Rouwrevue. Rouw en revue. De woorden lijken elkaar te bijten. Een revue roept het beeld op van pluimen, veren, glitterpakken en jurken, en lange benen die omhoog worden gezwaaid. Frivoliteit alom, de associatie met de donkerte en zwaarte van rouw lijkt ver weg. In hun voorstelling Rouwrevue laten Mylou Frencken en Pieter Tiddens de veren en pluimen thuis. Wel brengen ze een feest der herkenning voor de rouwende mens.
Tijdens de voorstelling wisselen liedjes, sketches, dialogen, monologen en gesprekken met het publiek elkaar in een rap tempo af. Op verschillende manieren wordt het thema rouw belicht. Zo is er een aanklacht op de vercommercialisering van de dood en zijn rituelen. Is er een quiz met vragen als ‘Wat is de rouwkleur in China?’. Antwoord: wit. Is er een potpourri van begrafenisliedjes van Marco Borsato tot Simon & Garfunkel. Geeft Ernie met woordgrapjes zijn visie op het fenomeen, en raakt Bert daar van in de war. Naast deze luchtige zaken bestaat de voorstelling uit persoonlijke ervaringen en overdenkingen.
Frencken heeft spijt dat ze haar man Bert Klunder na zijn dood niet gewassen heeft. Ze windt zich op over het feit dat na het verlies van een dierbare het leven zo snel weer dient te worden opgepakt. In ieder geval anderen lijken dat te willen met dooddoeners als: alles goed? Het leven gaat door, hè? Na het overlijden van haar man vindt ze het moeilijk te zeggen hoe het met haar gaat. Acht jaar na dato is haar boosheid nog te voelen als ze uitschreeuwt dat het helemaal niet goed met haar gaat. Volgens Frencken zijn emoties niet vastomlijnd, ze hebben geen kader. Ze komen en gaan dwars door elkaar heen. Over getroost worden, heeft Frencken een dringend verzoek. Geen arm om haar schouder. Dat gebeurt alleen maar omdat de ander zich ongemakkelijk voelt en een einde aan de spanning wil maken. Frencken daarentegen wil huilen, de ander mag blijven, maar alsjeblieft niet troosten met een omhelzing.
Het zoeken naar betekenisgeving loopt als een rode draad door de Rouwrevue. In een aandoenlijke sketch blikt een echtpaar terug op de begrafenis van ‘Wim’. Hun verhaal staat bol van clichés: als op de kist een vlinder verschijnt, is dat Wim. Als de dienst is afgelopen en er verschijnt een regenboog is dat ook Wim. Het mogen dan clichés zijn, blijkbaar geven ze mensen houvast en betekenis aan het overlijden van een dierbare. Tiddens en Frencken zijn zich daar van bewust en zoeken samen met het publiek naar meer betekenissen. Wanneer herdenk je? En wordt het herdenken van een overleden kind minder zwaar in de loop der jaren? Na acht jaar nog niet, na twintig jaar gelukkig wel, zo oordelen twee ervaringsdeskundigen uit het publiek. Wat is je mooiste herinnering aan een uitvaart? Dat het Ave Maria werd gezongen bij de uitvaart van mijn moeder Maria, en dat het eindigde met Adieu Maria.
Het persoonlijke verhaal en het met elkaar zoeken naar betekenis maken deze voorstelling de moeite waard. De cabareteske insteek schuurt soms met de inhoudelijke diepte. Niet altijd hoeft de lach te worden gezocht, een stilte mag er ook zijn. En soms komt de lach onaangekondigd. Als Frencken begint aan een verhaal over haar man valt er een theaterstuk op de grond. ‘Daar zul je hem hebben,’ geeft ze ad rem betekenis. Betekenis vindt ze ook aan het einde van de voorstelling. Met haar man heeft ze nooit kunnen dansen, omdat hij daar nooit aan heeft gedaan. Nu met Tiddens danst ze op ‘Cheek to cheek’. Als ware Fred Astaire en Ginger Rogers glijden ze over het podium. Het laatste stukje mag Frencken alleen over het toneel zwieren.
Ze is gezien, dat is de betekenis die hieraan gegeven kan worden: Bert Klunder moet daarboven wel hebben zitten glunderen.
Kijk hier voor de speellijst.
0 reacties