Nova is een teefje van een jaar oud als zij in haar land van herkomst door vrijwilligers van een Nederlandse adoptiestichting wordt opgevangen. Al snel meldt zich op internet een adoptant en Nova wordt op het eerstvolgende transport gezet naar Nederland. Het transport bestaat in dit geval uit een personenauto met zeven honden, bestuurd door een vrijwilliger. Terwijl de auto op weg is naar Nederland, krijgt het opvangcentrum de uitslag van het bloedonderzoek dat vlak voor vertrek bij Nova is verricht. Nova blijkt besmet te zijn met Leishmania, een akelige parasiet.
Bij aflevering van Nova wordt de Nederlandse adoptant hierover geïnformeerd; hij weigert om de hond aan te nemen. De chauffeur van het transport, die de andere ongeduldige honden nog in zijn auto heeft zitten, brengt Nova vervolgens naar het dichtstbijzijnde pleegadres: het huis van een zorgzame vrouw die zich pas kort geleden als vrijwilliger voor de stichting heeft aangemeld. Nova wordt haar eerste ‘pleeghond’. Zij besluit Nova eerst maar eens lekker uit te laten in het bos. Nog moe en nerveus van de reis en niet gewend aan een riem, raakt Nova in paniek en rukt zich los. Al snel is zij aan de horizon verdwenen in het dichte bos, dat zich tot over de landsgrenzen uitstrekt.
De pleegmoeder meldt de vermissing bij organisaties als Amivedi en de Dierenbescherming, informeert de adoptiestichting en zoekt de publiciteit met de weinige informatie die zij over Nova heeft. En net zoals recentelijk bij de vermissing van mensen is gebeurd, werpen zich grote aantallen ‘amateur-speurders’ op, die spontane zoekacties opzetten. ’s Nachts lopen ploegen met schijnwerpers en zoekhonden in lijnopstelling door het bos te banjeren, honden worden ten onrechte voor Nova aangezien en uit de handen van hun baasjes gerukt en er stromen zichtmeldingen uit het hele land binnen. Een groepje ramptoeristen staat dagelijks voor het huis van de pleegmoeder selfies te maken; medeleven en ongevraagde adviezen stromen binnen op haar Facebookaccount. Het wordt haar allemaal teveel en na enkele weken sluit zij de gordijnen en kruipt in bed.
Doordat Nova in het buitenland een hondenleven leidde in een verpauperde, maar zonnige industriestad, weet zij zich niet te redden in het koude Nederlandse bos. Verzwakt door kou en honger wordt zij door haar instinct teruggedreven naar de bebouwde kom, waar zij ’s nachts opduikt in voortuinen en op kruispunten. In de drie maanden na Nova’s aankomst in Nederland wordt meermaals door de politie en door spontane speurders getracht Nova te vangen. Dit jaagt haar op en zij verplaatst zich van wijk naar wijk. Op een gegeven moment wordt zij zelfs aangereden; de dierenambulance rukt uit, maar Nova hinkt met een gebroken poot weg en is wederom onvindbaar.
Pas als ander nieuws de vermissing van Nova verdringt van de social media, neemt de publieke belangstelling af. Drie hondenliefhebsters zoeken echter onvermoeibaar door en weten haar uiteindelijk te traceren op een verlaten fabriekscomplex midden in de stad. Van daaruit onderneemt Nova ’s nachts rooftochten naar voedsel; overdag trekt zij zich terug in de betonnen kruipruimte onder de fabriekshal. De vrouwen proberen meerdere malen Nova te verleiden een vangkooi in te lopen, maar de hond is té schuw geworden.
Zolang Nova op het terrein blijft, is zij veilig. Om haar binnen de afrastering te houden, gaan de vrouwen beurtelings naar het fabriekscomplex om Nova te voeren. Bijna een jaar lang, élke nacht, klimt een van hen over het hoge hek en gaat moederziel alleen het onverlichte, vervallen complex op. Het premium hondenvoer betalen zij uit eigen zak. Nova ziet er na een poosje patent uit en er ontstaat een routine waarmee de hond goed weet te overleven. Via wildcamera’s houden de vrouwen haar in de gaten, sussen de klachten van wijkbewoners over ‘die wilde hond’, houden krakers en daklozen uit de buurt en proberen het vertrouwen van Nova millimeter voor millimeter te winnen.
Inmiddels begint de projectontwikkelaar van het fabriekscomplex zich te roeren: hij wil aan de slag met de nieuwbouw en plaatst hijskranen, heftrucks en materiaal op het fabrieksterrein. Op een koude winterochtend in het afgelopen voorjaar wordt Nova door oprukkende vrachtwagens uit haar slaapplaats verjaagd. In paniek rent ze de ochtendspits in en wordt direct overreden.
De drie verzorgsters worden op de hoogte gebracht als Nova, nog levend maar zwaargewond, op de behandeltafel bij de dierenarts wordt gelegd. Nova kán in leven gehouden worden, maar zal dan verlamd zijn (haar rug is gebroken). Wie beslist wat er met Nova moet gebeuren? En wie gaat dat betalen? De adoptant geeft niet thuis; hij heeft zichzelf nooit als eigenaar gezien. De adoptiestichting? Die heeft zich een jaar geleden al van Nova gedistantieerd. De pleegmoeder heeft zich uit het vrijwilligerswerk teruggetrokken. De dierenarts wacht op antwoord… De drie vrouwen hakken de knoop door: zij geven opdracht Nova te laten inslapen.
Lees op de volgende pagina de zorgethische beschouwing.
0 reacties