Ze snoozen een paar keer voor ze opstaan, vinden hun werk zwaar, kunnen hun passie niet kwijt, klokken zo snel mogelijk uit en klagen alsmaar over die regels. Het is niets nieuws dat professionals om meer ruimte roepen.
Protocollen beknotten de vrije ruimte van professionals en dat zijn ze zat. Zelf ben ik de stellige mening toegedaan dat de mensen op de werkvloer veel vrijheid moeten krijgen en het lijkt alsof steeds meer mensen het met mij eens zijn. Nieuwe burgerinitiatieven en coöperaties als Austerlitz worden daarbij als ideaalbeeld gezien en komen dan ook als paddenstoelen uit de grond. Maar waarom roepen zoveel professionals om vrijheid? Het is goed om hier eens bij stil te staan.
Zorg en welzijn draait om het bieden van hulp aan de medemens. Dit soort werk bevat iets ‘Goeds’. Dat goede is meer dan efficiënt of nuttig, het is moreel van aard en verwijst naar het goede leven. De mensen die in deze sector werken, staan dan ook in verhouding tot dit goede. Waar eerst nonnen de zorg op zich namen en daarmee ook de onderliggende moraliteit bepaalden van waaruit zij de zorg verleenden, bepalen nu organisaties de waarden die aan de zorg ten grondslag liggen en vertalen die naar normen en gedragscodes voor hun medewerkers. Lange tijd werden die regels en protocollen gebruikt om medewerkers naar hun idee (dat van de organisaties dus) te laten handelen. Maar kan dit wel?
Zorg is moreel van aard en daarom hebben professionals vrijheid nodig. Zonder vrijheid kan je immers niet moreel handelen. Een boom belonen wij ook niet voor de mooie bloesem die hij laat bloeien. Dit doen we niet, omdat hij niet vrij is maar volledig door de natuur wordt gestuurd. Moreel handelen veronderstelt dus autonomie. Naast het feit dat een professional vrijheid nodig heeft om überhaupt moreel te kunnen handelen, is ook integriteit belangrijk. Wat integriteit betekent laat ik aan u over. Wel duidelijk is dat integriteit aan de basis van moraliteit ligt. Hiervoor moet een persoon zichzelf kunnen constitueren om zo eigen idealen te vormen en daar vervolgens naar te handelen.
Met de vrijheid die mensen zouden moeten ontvangen, kunnen ze zichzelf als representant van de organisatie constitueren, zolang het beeld dat ze van die ideale representant hebben, er niet uitziet als een redeloos ding, maar als een persoon. Op deze manier hebben ze de mogelijkheid om dat goede waar de zorg zijn oorsprong in vindt, ook in het werk terug te laten komen, zodat ook de samenleving merkt waar dat goede op gebaseerd is.
Wanneer we moraliteit willen afdwingen middels het formele systeem, proberen we als het ware van autonome mensen een boom te maken. Het is dan ook logisch dat met de groei van dit formele systeem de kwaliteit van de zorg afneemt. De kwaliteit van de zorg bevat namelijk iets moreels en dus autonooms en is dan ook nooit in het formele terug te vinden. We voeden onze kinderen op omdat we willen dat ze niet stelen en moorden. Dat doen we vanwege de kwaadaardigheid van het stelen en moorden zelf; niet vanwege de wet. En daar ligt een belangrijke taak voor bestuurders: professionals helpen zichzelf moreel te vormen in plaats van het goede af te dwingen via wet- en regelgeving.
door Jelle Smits
0 reacties