3 – 4 minuten

9 reacties

We zitten thuis aan onze ronde tafel met een glas wijn, hij rood en ik wit. De kamer is ons vertrouwd maar de situatie is zo onwerkelijk. En toch is het echt waar. Vandaag waren we beiden voor onderzoek in het ziekenhuis. Zelf was ik er voor een beenmergpunctie. Maar we wisten al van ‘mijn kanker’. De grote schok was ‘zijn kanker’.

Na een paar weken slikklachten krijgt hij tijdens de gastroscopie te horen dat het goed mis is. Terwijl ik nog onzeker in mijn ziekenhuisbedje lig komt hij binnen. Hij kijkt mij aan en ik zie het al. Pas als we elkaar aankijken huilt hij, ‘slokdarmkanker’, zegt hij, ‘dat betekent dat ik er over een paar jaar niet meer ben.’

Zodra ik uit bed mag worden we opgenomen in de ‘mallemolen’ van het ziekenhuis. Mee naar de arts die weinig mededeelzaam is en naar de regieverpleegkundige. Lopen doet mij nog erg zeer als ik probeer mee te komen van de ene naar de andere afspraak. Ook al wil niemand zich aan een prognose wagen, het verschil met de mededeling die ikzelf anderhalf jaar eerder kreeg is erg groot. Er worden afspraken gemaakt over sondevoeding. Mijn man probeert regie te houden: ‘Ik wil zeker weten dat het vegetarisch is.’ Een scan moet nog meer duidelijkheid geven.

Toekomst?

Thuisgekomen zitten we dan met ons glas wijn in onze huiskamer. Ik maak mij erg veel zorgen over de toekomst. Onze dochter is tien jaar oud en heeft nu twee ouders met kanker. Hoeveel pech kun je hebben? We praten elkaar wat onhandig hoop in. Bert zegt dwingend dat ik moet blijven leven, terwijl eerder de verwachting was dat hij het langer vol zou houden.

Dan gaat zijn mobieltje af en Bert neemt op. Het is de partner van een goede vriend. We kennen hem al meer dan twintig jaar, maar zij belt anders nooit. Zij vertelt op een soort automatische-piloot-toon dat onze vriend overleden is. De dag ervoor is hij met zijn auto op de verkeerde weghelft gekomen en frontaal op een vrachtauto ingereden: waarschijnlijk op slag dood. Hij laat een vrouw en twee hele jonge kinderen na. Bert condoleert haar en noteert wanneer het afscheid zal zijn.

We kijken elkaar verbijsterd aan. Ik schenk ons nog eens bij. Het wil haast niet meer doordringen. En dan ontstaat er een idioot gesprek. Zo’n gesprek dat ik ook wel eens hebt gehad toen ik twintig was: wat is nu erger: op slag dood zijn maar zonder lijdensweg? Of een ‘kans’ hebben en ‘tijd’, maar ook lijden? Toen was het haast fictief, in ieder geval ‘ver van mijn bed’. Maar nu staan we er middenin. Hoe raar kan het lopen in het leven? Ik durf niet eens ‘nu kan het niet erger meer worden’ te zeggen. Want alles kan.

Losse eindjes

Onze goede vriend is totaal onverwacht uit het leven gerukt, iedereen ontgoocheld achterlatend. Er was geen enkele ruimte om nog vragen te stellen, om iets te vertellen, om gevoelens te delen. Hij ging weg met zijn brooddoosje en kwam nooit meer thuis. Zo maar.

Ons is nog (enige) tijd gegund. We kunnen nog zeggen wat we willen zeggen, vragen, delen en doen wat er binnen de mogelijkheden lukt. Voor de mensen die achterblijven kunnen we nog iets betekenen en andersom ook. Binnen alle ellende zie ik dat toch als een zegen. Zelfs in alle bitterheid en verslagenheid: dat is ons nog wel gegund.

Swanny Kremer

Een artikel van


9 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Persoonlijk vind ik erg herkenbaar: als professional wil je persoonlijke gebeurtenissen toch nog steeds binnen een professioneel kader houden. Hoe jij het brengt, vind ik bijzonder integer en waardevol voor anderen.
Omdat er zoveel over je heen komt bij kanker, kan ik het niet laten te attenderen op het artikel waarbij ik zelf poog redeneringen te laten zien die spelen rondom kanker. En die ons niet helpen. https://denk-wijzer.nu/10-onjuiste-redeneringen-rondom-kanker/
Intussen: alle goeds!

Riekie Berends

Swanny, Ik krijg kippenvel tijdens het lezen van jouw verhaal, zo duidelijk geschreven, heb bewondering voor je! Er zijn geen woorden voor wat jij mee moet maken.
Van je afschrijven kan misschien wel helpen met het verwerken van al je ellende en verdriet. Ik heb 2 keer kanker gehad borstkanker en ook slokdarmkanker, en besef steeds meer dat ik geluk gehad heb en wel geopereerd kon worden, en ik schreef ook heel veel wat mij hielp om het te verewerken.
Ik wens jouw heel heel veel sterkte met jullie dochter toe!!!! En hopelijk heb je toch nog een wat aangenaam leven.
Met vriendelijke groet Riekie

Dank je I de Boer. Ik vind het inderdaad nog steeds erg spannend om deze verhalen te delen. Maar ik hoop dat ik kan bijdragen aan meer begrip voor mensen in dergelijke situaties. Dus ja, dan deel ik 😉 Als je deze columns zult blijven volgen zul je merken dat het eerst nog ‘erger’ wordt. Maar je zult ook merken dat ik uiteindelijk weer opkrabbel. En daar ben ik ‘nu’, redelijk opgekrabbeld.

Dank je wel! Ik ben blij dat ik woorden heb kunnen vinden voor de ‘rollercoaster’ waarin wij hebben gezeten. Zowel voor mijzelf, het is een stukje verwerking om te ‘herkauwen’ en schrijven. Maar ook hoop ik dat onze situatie aan professionals, lotgenoten, en ‘anderen’ inzichten kan verschaffen.