4 – 5 minuten

2 reacties

‘Wat ben je dapper’,  hoor ik tegenwoordig vaak. Oké, ik ben net weduwe. Oké, ik heb zelf ook kanker. Oké, ik sta op het schoolplein om mijn dochter op te halen. Oké, ik moedig haar aan bij haar korfbalwedstrijd. Maar of ik nou dapper ben? Volgens mij heb ik geen keuze. En kun je wel dapper zijn als je niet kiest? Ik weet het niet.

Afgunst

Wat ik wel weet is dat ik van binnen verteerd word door afgunst. Er zit een groot groen monster in mij dat likkebaardend om zich heen vreet. O, wat heb ik de pest aan dat monster. Maar, o, wat is hij echt.

Facebook is een bron van inspiratie voor mijn groene monster. Een mevrouw uit het dorp meldt dat haar man met pensioen gaat: ‘De zaak is verkocht. Ik hoop dat we nog lang samen gaan genieten.’ Mijn groene monster draait en wendt zich binnenin mij. Au! Ik had ook samen willen genieten.

Ik zie een trotse vader filmpjes posten van het doelpunt van zijn zoon. Anderen maken zich klaar om als gezin op vakantie te gaan. En meer en meer en meer. Ik voel mij zo’n naar mens omdat ik anderen benijd om hun geluk.

Later in de supermarkt zie ik stelletjes boodschappen doen als ik alleen mijn karretje duw. Niet te veel kopen, denk ik nog, we zijn nog maar met zijn tweeën. En opeens sta ik te huilen middenin de winkel, in het gangpad bij de doucheproducten. ‘Zijn merk’ is in de aanbieding en het dringt tot in de kern van mij door dat ik dat nooit meer voor hem hoef te kopen. Het verdriet overvalt mij en overspoelt mij, ‘zomaar’.

Zelfmedelijden

Dus nee, ik ben niet zo dapper. En ja, ik ben een jaloers kreng. Waarom is ‘iedereen’ gelukkig, en wij niet?

De kans dat ik ooit weer gelukkig word is ook nog eens minimaal, want ik ben zwaar getroffen door onrechtvaardig leed: ik ben immers een ‘weduwe met kanker’. Voeg zelfmedelijden ook maar aan mijn lijst met ‘goede eigenschappen’ toe. Dus nee, ik ben niet zo dapper. En ja, ik ben een jaloers kreng. Waarom is ‘iedereen’ gelukkig, en wij niet?

Dus ik verman mij. Ik reageer met hartjes op de Facebook berichtjes. Want wat is het heerlijk om samen van je welverdiende pensioen te gaan genieten, om trots te zijn, om op vakantie te gaan met de mensen waar je van houdt. Ik gun dat iedereen.

En ik gun het mijzelf dat ik ook verlang naar een vanzelfsprekend samenzijn. Nu ik het niet meer heb besef ik des te meer dat het een groot goed is. Ik probeer te aanvaarden dat ik weduwe ben, dat ik een ziekte heb, maar ik probeer te ‘highlighten’ dat ik ondanks dat ook nog veel moois in mijn leven heb. Plus, ik kan terugkijken op een mooi leven samen. Zonder ervaren liefde was ik nu ook niet jaloers geweest.

Mijn groene monster is er, ik ga hem niet voeren, maar hij mag er (tijdelijk) zijn. Het is niet zo gek, zeg ik ‘lief’  tegen mijzelf. Als andere mensen in mijn schoenen zouden staan zouden misschien ook een groen monster hebben. Het hoort er even bij en hopelijk straks niet meer. Want ik moet zo goed mogelijk doorgaan, voor mijn dochter, voor mijn bonuskinderen, voor mijzelf.

En ook al gaat de wekker ’s ochtends, en dringt het besef weer door, en denk ik, ‘weer een dag’. Ik ben weliswaar niet gelukkig, maar ik kan wel betekenis geven aan elke dag. En dat probeer ik iedere keer weer.

Misschien ben ik toch dapperder dan ik eerst dacht.

Swanny Kremer

Een artikel van


2 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Wat ben je toch een topwijf
Je verdriet is terecht en invoelbaar, maar ondanks dat ga je door!!

Dank je wel Annemiek. Jazeker ga ik door. Zolang mijn lichaam doorgaat ben ik dat ook van plan 😉 Dank je voor ‘de opsteker’.