Ik sta al op met het idee dat Bert door zowat iedereen vervangen is. De politieke partij die Bert mede heeft opgericht blijft maar positieve berichten delen op social media. Zijn eilandband heeft een andere gitarist. Het gat dat hij heeft achtergelaten vult zich en iedereen gaat door. Logisch ook. Zo is het leven, vergankelijk. Als iemands bestaan stopt betekent dat niet dat het bestaan van anderen ophoudt. Ook wij gaan immers door. Alleen wij hebben het gat niet gevuld met ‘een ander’, wij vullen het zelf.
Sterfdag
Het zijn de laatste dagen voor de sterfdag van Bert. Nog drie nachten en dan is Bert twee jaar dood. Ik slaap echt beroerd. Voel mij zo verlaten. ’s Nachts word ik wakker omdat het net is of een loden last al de lucht uit mij drukt. Benauwd en een beetje in paniek probeer ik dan weer rust te vinden. Het zijn ook nog twee nachten die ik door moet komen voor ik van mijn arts hoor of mijn kanker nog stabiel is (of niet). Naast verlatenheid voel ik ook onrust: als de kanker maar niet groeit.
Maar goed, ik wil niet in een hoekje gaan zitten treuren en angstig wezen. Dus ik maak een vrolijk ontbijt met poffertjes en bosbessen voor mijn dochter en haar logerende BFF. Ik help ze vervolgens op weg, ze gaan de gang schilderen. Zo verdienen ze geld voor een bootje. Ik zoek oude kleren en plak de vloer af met vuilniszakken.
Gitaar
De was moet ook gedaan worden. Niet alles kan in de droger. Ik hang de trui van mijn dochter uit op de verwarming en kom daarbij tegen de uitstekende spriet van de gitaar van Bert aan. Hij knipte de uiteindjes van zijn snaren nooit kort. Ik hoor 1 toon, ik denk de G. Ik schiet meteen vol. ‘Kennelijk een gevoelige snaar’, denk ik cynisch.
Vanuit de gang hoor ik de meiden vrolijk overleggen met hun muziekje erbij: ‘High high hopes for a living’. Ik besef eens te meer dat zij aan het begin van het leven staan. Ze kunnen en mogen nog zo veel verwachten. De ‘grote kinderen’ net zo, overpeins ik. Die zetten stappen in banen, huisvesting, relaties. ‘Sta ik stil?’ vraag ik mij af.
Facetten
Alles overdenkend weet ik dat ik stil sta, af en toe. Maar ik zet ook stappen. Ik treur, ben angstig, leef en lach. Ik maak plannen, boek een reis. Ik werk, geef colleges, brand een kaars, google je naam en huil. Ik help met huiswerk, pas op de hond van de grote dochter, geniet met de kids van elkaar. Ik eet met vrienden, pluk de dagen die er zijn. Ik zit een avond achter YouTube en bekijk ‘onze liedjes’ en drink een glas te veel. Het is er allemaal. Het mag er allemaal zijn, vind ik.
Het zijn facetten die passen bij waar ik nu sta.
Soms prik je zomaar even door mijn buitenste laagje heen Bert, deze keer met die stomme gitaarsnaren die je nooit afknipte. Ook dat is goed. Ik sta weer even stil.
‘Mama, we zijn klaar’, roept mijn dochter. ‘Wil je de deuren ook opnieuw verven? Dat is misschien wel zo mooi. ’ Ik grinnik vanbinnen. ‘Is er per ongeluk verf op de deuren gekomen?’, vraag ik. Ineens staat ze naast mij en zegt: ‘Misschien…’
‘Ik kom wel even kijken’, zeg ik.
Dus ook ik ga door. Ik leef en jij leeft niet Bert. Wij gaan door, zonder jou. En ik denk dat dit jou zou geruststellen.
Swanny Kremer
0 reacties