De vrouw van middelbare leeftijd wilde natuurlijk niet dood, maar nu ze voor het naderende einde stond had ze zich verzoend met het onafwendbare. Ik ontmoette haar tijdens een nachtdienst. We waren geroepen vanwege onhoudbare pijn van uitzaaiingen in haar botten, een gevolg van borstkanker die ze nu ongeveer 5 jaar onder de leden had. Haar eigen huisarts had voor de nacht duidelijke instructies achtergelaten, de morfine mocht opgehoogd en er mocht een slaapmiddel bij.
Terwijl ik bezig was de spuiten te vullen, vertrouwde ze me toe dat ze er zo nodig klaar voor was. “Als ik morgen niet meer wakker wordt dan zij het zo, we zijn allemaal voorbereid.” Omdat mensen zich soms voor een arts stoerder voordoen dan ze zich in werkelijkheid voelen, antwoordde ik haar dat ze erg nuchter overkwam. “Dat ben ik ook dokter, ik leef al 8 jaar in geleende tijd.” Een kort moment stilte moedigde haar verder aan. “Jaren voordat ik borstkanker kreeg, viel ik in een ravijn en lag een week in coma. Dankbaar voor de nieuwe kans startte ik een tweede leven. Ik was elke dag gelukkig met wat ik had, ik had eigenlijk dood moeten zijn, maar toch mocht ik doorgaan. Geleende tijd heeft mij gelukkig gemaakt.”
Op de terugweg in de auto mijmerde ik nog wat na. Zouden we het hele leven niet eigenlijk als geleende tijd moeten zien? Zouden we niet allemaal blij moeten zijn met de kansen die we krijgen? Geleende tijd die begint na de geboorte? Voor hetzelfde geld had je die namelijk niet overleefd.
0 reacties