De ‘feestdagen’ liggen achter ons. Voor mij betekent het dat de eerste chemo gaat starten. Voor Bert betekent het dat hij een buisje in zijn slokdarm krijgt waardoor hij weer kan eten. Beiden hebben we hoop op verbetering. Bert is zich gaan verdiepen in de werking van wietolie en heeft daar goede dingen over gelezen. Sommige mensen genezen door wietolie zelfs wonderbaarlijk van hun kanker, leest hij. Mijn zwager die arts is verdiept zich er verder voor ons in en de huisarts gaat er ook mee aan de slag.
Het buisje wordt geplaatst terwijl ik mijn eerste chemo toegediend krijg en Bert krijgt de waarschuwing om voorzichtig te starten met eten. Bij voorkeur eerst vloeibaar. Dus ik maak broccolisoep terwijl ik ziek ben van de chemo. Voorzichtig neemt hij een hapje: ‘Heerlijk’! zegt hij. Nog een hapje volgt, en nog één. Bij ieder hapje uit hij zijn genot: eindelijk weer iets eetbaars proeven. Bert geniet. Ik ben ontroerd en hoopvol: zo blijft hij beter op kracht.
Dan ineens gaat het mis. ‘Ik voel mij beroerd’. Ik schrik. ‘Het ligt niet aan de soep hoor’, zegt Bert. ‘Maar het is net of de soep een harde bal in mijn buik wordt. Het doet zeer.’
Medicijnen doen hun intrede. Morfine. Daardoor krijgt Bert last van obstipatie. Daarvoor krijgt hij weer wat anders.
Het lijkt alsof alles een bijwerking heeft en voordat we het weten komt Bert de trap niet meer op, wordt er een hoog-laag bed besteld en een postoel en ligt Bert in de woonkamer met een tafel vol medicijnen naast zich. Dan doet de thuiszorg haar intrede. En in deze absurde realiteit woont onze dochter.
Er gebeurt te veel in te weinig tijd. We voelen ons beiden belabberd.
De situatie is eigenlijk wanhopig maar toch grijpen we ons vast aan hoop. De wietolie voor Bert is besteld en wordt speciaal voor hem samengesteld. Als deze olie geleverd wordt wil hij stoppen met alle medicatie. Sinds de pillen in zijn leven kwamen maakte hij een vrije val in zijn gezondheid door. De wietolie wordt door hem als een ‘poort’ naar een gezondere toekomst gezien. Ik wissel steeds van positie en laveer tussen hoop en wanhoop.
Ondanks dat de arts heeft gezegd dat Bert niet kan genezen ziet Bert deze ellende als ‘tussenfase’, de wietolie gaat ook bij hem wonderen verrichten. Ik vrees dat hij het niet gaat redden maar ik beweeg met hem mee in zijn verhaal en soms geloof ik het ook. We hebben deze hoop nodig om door te gaan. Om iedere dag vader en moeder te kunnen zijn. Om de dag op te pakken. Zelfs tegen beter weten in.
Natuurlijk is er twijfel. Grote twijfel zelfs. Hopen op een wonder lijkt haast op ontkenning. En toch bestaan wonderen, heel soms.
Swanny Kremer
4 reacties
Liesbeth
Lieve Swanny, elke keer als ik je columns lees, wil ik reageren, maar vind ik geen woorden. Mijn situatie is lang zo dramatisch niet als de jouwe, toch herken ik zoveel van je emoties, de hoop én wanhoop. Elke dag is een van de kaarsjes die ik ‘s avonds aansteek voor jou. Groet, Liesbeth
Swanny
Beste Liesbeth. Het is ook zo lastig om woorden te geven aan alles wat voorbij komt in het leven. Zeker als het zo kwetsbaar is. Dat jij de emoties, hoop en wanhoop herkent, raakt mij ook weer. Ik wens je het allerbeste! Swanny
Peter Braun
Beste Swanny, het is aangrijpend om te lezen. Alsof ik een kijkje in iemands privé-gevoel en leven krijg dat wel heel erg privé is. en dat is het natuurlijk ook . Maar heel knap dat je dit geschreven hebt en nog knapper dat je het met ons wil delen. Sterkte verder!
Swanny
Beste Peter, ik snap dat het aangrijpend is. Het is allemaal ‘echt’ en komt daardoor misschien ook dichtbij.
Wat ik beschrijf is erg kwetsbaar maar ik kies ervoor om het niet privé te houden omdat ik hoop dat professionals en omstanders ervan kunnen leren. Van lotgenoten krijg ik veel berichten dat ik woorden geef aan gevoelens en situaties die zij zelf ook ervaren. Ik ben blij dat ik bij kan dragen aan (h)erkenning. Al voel ik mij best kwetsbaar door dit te delen, ik denk (en hoop) dat het goed is. Swanny