Plank voor plank haal ik zijn kast in de slaapkamer leeg. Ik vraag mij af of andere weduwen dat ook zo snel doen na het verlies van hun man. Hij ligt nota bene nog in de kist in de kamer.
Ieder t-shirt roept herinneringen op. Ze komen overal vandaan, van concerten, vakanties, verre reizen. Maar juist om deze herinneringen willen mijn bonuskinderen, en onze toegift-dochter, graag wat shirts uitzoeken.
Daar zit ik dan, in de huiskamer, met stapels t-shirts om mij heen. Ik ga nog even naast mijn man zitten, raak hem aan, maar hij is zo koud. Ik voel mij erg alleen, een ‘halfje-mens’.
Als de kinderen er allemaal zijn wordt het gelukkig haast gezellig. Ik geloof niet dat mijn man er nog iets van meekrijgt zoals sommigen denken, maar toch vind ik het fijn dat wij samen zijn om hem heen. ‘De kikker met de gouden ballen’, roept mijn bonusdochter verheugd.
Vroeger, als klein meisje, wilde ze altijd graag in dat shirt slapen als ze bij ons was. Veel te groot natuurlijk, maar dat was juist fijn. Ze neemt het shirt weer mee om in te slapen. Meer shirts worden verdeeld, maar er blijft nog heel veel over.
We bedenken om al zijn schoenen bij het afscheid om de kist te zetten. Hij droeg graag gekke, bonte, stoere en vaak ook afzichtelijke schoenen. Kwestie van smaak natuurlijk, maar opvallend waren ze zeker. Ik zet vier big shoppers klaar met schoenen.
Dagen later, het afscheid dat prachtig was is achter de rug, merk ik dat ik het niet kan opbrengen om de shirts terug in de kast te leggen en de schoenen weer uit te pakken. Ik geef wat shirts aan zijn vrienden. Maar er is nog steeds veel over.
Het ontspullen is nu echt aangebroken.
Ik zoek op internet naar een goed doel ver weg, want ik wil die shirts niet aan een onbekend lijf zien en de schoenen niet aan andere voeten zien stappen. Afrika lijkt mij veilig genoeg.
Dag schoenen, dag shirts.
Mijn schoonzusje helpt mij met de papierwinkel, en stelt dat de auto van mijn man het beste verkocht kan worden. Ze raadt aan om dat aan de vriend van mijn bonusdochter te vragen die in een soortgelijke auto rijdt: ‘Als de auto stil voor de deur staat kost hij alleen maar geld.’ Ze heeft natuurlijk gelijk. Maar wat doet het een verdriet als mijn schoonzoon wegrijdt in de auto van mijn man. Dag auto.
Het lukt nog niet goed om ’s nachts door te slapen. Als ik zelf niet verdrietig wakker word, is het onze dochter wel in de kamer ernaast. Vaak lig ik dan nog uren te piekeren, peinzen en verdrietig te zijn. Ik lig keurig ‘op mijn helft’, de andere helft is leeg. Na 24 jaar samen is dat erg wennen. Ik vraag mij af of ik een ander bed wil of juist niet. Ik weet het niet dus ik wacht met beslissen.
Het lijken kleine beslissingen, maar niets is minder waar. Alles wat je wegdoet is een beetje afscheid erbij. Iedere keer dringt weer door dat hij weg is en niet meer terugkomt. Hij was zo’n korte tijd ziek, zijn overlijden heeft ons totaal overvallen. Zo lang als mijn man leefde was onze verbondenheid vanzelfsprekend.
Maar nu is hij uit zijn, mijn en ons leven verdwenen. Hij was deel van mij geworden en ik voel mij incompleet. Tijd heelt niet vanzelf alle wonden, tijd alleen maakt mij niet meer compleet. Ik zal moeten leren leven met het gevoel om een beetje defect te zijn. Ik moet verder, wij moeten verder, zonder hem. We moeten ‘helen’, ook letterlijk. Hoe? Dat weet ik nog niet.
Swanny Kremer
2 reacties
Wilma Klok
Lieve Swanny, Iedere keer als ik je columns lees krijg ik kippenvel. Meestal reageer ik niet, maar wil je nú toch laten weten dat ik het zó dapper én knap vind zoals jij alles beschrijft. Het is zó herkenbaar en tegelijk een ‘ver van mijn bed’ verhaal , hoewel….?! Ik hoop dat het goed met je gaat, met je dochter en met je bonuskinderen! En wat ik steeds weer zeg: ‘Verdriet is een werkwoord’! Het gaat nooit over….
Swanny
Dank je wel Wilma, voor je lieve reactie. Gezien ‘alles’ vind ik dat we het goed doen. Bert is nu 1 jaar en 4 maanden geleden overleden. In die tijd is veel gebeurd: onder andere mijn chemo-reeks en revalidatie hebben de revue gepasseerd. Soms lijkt het of er een wereld ligt tussen zijn sterven en ‘nu’, en soms lijkt het als de dag van gisteren. Gelukkig hebben we elkaar. Dat is dan weer mooi en steunend. Het allerbeste voor jou, Swanny