Redacteur van HP/De Tijd en voormalig verpleegkundige Ivo van Woerden is in de zomer van 2010 undercover gaan werken bij de flexpool van Zorggroep Rijnmond. Het doel was om een artikel te schrijven over de kwaliteit van de verpleeghuiszorg. Het bijgehouden dagboek leverde echter zoveel materiaal op dat hij daarna ook nog het boek Undercover in de ouderenzorg heeft gepubliceerd. Het boek leest vlot weg en biedt een drieluik: zijn zorgervaringen, zijn korte stage bij de leidinggevenden en tot slot de interviews met de bestuurder van de zorggroep en enkele wetenschappers.
Het boek is niet zorgethisch ingebed, maar het brengt wel zorgpraktijken in beeld waar menslievende zorg ontbreekt. Ten eerste wordt duidelijk dat zorgverleners vaak vast komen te zitten in routines en veel institutionele druk ervaren. Ze zitten soms gevangen in het zorgsysteem: veel zorgvraag, weinig personeel. Er is anno 2011 nog steeds sprake van voorgeprogrammeerde toiletrondes. Dan is er geen sprake van relationele sturing, waarin binnen de betrekking blijkt wat goed is voor de ander, maar is er sprake van institutionele sturing. De verwondering bij de zorgverleners over hun eigen zorgpraktijk blijkt te zijn afgestompt. Dit staat soms in schril contrast met de verwondering die Van Woerden als nieuwkomer aan de dag legt over de gang van zaken in het verpleeghuis.
Van Woerden vraagt zich daarnaast af hoe groot het inlevingsvermogen van zorgverleners is. Hij bedient zich dan van het register van de empathie. ‘Ik vraag me nu af hoe belangrijk het is dat mensen die in de zorg werken, zich kunnen inleven in de bewoners. Zorggroep Rijnmond zegt vanuit het christelijk geloof zorg te verlenen, maar wel open te staan voor mensen met allerlei verschillende achtergronden. Dat wil nog niet zeggen dat je je ook in die uiteenlopende mensen kunt inleven.’ Vanuit de zorgethiek gezien zou het goed zijn als zorgverleners niet alleen meevoelen (empathie) maar ook het perspectief van de cliënt en diens naasten proberen in te nemen (perspectiefwisseling). Dit vergt ook meedenken en meekijken met de ander.
Ten derde komen er vraagstukken rond de autonomie van dementerenden aanbod. Hoever gaan zorgverleners als dementeren hun eten weigeren? De zorg blijkt hier niet altijd weldadig te zijn maar ook gewelddadig. Dat is deels uit onmacht, zo wordt een aantal keren pijnlijk duidelijk: Hij begint te schreeuwen, balt zijn vuisten en slaat haar een aantal keren op haar bovenarm. ‘Wat denkt u dat de Heer daarvan vindt?’ reageert Margreet. ‘Zo komt u niet in de hemel, hoor.’hij slaat nog een paar keer. ‘Slaat u uw vrouw ook zo?’ zegt ze. ‘Dat vindt de Heer niet goed.’ Dan geeft hij eindelijk op, opent zijn mond en neemt een hap.
Ook laat het boek zien dat aandacht in de zorg broodnodig is. ‘Tijd voor een praatje. Als ik bij een bewoonster op de kamer ga zitten, vertelt ze over haar twijfels. Zit ze hier goed of zal ze verhuizen? Ik luister en zeg niet veel. Na tien minuten begint ze te huilen: ‘Goh, wat knap ik op van een gesprek,’ zegt ze. ‘Fijn dat je tijd voor me maakt.’ Zo zou het altijd moeten zijn. Waarom is dat niet zo?’
Ondanks zijn observaties wijst Ivo van Woerden niet meteen met een beschuldigende vinger naar de individuele zorgverlener en ziet hij ook de inzet en de moeite die ze zich getroosten om voor de verpleeghuisbewoners te zorgen. Dit boek geeft een openhartige inkijk in de huidige verpleeghuiszorg.
Ivo van Woerden. Undercover in de ouderenzorg. Amsterdam: MM boeken, 2011 [ISBN 9789058315427] [e-book ISBN 9789058315762]
0 reacties