‘Ik zal beginnen met het voorlezen van wat vorige keer besproken is’, zegt de rouwtherapeut. ‘Zoals we weten vergeten rouwende mensen heel veel’. Iedere week bij de rouwgroep kijken we terug op de voorgaande bijeenkomst. Dan leest ze mijn verhaal voor in de groep: ‘Swanny was euforisch. Ze was ’s ochtends bij haar arts geweest en die heeft haar verteld dat haar kanker nu al zo lang stabiel is dat dit zeer gunstig is voor haar perspectief. Bovendien tonen nieuwe onderzoeksresultaten aan dat haar ziekte steeds beter te behandelen valt. Er is ineens weer meer zicht op de toekomst.’ Ze kijkt mij blij aan.
Ik kijk om mij heen en zeg: ‘Ik ben toen naar huis gezweefd, ik was zo ontzettend blij en opgelucht. Maar de euforie lijkt alweer ver achter mij te liggen. Ik zat op een roze wolk maar ben er net zo hard weer doorheen gezakt. Eerlijk gezegd ben ik erg in de war.’ Ik heb al eerder aan mensen geprobeerd om uit te leggen hoe dit nieuwe perspectief op mij drukt, maar ik stuitte op onbegrip.
Aftellen
‘Ik was al aan het aftellen, nog een jaar of zeven à tien. Ik had een stip op de horizon gezet, tot daar leef ik ongeveer als ik geluk heb. En daarna ben ik dus dood’, zeg ik terwijl ik om mij heen kijk. Ik zie mijn rouw-lotgenoten geïnteresseerd kijken en aanmoedigend knikken. Er is niemand die meteen zegt, ‘Maar het is mooi nieuws toch?’ of ‘Wees blij’. Ze luisteren, en ik vertel voorzichtig verder.
‘Niet dat dit een lonkend perspectief was. Dat aftellen is niet fijn, maar ik had het geaccepteerd’, vertel ik. ‘ Mijn belangrijkste doel was mijn dochter tot aan haar volwassenheid begeleiden, en dat zou net wel of net niet lukken. Daarnaast, ook voor zingeving, was mijn werk een doel.’
Ik slik, en moet een beetje huilen, maar vervolg: ‘Mijn arts zei zelfs dat er in de toekomst de kans bestaat dat mijn ziekte te genezen valt. Of ik leef om dat mee te maken weet ik niet, maar het zou kunnen. Dit is zo radicaal anders dan ik zo’n 3,5 jaar geleden hoorde.’ Ik huil nu echt en zeg ‘Ik kan aan niemand goed uitleggen hoezeer dit goede nieuws op mij drukt. Wie had dit gedacht?’. Nog steeds onderbreekt niemand mij, en ik denk hardop: ‘Wat wil ik met die extra tijd? Mag ik weer wat willen? Voor mijzelf bedoel ik?’.
Begrip
Dan zegt iemand uit de groep: ‘Ik denk dat ik je wel een beetje begrijp. Je had je ingesteld op een aantal jaren overleven zonder je man. Je wilde leven voor je dochter. Een jaar of tien was nog te overzien voor je. Maar dertig jaar niet.’ Anderen knikken ook.
‘Ja, zeg ik, het lijkt zo’n lange leegte. Ik weet niet meer wie ik ben, wie ik mag zijn of wat ik wil. Voor mijzelf bedoel ik. Het is een soort existentiële crisis, maar dan een mooie’, maak ik mij er met een grapje vanaf.
Verandering
Thuis denk ik hier verder over na. Ik had geaccepteerd dat ik een soort toeschouwer zou zijn van het leven. Of beter gezegd, ik zou wel deelnemen, maar mij niet meer in het leven wortelen. Ik was aan het aftellen in mijn hoofd, ik nam al afscheid van het leven. En nu staat alles weer op losse schroeven.
Wie ben ik en wat mag ik willen? Het voelt als een nieuwe (onzekere) identiteit nu ik dit bericht van mijn arts heb ontvangen. Ik kan mij er door laten deprimeren, en zo heb ik dat ook gevoeld. Maar alweer besef ik dat alles continu onderhevig is aan verandering. Mijn lichaam dat ziek werd is alweer anders in het heden omdat cellen zichzelf vervangen. Alles wordt continu anders, en dat is de enige zekerheid die ik heb. Waarom daar dan zo zwaar aan tillen? Ik ben nu anders dan drieënhalf jaar geleden en zal morgen ook weer anders zijn. Natuurlijk geeft dit alles onzekerheid, verdriet, verlies. Maar deze gaan hand in hand met hoop. Want alles kan!
Swanny Kremer
3 reacties
Jurja
Mooi Swanny! Heftig ook. Alhoewel ik het niet kan invoelen vanuit eigen ervaring, denk ik wel dat ik het kan begrijpen. Wat steeds in je columns naar voren komt, en wat ik je misschien nu kan teruggeven, is dat je een uitzonderlijk talent lijkt te hebben om te dealen met wat het leven voor je in petto heeft. Ook aan dat vermogen zal vermoedelijk wel een grens zitten. Die ben je misschien al een paar keer tegengekomen. Evengoed is het hoopvoller dan bij de eerste tegenslag omvallen en niet meer opstaan. Dus wellicht schraal, maar hopelijk ook een troost. Warme groet, Jurja
Piet
Voor mij is de term geleende tijd de tijd die je nog leeft, nadat doktoren al eerder berekend hadden dat je al overleden had moeten zijn.
In deze nieuwe fase schijnt er ineens weer een toekomst te zijn, terwijl die toekomst je eerst ontzegd was. Dus wat nu… toch een toekomst maken? wetende dat dit allemaal bij je levenspad hoort en dus ook dit vacuüm door jou gevuld mag worden op welke manier dan ook. Het is jouw pad en het is jouw toekomst. Ik zou in ieder geval nog heel veel moois en overdenkends van je willen lezen in de toekomst. Je schrijft prachtige dingen en hebt mooie vragen. En ja je hebt nu dit te horen gekregen, maar wat als ik morgen ondereen bus loop denk ik dan wel eens. Het leven is geen uitkomst van een formule, dus probeer ik van elke dag een nieuwe en zo mooi mogelijkheden maken.
Je bent een heel mooi mens Swanny Kremer!!
Annemiek
wat weer mooi verwoord en voor mij in ieder geval WEL te begrijpen:) Geleende tijd heb ik het genoemd in het verleden, maar dat wordt steeds normaler.
Ik ben niet ziek geweest gelukkig, maar wel andere dingen meegemaakt die verkeerd konden aflopen, vandaar geleende tijd:)