We gingen bij de man met darmkanker langs, de jonge studente en ik. Erg hoopvol zag het er voor hem niet uit, maar dood was hij voorlopig nog allerminst. We gingen eens kijken hoe hij een longontsteking was doorgekomen. De nog onervaren studente had ik gevraagd mee te komen zodat ze eens zag hoe een huisvisite in zijn werk ging. Studenten geneeskunde mogen af en toe eens snuffelen in de praktijk om hun idealen te toetsen.
De oude man bleek niet langer benauwd, hij hoestte nog wat maar hij was inmiddels zijn bed uit en had zijn stoel voor de televisie weer ingenomen. Hij woonde al jaren alleen, darmkanker verzwakte hem al een jaar en behalve door familie werd het huis regelmatig bezocht door mensen die het eten kwamen brengen, het huis schoon kwamen maken, hem kwamen wassen, medicatie kwamen brengen en zijn gezondheid in de gaten hielden. Praats was hij nooit, hij was zelfs somber geworden, maar de studente kon hem wel bekoren.
Verandering van spijs doet eten. Zijn levensverhaal kwam op tafel en hij rondde af met zijn huidige misère. Op dat punt aangekomen greep ik toch maar eens in, de studente moest ook leren hoe je verder moest met het werk. Ik beluisterde toch nog even zijn longen, we keken de medicijnlijst nog eens na en spraken af dat hij wel weer zou bellen in geval van nood.
Op weg naar de praktijk vroeg ik de studente hoe ze het had gevonden. Haar antwoord was even eenvoudig als verrassend: haar was opgevallen dat hij nooit meer buitenkwam. Ik complimenteerde haar dat goede dokters goed moeten kunnen observeren, en besefte tegelijk dat routine mij blind had gemaakt.
Alle zorg kwam naar hem toe, hij hoefde de deur niet meer uit, als hij het al kon. Het verklaarde zijn somberheid, zijn pijntjes, zijn vermoeidheid. Erop uit, naar buiten, lopen of in een rolstoel, verandering van spijs doet leven.
0 reacties