Oostvaardersplassen

21 – 27 minuten

0 reacties

Zorgethische verkenning van de Oostvaardersplassen

Tekst: Thalia Laurentius

De grote grazers in de Oostvaardersplassen sterven massaal door winterse voedseltekorten. Vanwege grote maatschappelijke bezorgdheid worden deze wilde dieren nu, onder druk van provincie Flevoland en tegen de adviezen van specialisten in, toch door Staatsbosbeheer bijgevoerd. Zowel bezorgde burgers als Staatsbosbeheer willen goede zorg voor deze dieren. Toch hebben zij geen constructieve manier om hierover met elkaar in dialoog te treden en maken zij niet de stap naar gezamenlijke ethische reflectie. Aan de hand van begrippen als ‘zorg’ en ‘verantwoordelijkheid’ wordt deze casus verder uitgediept. Ik zie daarbij een noodzaak om op een manier met elkaar in gesprek te gaan die ruimte laat voor de gevoelde emoties, verschillende perspectieven, ervaren verantwoordelijkheden en de kernvraag: wat is goede zorg in deze situatie?

Situatieschets Oostvaardersplassen

De Oostvaardersplassen vormen een omheind natuurgebied van ongeveer 6000 ha. In 1968 is het moerasgebied ontstaan met het aanleggen van de Flevopolder. De grote grazers die er leven vallen onder het beheer van Staatsbosbeheer en houden het natuurgebied open en begaanbaar voor (water)vogels en andere dieren. Zij zijn in drie etappes in het natuurgebied geïntroduceerd: 32 heckrunderen in 1983, 18 konikpaarden in 1984 en 40 edelherten in 1992 (Staatsbosbeheer, 2018a). In december 2016 is het gebied door het Rijk overgedragen aan provincie Flevoland (Omroep Flevoland, 2016). Eind 2017 telde het aantal grote grazers 5230 (Staatsbosbeheer, 2018a).

Na de afgelopen winter, waarin door voedseltekorten veel dieren in een uitgehongerde staat verkeerden, is dit aantal drastisch gedaald. Hoewel de officiële ‘wintertelling’ nog niet is geweest, schat Staatsbosbeheer in dat bijna 3000 dieren de winter niet overleefd hebben (NOS, 2018a). De meeste van hen werden preventief afgeschoten wanneer zij te zwak leken om het einde van de winter te halen, om zo een langzame hongerdood te voorkomen: ‘vroeg reactief beheer’ wordt dat genoemd (Staatsbosbeheer, 2018b). De drastische halvering van deze groep dieren leidde tot opspraak en bracht veel emoties op gang (NOS, 2018b).

Maatschappelijke onrust

Discussies over de Oostvaardersplassen zijn niet nieuw: “Al sinds het ontstaan van de Oostvaardersplassen zijn er voor- en tegenstanders van het gekozen beheer. Toch heb ik nog nooit zoveel emotie gezien als de afgelopen periode.” aldus een van de boswachters (Boswachtersblog, 2018).

Het hoge aantal sterfgevallen en de zichtbaarheid van de honger op de lijven van de grote grazers maakt dat veel burgers zich zorgen maken over de situatie in de Oostvaardersplassen (NOS, 2018b). Deze maatschappelijke bezorgdheid voerde afgelopen winter de druk op voor Staatsbosbeheer om in te grijpen en de dieren bij te voeren. Ecologen, boswachters en Staatsbosbeheer zeggen echter dat de natuur zichzelf in balans houdt en dat deze sterfte nodig is voor een gunstige situatie voor de komende jaren. Het bijvoeren werkt averechts: daardoor zal volgend jaar de kudde zo groot zijn dat er dan zeker niet genoeg eten voor hen is om de winter goed door te komen (NOS, 2018c).

Als reactie op het besluit om niet in te grijpen namen de bezorgde burgers het heft in eigen handen: een deel van hen is de dieren zelf gaan bijvoeren (NOS, 2018c). Ook online ontstond veel onrust: op sites werd geschreven over het ‘wanbeleid’ van Staatsbosbeheer (1037, 2018); op sociale media is in februari de (kritische) aandacht voor de Oostvaardersplassen geëxplodeerd (WUR, 2018); en boswachters werden bedreigd (Boswachtersblog, 2018). Er werd daarnaast geprotesteerd bij de hekken van het natuurgebied en ondanks de boetes bleven burgers balen hooi over de hekken gooien (NOS, 2018c). Onder de druk van alle onrust en de hoog opgelopen emoties wordt uiteindelijk toch de keuze gemaakt door provincie Flevoland om verantwoord (dat wil zeggen: door Staatsbosbeheer) bij te voeren (Provincie Flevoland, 2018).

Landelijke politiek

De situatie van de grote grazers is door de jaren heen ook in de landelijke politiek niet onbesproken gebleven. Met name vóór de overdracht van de Oostvaardersplassen aan provincie Flevoland werd het natuurgebied expliciet besproken in de Tweede Kamer. In 2013 was dit naar aanleiding van een rapport van de Raad voor Dierenaangelegenheden (RDA) over zorgplicht voor semi- en nietgehouden dieren (Dierenwelzijnsweb, 2013). Op 19 september 2013 is een rondetafelgesprek gehouden waarin dit rapport en ook de Oostvaardersplassen besproken werden (Tweede Kamer, 2013). De Staatssecretaris erkende de emotionele lading rondom dit onderwerp en benoemde zowel de bewonderingswaardige wil van mensen om dieren in nood te redden als dat dit redden niet altijd gewenst is met het oog op natuurbescherming. Daarnaast erkende zij de morele lading van het onderwerp: “Het omgaan met dieren in nood, dieren die in het wild leven, brengt natuurlijk heel veel morele en ethische vragen met zich mee.” (Tweede Kamer, 2013, p. 9)

Recentelijk blijft het wat stiller in de landelijke politiek. Toch zijn er in februari van dit jaar een aantal Kamervragen ingezonden over het dierenleed in de Oostvaardersplassen (Tweede Kamer, 2018a). In maart zijn hier antwoorden op geformuleerd (Tweede Kamer, 2018b). Een van die antwoorden maakte duidelijk dat de verantwoordelijkheid voor de Oostvaardersplassen niet langer bij de landelijke politiek ligt: “gezien de recente maatschappelijke onrust realiseer ik mij dat dit veel mensen bezighoudt, maar ik vind het niet passend om daar een oordeel over te hebben, aangezien (…) de provincie Flevoland verantwoordelijk is voor het beleid ten aanzien van het dierenwelzijn van de grote grazers in het gebied Oostvaardersplassen.” (Tweede Kamer, 2018b, p. 1).

» Morele Verantwoordelijkheid

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *