4 – 6 minuten

0 reacties

Sommige zorgethici zien de zorg voor elkaar in gezinsverband als een prototypisch model voor goede zorg. De aandacht gaat dan vooral uit naar de zorg voor de eigen kinderen. Het ideaal van een goede zorgrelatie is af te leiden uit de natuurlijke verbondenheid tussen moeder en kind, beweert bijvoorbeeld Nel Noddings.  Ouderschap en gezinsvorming – en daarmee Noddings’ ideale zorgrelatie – lijken een wezenlijk en voor velen ook vanzelfsprekend onderdeel van het leven. Maar hoe is het eigenlijk om een diep gevoelde wens te hebben om moeder of vader te worden, maar vast te moeten stellen dat dit om onverklaarbare, biologische redenen niet lukt? Dat is te lezen en te zien in het verbazingwekkende stripboek Good Eggs. A memoir van Phoebe Potts.

Phoebe Potts woont met haar man Jeff aan de Amerikaanse oostkust. Ze is kunstenaar, ze is joods en ze zou dolgraag moeder willen worden. Good Eggs is haar eigen, door haarzelf getekende verhaal over hun kinderwens en hoe zij en Jeff hebben geworsteld met het in vervulling laten gaan van die wens. Maar hoewel onvruchtbaarheid de rode draad is, gaat het boek ook over Phoebe’s rommelige werkende leven, over haar terugkeer naar het Jodendom, over haar depressies en over haar echtgenoot. ‘Het is een liefdesbrief aan mijn liefhebbende man,’ zegt ze in een interview. Er zijn talloze redenen om dit prachtige, rijke boek te lezen. Ik noem er drie.

Strip

Allereerst is dit boek aanbevelenswaardig omdat het een stripboek is, of een ‘graphic novel’ (grafische roman) zoals dat tegenwoordig ook wel heet. Het is met Good Eggs alsof je een film leest. Bovendien geven tekeningen de mogelijkheid om allerlei gevoelens, twijfels en gebeurtenissen op inventieve wijze in beeld te brengen. Dat doet Potts dan ook regelmatig. Het voorwoord alleen al is een kunstwerk op zich. In elf pagina’s maken we kennis met Phoebe, Jeff en hun kat Reuben. We zien hoe het stel tijdens een wandeling besluit dat ze graag een baby willen en vervolgens dolblij is: ‘onbeschermde seks!’ Maar we zien ook hoe Phoebe na verloop van tijd onrustig wordt, aan zichzelf gaat twijfelen, overal zwangere buiken ziet en tenslotte uitroept: ‘Where’s my baby?’

Where's my baby?

Where's my baby?

Grappig

Een tweede reden om Good Eggs te lezen is de toon er van; die is namelijk ronduit aangenaam. Potts vertelt haar verhaal op een eerlijke en ontroerende manier. Terwijl ze bij tijd en wijle door diepe dalen gaat, is ze nergens te betrappen op bitterheid. Ze klaagt niet en ze doet niet wijsneuzig, jaloers of vals als het gaat om haar vrienden die wel een baby op de wereld zetten. Wat haar getekende verhaal toont is haar worsteling met het zwanger willen worden, met de behandelingen die volgen en met de omringende wereld waar iedereen kinderen lijkt te krijgen alsof het niets is. Bovendien vertelt en tekent ze haar verhaal met veel humor en geeft ze kat Reuben een erg grappige bijrol.

Concerned about different things

Concerned about different things

Identiteit

Tot slot geeft Good Eggs een verdiepend inzicht in wat kinderen krijgen (en vooral: niet krijgen) betekent. Het boek is niet zozeer een relaas over de behandelingen die Potts ondergaat, maar over haar wens moeder te worden. Good Eggs gaat over Phoebe’s diepe verlangen om samen met Jeff een baby te krijgen, de moederrol te aanvaarden en daarmee ‘iemand te zijn’. Wat er uit Good Eggs naar voren komt is dat kinderen krijgen van alles te maken heeft met wie je bent en wie je wilt zijn. Potts maakt duidelijk dat kinderen krijgen te maken heeft met je identiteit. En dat je als het niet zomaar lukt een eigen kind te krijgen, je te maken krijgt met een fundamenteel verlies. Hoe fundamenteel dat is, wordt duidelijk na een mislukte IVF-poging en Phoebe bedenkt hoe het embryo zich zonder succes heeft proberen in te nestelen. Vol verdriet roept ze Jeff toe: ‘And all I can think of is: poor little thing! I’m failing this poor little thing! I’m not helping it grow! I’m already a terrible mother who kills her young!’ (p.225). Potts’ verhaal maakt inzichtelijk hoe wezenlijk het fenomeen ‘zorg’ is in een mensenleven en hoezeer (de drang om te) zorgen een existentiële dimensie heeft. Dat maakt dat haar boek verder gaat dan een dagboekverslag of journalistiek verhaal; het is literatuur van de bovenste plank. Ook geschikt voor zorgethici dus.

Phoebe Potts. Good Eggs. A memoir. New York: HarperCollins, 2010. ISBN 9-780061-711466.

Illustraties overgenomen met toestemming van P. Potts

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *