Ik, Andrea Maessen, ben na enkele jaren werkzaam geweest te zijn binnen de kinder- en jeugdpsychiatrie opnieuw gaan studeren aan de Universiteit van Tilburg en sinds dit collegejaar ook in Rotterdam. In Tilburg volg ik de master ‘Zorg, Ethiek en Beleid’ (ZEB) en in Rotterdam de (pre)master ‘Zorgmanagement’ (Zoma).
Ik leer binnen zorgethiek over de fundamenten van zorgbeleid en ontwikkel ik een eigen lange termijn visie op zorg. Zorgmanagement leert mij over het zorgbeleid van nu en in de toekomst en biedt praktische inzichten om implementaties succesvol te laten verlopen. De studies vullen elkaar aan en geven naar mijn idee voldoende bagage om straks goed te kunnen functioneren als beleidsmedewerker of manager binnen de gezondheidszorg.
In het kader van ZEB heb ik het vak ‘Kwaliteit in de zorg’ gevolgd dat wordt gedoceerd door universitair docent Carlo Leget, professor Frans Vosman en enkele gastdocenten. Binnen het vak staat het leren ontwikkelen van een zorgethische visie op het kwaliteitsdebat in de zorg centraal.
Professor Mieke Grypdonck, hoogleraar Verplegingswetenschap aan de Universiteit van Gent heeft daarom een gastcollege gegeven genaamd ‘Kwaliteit vanuit verpleegkundig perspectief, is meten weten?’ waarin het meten van kwaliteit werd besproken. Er is de laatste jaren een toegenomen aandacht voor het meten van kwaliteit en verschillende wijzen van het verkrijgen van transparantie over kwaliteit zijn dan ook aan bod gekomen.
In het huidige zorgsysteem wordt kwaliteit van zorg gemeten via prestatie-indicatoren en de Consumer Quality-Index . Prestatie-indicatoren geven een beeld van prestaties die mogelijk een bijdrage leveren aan kwaliteit en de CQ-Index geeft de ervaringen van zorgvragers weer, die via enquêtes verkregen zijn. Beide bieden echter onvoldoende zicht op en richting aan goede zorg. Vanuit het college blijken verscheidene oorzaken daaraan debet;
Ik vind het van belang om deze tekortkomingen te blijven benoemen., Het lijkt soms alsof deze simpelweg geaccepteerd worden. omdat men denkt dat er geen betere mogelijkheden bestaan om kwaliteit te meten. Daarbij lijkt men ofwel uit te gaan van de visie dat wat niet te meten valt, er niet toe doet. Ofwel van de visie dat deze aspecten vanwege hun aard ‘onmeetbaar’ moeten blijven.
Beide houdingen zijn mijns inziens onacceptabel, omdat de uiteindelijke werking van de Zorgverzekeringswet (2006) en de gereguleerde marktwerking in de zorg afhangt van de mate waarin kwaliteit tussen zorginstellingen daadwerkelijk zichtbaar is.
Daarom pleit ik voor kwaliteitsbeleid dat naast het hanteren van huidige effectmaten (effectiviteit, doelmatigheid, toegankelijkheid, veiligheid, vraaggerichtheid en kosten) op zoek gaat naar nieuwe effectmaten. Deze zullen zich idealiter met name richten op samenwerking – ketenzorg en multidisciplinair – en op outcomes.
Een les vanuit de zorgethiek is dat dergelijke effectmaten een zekere mate van flexibiliteit moeten bevatten zodat het bieden van goede zorg. Waar het uiteindelijk allemaal om te doen is, ook in de toekomst blijft gewaarborgd.
0 reacties