Haar oogjes stralen zoals alleen die van een dreumes dat kunnen: zonder enige terughoudendheid, vol overgave en levendigheid. Pure vreugde. Zo zit ze op het felgekleurde houten schommel-vliegtuigje, heen en weer te zwiepen dat het een lieve lust is.
Ik kijk in mijn dochters ogen en geniet met volle teugen. Van haar hele wezen, haar onbevangenheid, haar vrolijkheid, de manier waarop ze nog zonder enige vrees het leven tegemoet treedt. Héél hard schommelt op het houten gevaarte, zonder zich bewust te zijn van hoe het zou voelen wanneer ze er hard vanaf zou donderen. Ik voel mijn hart bonken. Mijn armen paraat om haar te kunnen opvangen mocht dat nodig zijn. Maar ik houd mezelf tegen. Ze mag zelf ervaren, vallen en weer opstaan.
Later deze dag, tijdens de lunch, lees ik in de zaterdagkrant over de aanval op twee moskeeën in Christchurch. Mijn vriend en ik eten broodjes die in plastic zakjes verpakt zaten, en ik kijk om me heen en realiseer me hoeveel plastic we gebruiken. Op Facebook zie ik berichten over klimaatmarsen, tieners die politieke leiders proberen aan te sporen tot actie, en dappere individuen die communities starten om bewuster met het gebruik van plastic om te gaan. Ik lees een recent artikel van Paul Kingsnorth, weer net zo pijnlijk confronterend als al zijn werk. Hij schrijft over de ecocide die de mensheid aan het plegen is.
Het middagslaapje van mijn dochter is voorbij. Ik hoor hoe ze gezellig in bed zit te kletsen tegen haar favoriete knuffelkonijn, in haar eigen nog onverstaanbare taaltje. Ze zit alweer te popelen om verder te gaan met het ontdekken van de wereld.
Een wereld, die afstevent op een Apocalyps, als ik de berichtgeving van de media en de wetenschappelijke rapporten moet geloven?
Blijven de ogen van mijn dochter altijd zo stralen? Kan ik daarvoor zorgen? Wat zal de impact zijn van klimaatverandering en politiek en religieus extremisme op haar leven? Kan ik haar beschermen tegen pijn, ongemak en lijden? Hoe kan ik omgaan met het verpletterende ‘nee’ dat het onvermijdelijke antwoord is op die vraag?
Ik verlang naar een vakantie op een zonnige bestemming. De bezorgdheid loslaten, even doen alsof er niks aan de hand is met onze wereld. Maar ja, zelfs met het vliegtuig op vakantie gaan is een heikele kwestie tegenwoordig.
Ik hou het dus maar bij dat houten schommel-vliegtuig, en laat me meevoeren door de stralende ogen van mijn dochter. Van een onbekend en dreigend onzekere toekomst terug naar een onbevreesd en diep vreugdevol nu. Heel even. Nu.
0 reacties