4 – 5 minuten

0 reacties

Alles lekt! De gootsteen, de douche, de dakgoot, er staat water in de kelder en in de serre is het ook niet droog. Ik heb geen idee hoe ik dit zelf op moet lossen. Voor één euvel kon ik mijn kop nog wel in het zand steken maar dat lukt nu niet meer. Ondanks zelfverkozen thuisquarantaine moet er hulp komen.

Terwijl ik de rondgang doe met de loodgieter sluit de klusjesman aan. De problemen worden in kaart gebracht en een eerste voorzichtige plan de campagne wordt uitgedacht. Als ik de keuken even inloop zie ik daar mijn dochter staan met een ongemakkelijk gezicht en tot mijn verrassing een kleine jongen. Het is de kleinzoon van de klusjesman. Hij hoeft geen ijsje en ook geen roosvicee.

Sinterklaas
Later in de auto vraagt mijn dochter ineens: ‘Mag je liegen voor een ander?’ Ik kijk haar kort van opzij aan: ‘Hoezo?’, vraag ik.  ‘Nou’, zegt ze, ‘dat schilderij met die vrouw die in brand staat…’ ik knik, ‘Jeanne d’Arc’ vul ik aan. ‘Nou’,  zegt ze weer, ‘dat jongetje keek ernaar en zei: “Dat doet Sinterklaas toch niet?’’.’ Ik ben even verbaasd en zeg ‘Oh?’ terwijl ik verder rijd. ‘Ja, er staat een man bij te kijken met net zo’n puntmuts met een kruis erop en dezelfde kleren.’ Tussen al mijn religieuze schilderijen in is dit detail mij niet opgevallen. Mijn dochter gaat verder:  ‘Ik heb dus maar gelogen, maar ik deed het voor hem. Ik zei dat het toevallig iemand was met dezelfde kleren aan.’

‘Ik denk dat je gelijk hebt’, zeg ik tegen haar. ‘In die tijd zagen de bisschoppen van de kerk er zo uit. Ik denk dat dit niet Sinterklaas was,’  voeg ik toe. De eerste reactie van mijn dochter is opgelucht: ‘Ik heb dus niet gelogen’, zegt ze. Maar vlak erna vervolgt ze, hardop denkend: ‘Maar ik vertelde per ongeluk de waarheid, maar ik dacht dat ik loog. Heb ik nu gelogen of niet?, zegt ze voor zich uit.

Liegen
‘Tja’, zeg ik, ‘sommigen zullen zeggen dat je niet gelogen hebt. Uiteindelijk was het de waarheid die je vertelde. Alleen wist je dat niet. Anderen zullen zeggen dat je wel hebt gelogen omdat het je intentie was om te liegen.’  Ik raak op dreef: ‘Mag een leugentje om bestwil? Of behoor je nooit te liegen?’ Ik wil nog wel meer zeggen maar ze onderbreekt me. ‘Houd nu maar op met je filosofische gelul’, zegt ze. ‘Altijd dat nadenken ook van jou. Het is nooit eens gewoon ja-of-nee.’

Ik moet toegeven dat dit klopt. En ze vervolgt verontwaardigd: ‘Trouwens, dat hele Sintgedoe is één grote leugen en daar heb jij aan meegedaan. Dus je hoeft mij niets te vertellen over liegen of niet!’  ‘Touché’,  denk ik. Ik heb daar ook altijd wat dubbel in gestaan.

Thuis
Als we weer thuis zijn bekijk ik het schilderij nog eens beter. Het geeft ‘the rise and fall’ van Jeanne d’Arc  weer. Het is ook wel naar en ik besluit het weg te halen.

Mijn dochter zegt ineens: ‘Ik vind dat ik niet heb gelogen. Want uiteindelijk zei ik de waarheid. Zo, dat vind ik, en verder hoef jij daar niet meer over na te denken.’

Ik knik en gniffel van binnen. Kennelijk heeft ze zelf nog wat nadenkwerk verricht. En ik ben trots. het ongemak waarmee ze moest omgaan; het idee dat ze gelogen had zat haar niet lekker. Dus ze bleef erover nadenken, puzzelen, wikken en wegen.

Ze ziet dat er sprake is geweest van een afweging waar ze in een split-second koos om het kleine jongetje te ‘beschermen’, terwijl ze baalde omdat ze daarvoor dacht te liegen.

Ethiek is overal, overpeins ik. Ook in mijn keuken in mijn lekkende huis. En ethiek is er altijd. Altijd maar weer worden we voor keuzes geplaatst die soms lastig zijn. En ook al vindt mijn dochter van 13 het filosofisch gelul, de appel valt niet ver van de stam.

Swanny Kremer

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *