voortdurend naar voren, maakt contact en nodigt hen uit. Ze wil verpleegkundigen graag meenemen in haar energie en ze daarmee motiveren om zelf hun rol op zich te nemen en tegelijk te komen tot een gezamenlijke beweging.
De gezamenlijke dialoog biedt de mogelijkheid tot meer verbinding, of vormen van verbinding, of momenten van verbinding in de bestaande spanningsvelden. Het contactmoment tussen manager en verpleegkundige was zo’n moment waarop voor mijn gevoel de verbinding heel even dominanter was dan de verdelende spanningen tussen beide groepen.
Bij spanningsvolle verbinding kan het gaan om meer verbinding tussen mensen in verschillende lagen van het ziekenhuis, maar ook om meer verbinding tussen systemische logica’s zoals financiële kaders en managementdenken, en de door verpleegkundigen gehanteerde zorglogica die meer leefwereld georiënteerd is. Deze laatste vorm van spanningsvolle verbinding vindt plaats op het intrapersoonlijke, maar ook op het interpersoonlijke niveau, bovendien kan het plaats vinden tussen verschillende afdelingen/groepen binnen een organisatie.
In dit onderzoek heb ik geleerd dat er geen kant-en-klaar antwoord is op de vraag hoe menslievende zorg organisatiebreed vorm kan krijgen. Het werken aan spanningsvol verbinden is een continu proces.
Als professional merk je dat zorgorganisaties vooral bezig zijn met planmatige en top-down organisatie-ontwikkeling. Voor het invoeren van protocollen is dit een passende vorm. Bij het werken aan spanningsvol verbinden gaat het echter om een andere vorm van organisatie-ontwikkeling, een vorm die is gericht op moreel geladen trage vragen die via dialogische leerprocessen in bewerking worden genomen.
De vormgeving van menslievende zorg organisatiebreed is een work in progress dat via werken aan spanningsvol verbinden met vallen en opstaan vorm krijgt. Het ontwikkeltraject zette managers en verpleegkundigen in beweging, inspireerde hen en creëerde meer onderlinge verbindingen, maar op een gegeven moment zakte het proces in.
Het is dan ook geen toeval dat ik me in mijn onderzoek heb laten inspireren door de feministische denkers Sharon Welch en Jessica Benjamin. Beide denkers vragen zich af hoe er, ondanks de terugval in zo’n leerproces, gewerkt kan worden aan het opnieuw op gang brengen van een leerproces. Zowel Welch als Benjamin zien werken aan transformatie als een trage vraag die steeds opnieuw om commitment van de betrokkenen vraagt.
Hoewel werken aan menslievende zorg organisatiebreed dus een zaak van de lange adem is, doen zich onderweg ook momenten voor die de moeite waard zijn. Uit de interviews met verpleegkundigen en managers, maar ook uit mijn eigen praktijk weet ik dat zich geregeld momenten voordoen waarop je het gevoel hebt: hier gebeurt het, hier doe ik het voor!
De Engelse term ‘“the vibrantly imperfect possible’” is dan ook een gevleugelde term voor me geworden. Deze term van Welch helpt me het lange termijn perspectief vast te houden zonder de bevlogenheid in de dagelijkse praktijk te verliezen.: dDoe wat je kunt, niet meer, maar vooral ook niet minder en vergeet niet te genieten van de waardevolle momenten onderweg!
Als geestelijk verzorger zie ik het onder andere als mijn taak om deze bevlogenheid bij zorgverleners steeds opnieuw te voeden. In het ontwikkeltraject zijn het met name de verhalen van verpleegkundigen die me hebben geraakt. Hun lage positie in de hiërarchie en de daarmee verbonden onmacht, maar ook hun bevlogenheid en veerkracht doen een moreel appel op mij waaraan ik niet wil voorbijgaan.
Het ontwikkeltraject heeft voor mij als feministisch geïnspireerde geestelijk verzorger vernieuwende wegen geopend. Als geestelijk verzorger wil ik me namelijk niet alleen bezig houden met de zingevingsvragen van patiënten, maar ook met de morele vragen van medewerkers die meestal niet los staan van trage vragen op organisatieniveau.
Het ontwikkeltraject bood me de mogelijkheid om het gebrek aan verbinding tussen managers en verpleegkundigen als een moreel geladen vraag in bewerking te nemen. Deze invulling van mijn rol als geestelijk verzorger betekent wel dat ik niet afzijdig kan blijven, dat ik bereid ben mezelf te laten betrekken in de aanwezige spanningsvelden en de zaak die op het spel staat en dat ik bereid ben zelf positie in te nemen.
3 reacties
Geert
Is er een papieren versie van dit interessant promotie-onderzoek?
Kan het ergens besteld worden?
Webredactie
Aan het eind van het artikel (pagina 3) staat een link waar je het boek kan bestellen.
Geert
super .. bedankt … net het boek besteld ;-).
Vr gr
Geert