Onlangs gebeurde er met een patiënte iets waardoor ik werd terug gezogen naar vroeger tijden, waarin dingen konden gebeuren waarvan we inmiddels weten dat het niet goed is dat ze nog kunnen gebeuren.
Het voorval vond ik zo erg dat ik ging twijfelen aan mijzelf. Ik zou het vast verkeerd zien, degenen die verantwoordelijk waren zouden vast een nobele bedoeling hebben gehad, ik wist iets niet wat zij wel wisten. Ik ging me daarom eens verplaatsen in die arts van dat regionale ziekenhuis, dan zou ik het beter begrijpen.
“Ja, Staalman hier.”
“Goeiemorgen, met de meldkamer, er is een reanimatie gaande, oude dame collabeert op straat, politie na een paar minuten ter plaatse en ambu neemt het nu over en gaat vervoeren. Ze is al die tijd niet meeraanspreekbaar geweest.”
Staalman neemt een slok koffie, doet nog snel een plasje en spoedt zich naar de eerste hulp. Hij weet dat van de mensen boven de 70 jaar slechts 8% een reanimatie overleeft, de helft mét hersenschade.
Terwijl de oude vrouw op een bed wordt gelegd, schiet de familie op hem af. “Dokter, ze is 86, heeft Parkinson, erg vergeetachtig, een pacemaker, verstopte kransslagaders en hier in het ziekenhuis staat in het dossier dat er niet meer gereanimeerd en behandeld hoeft te worden. U kunt dat vast zien in het elektronisch ….”
Staalman riep ondertussen van alles naar verpleegkundigen, het ging razendsnel. De familie mocht even wachten.
Na een uur stak een familielid het hoofd om de kamer, kijken hoe het ging. Daar lag moeder aan de slangen in een bed met ijs.
“Met ijs dokter Staalman?!” “Ja, dat is protocol, dat is om hersenschade te voorkomen.”
Na een halve dag boze en verdrietige familie ontdooide Staalman en vervolgens de oude vrouw. Zij kon daarna rustig sterven.
Nu snap ik het, Staalman had een protocol. Voor dat type artsen is er maar één remedie: een protocol schrijven hoe je met protocollen moet omgaan.
Peter Leusink, huisart
0 reacties