Lokale staat van zorg
Proefschrift Eric van der Vet: Lokale staat van zorg

5 – 6 minuten

0 reacties

Op 8 juli j.l. verdedigde Eric van der Vet zijn proefschrift Lokale staat van zorg. De morele betekenis van vrijwilligerszorg voor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, over formele en informele zorg, de WMO en vrijwilligerszorg. “Het is voor de ontwikkeling van dit bestel belangrijk te zien dat het uitgangspunt van de wet in de kern een moreel streven is” analyseerde Eric van der Vet. “Zo beoogt de overheid met de wet onder meer een zorgzamer samenleving en meer directe solidariteit”.

Stelt zich voor: Eric van der Vet

In de laatste fase van mijn ruim veertigjarige loopbaan (bestuurder, interim-manager, adviseur in de professionele zorg en hulpverlening) raakte ik gefascineerd door de betekenis van de informele zorg. Als burger kijk ik met belangstelling naar het discours over en het veranderen van de verzorgingsstaat op het gebied van zorg en welzijn. Ik omarm het beleid dat de verantwoordelijkheid voor eigen en andermans zorg wil versterken. Het vervallen van generieke rechten op zorg en het ‘meer zelf en onderling doen’ passen bij de ontwikkeling naar meer horizontale verhoudingen en kunnen bijdragen aan betrokkenheid, directe solidariteit en ‘burgerkracht’.

Promotieonderzoek

In mijn promotieonderzoek (2011-2014) stond de verbinding tussen het morele doel van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en vrijwilligerszorg centraal.

Vrijwilligerszorg ontstaat in het sociale domein ‘van onderop’. Het is zorg die haar grond vindt in door morele waarden gedragen initiatieven van ideële organisaties en zorgvrijwilligers. Voor mijn onderzoek heb ik mij verbonden met de vijftien vrijwilligerszorgorganisaties (2200 zorgvrijwilligers) in de gemeente Den Haag. Ik wilde verduidelijken aan welke voorwaarden het nieuwe bestel zorg en welzijn (dat iedere gemeente op grond van de Wmo 2015 en andere decentralisatiewetten realiseert) moet voldoen om plaats te bieden aan vrijwilligerszorg – met behoud van haar eigenheid.

Mijn onderzoek was een bijzondere vorm van handelingsonderzoek, Appreciative Inquiry: Het was praktijkgebonden onderzoek met in de kern een sociaal constructionistische, waarderende benadering. Ik werkte samen met de betrokkenen (vrijwilligerszorg en de gemeente Den Haag) aan mijn onderzoeksdoel: het formuleren van wetenschappelijke en maatschappelijke inzichten en aanbevelingen voor een overheidsbeleid dat in verbinding met sociale bewegingen een meer zorgzame samenleving realiseert.

[pullquote]De Wmo is een bestuurlijk instrument, maar heeft ook een moreel doel. Vrijwilligerszorg kan hierbij een bijzondere rol spelen.[/pullquote]

Verdieping, verwondering

Mijn inzicht in de veranderingen van onze verzorgingsstaat en de actuele ontwikkelingen in de formele en informele zorg is diepgaand ondersteund door de theorieën van zorgethiek en normatieve professionalisering, de analyses en adviezen van kennisinstituten, zoals de WRR, RMO, SCP, en Nederlandse wetenschappers. Zorgethische inzichten hebben mijn blik niet alleen gericht op zorg (formeel en informeel) als waarde én als praktijken, maar ook op de vraag wat goede zorg is en op de morele grondslagen van en verantwoordelijkheden voor zorgverlening. Normatieve professionalisering leidde mij onder meer naar de waarde van vakmanschap, reflectie en de verbinding tussen formele kennis en praktische wijsheid.

Het heeft mij verwonderd hoe moeilijk het vaak is voor beleidsmakers, bestuurders, onderzoekers en uitvoerders om anders over ‘zorg’ te denken dan in termen van professionele interventies met formele kwaliteit. Het werd mij duidelijk dat er veel reflectieve inspanning voor nodig is om ‘zorg’ in haar fundamentele betekenis te zien. Om zowel formele als informele zorg (waaronder vrijwilligerszorg) te zien als gelijkwaardige, maar verschillende manifestaties van ‘zorg’. En dat het helemaal lastig is om deze dan op hun eigen betekenis en kwaliteit te kunnen schatten.

Lokale staat van zorg-model

Lokale staat van zorg-model

Bevindingen, aanbevelingen

In drie deelonderzoeken heb ik onder andere de morele ambities van de zorgvrijwilligersorganisaties en ‘hun’ zorgvrijwilligers in beeld gebracht. Een vierde deelonderzoek ondersteunde de ontwerpprocessen in de richting van een lokaal bestel zorg en welzijn, waarin vrijwilligerszorg een geëigende positie heeft.

Ik eindig mijn onderzoek met drie clusters van aanbevelingen:

Zorgethiek

In mijn proefschrift werk ik ook de wetenschappelijke opbrengst van mijn onderzoek uit. Ik breng zorgethiek, normatieve professionalisering en waarderend onderzoek (Appreciative Inquiry) met elkaar in vruchtbaar gesprek. Dat heb ik mede gedaan als grondslag voor verder onderzoek en ontwikkeling dat samen met betrokkenen wordt uitgevoerd. In deze vorm van waardevolle humanistieke wetenschapsbeoefening vindt de onderzoeker als een normatieve professional horizontaal aansluiting bij beleidsontwikkeling en uitvoeringspraktijken.

Erik van der Vet

Promovendus Erik van der Vet

Informatie

Erik van der Vet
Email: eric@vandervet.nl
Website: www.vandervet.nl

Proefschrift:
Als handelseditie: Vet, E. van der (2015). Lokale staat van zorg. De morele betekenis van vrijwilligerszorg voor de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015. Delft: Eburon.

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *