Ziek was ze nooit. Ik zag haar voornamelijk vanwege ondraaglijke jeuk. Jeuk over haar gehele lijf, behalve aan het gelaat. Zomaar begonnen, zonder vlekken, verkleuringen of schilfers. De huidarts noch internist wist waar het van kwam en de voorgeschreven smeersels hielpen even maar het probleem kon niet bij de bron worden aangepakt.
Jeuk: indringend, irritant, brutaal, onvoorspelbaar en opdringerig. Je ziet het niet maar het is er wel. Het nestelt zich daar waar binnen en buiten elkaar ontmoeten: de huid. De huid als hangplek, vergadertafel en slaapkamer. Daar waar de ziel zich schaamtevol blozend openbaart, daar waar een hand zoekend zich voort streelt, daar waar contact wordt gemaakt. Maar de huid die jeukt heeft het moeilijk. Mag er iets niet naar binnen? Mag er iets niet naar buiten? Arme huid, ze moet ook aardig wat verstouwen. Voortdurend gebombardeerd door allerlei onzichtbaar ongedierte biedt ze ons bescherming. Wondjes worden in een mum van tijd gedicht. Trouw behoedt ze ons voor onderkoeling of voor oververhitting, ze zet haar haren overeind of ze zweet zich een ongeluk. Ze moet flexibel zijn maar ook standvastig. De huid is een windjack en een zachte deken. De huid die jeukt heeft last van die deken, wil een andere deken of wil nóg een deken. Hoe dan ook, de huid die jeukt voelt zich onveilig en vertrouwt niet meer op haar bescherming, vertrouwt niet meer op zichzelf.
De vrouw kwam opnieuw voor een ander smeerseltje, het vorige leek wat te helpen, maar nu het winter was dacht ze toch een andere nodig te hebben. Zij en haar huid waren nog steeds geen goede maatjes. ‘Ik heb u bijna mijn hele arsenaal al voorgeschreven,’ zei ik enigszins wanhopig. Zou zij niet hetzelfde voelen? ‘U moet toch langzamerhand wel radeloos zijn?’, probeerde ik.
‘Ach dokter, radeloos, ik ben mijn hele leven al angstig geweest en ik weet niet eens waarvoor. Ik heb er mee leren leven al wordt het de laatste jaren wel erger.’ Ze knoopte met één beweging haar vest hoog dicht en plots herkende ik dat ze dit altijd deed zolang ik haar kende. Even die beweging, die hand die van haar borstbeen naar haar hals een knoop dichtdeed of de blouse toedeed. Die beweging die haar bescherming bood, haar huid werd belaagd, ze stond contact niet toe.
0 reacties