Gelukkig is het lang geleden, dat maakt het wat makkelijker. Het was nog in de periode voordat iemand ooit had nagedacht over een HAP of huisartsenpost. Huisartsen hadden een heel weekend dienst van vrijdagavond tot maandagochtend, namen thuis zelf de telefoontjes op (ook tijdens het douchen!), gingen zelf op pad met de auto, soms vol zenuwen als je een adres moest zoeken terwijl er een hartaanval was gemeld. In vergelijking daarmee is de HAP een 5-sterren hotel met geheel verzorgde reis.
Het was zomer en de familie was met hun zoontje met spoed teruggekeerd van hun vakantieadres want hij had hoge koorts en was niet lekker. Ik werd ’s nachts geroepen om te komen. Een Spaanse arts had het kind antibiotica, pijnstilling en valium verschaft, dit laatste, zo begreep ik, om te voorkomen dat het koortsstuipjes kreeg. Ik zag inderdaad een geheel slap kind met koorts, maar het was niet uitgedroogd, benauwd of kreunend van de pijn. Met deze feiten kwam het er op aan juist te handelen. Was het kind slap omdat het ernstig ziek was of omdat het onder de valium zat?
Ik besloot tot het laatste, waarom weet ik nog steeds niet, maar het bleek een verkeerd besluit. Een dag later was het kind dood. Het nieuws bereikte mij via een collega na mijn dienst. De ouders hadden te kennen gegeven geen contact met mij te willen en dat bleek voor mij de meest gepaste straf. Want ik had anders gewild: ik wilde hen spreken, dat het me speet, dat zij zagen dat ik er ook onder leed. Maar natuurlijk hadden zij daar geen boodschap aan. Zij waren hun kind kwijt, ik liep hen slechts in de weg. Mijn besef dat ik fout was geweest kon hen geen goed meer doen, dat was slechts een bescherming voor de vele kinderen die mij daarna onder ogen kwamen.
Gelukkig kwam er na maanden een verlossend telefoontje, de ouders wilden mijn visie op het gebeuren horen. Bij hen thuis vertelde ik hen dat ik wilde dat ik het over kon doen. Het bood enige troost, voor zowel de ouders als voor mezelf.
0 reacties