“Werken(de) Waarden?! Hoe maak je ethiekondersteuning waardevol in jouw organisatie?” was het thema van alweer het tweede NEON-jaarcongres op 9 juni 2017.
Het leggen van contacten op het congres, zo benadrukte dagvoorzitter Bert Molewijk, bevordert de mogelijkheid om van elkaar te leren en elkaar te ondersteunen. Hij verwees nog maar eens naar NEON’s (aanbevelenswaardige!) Handboek Ethiekondersteuning dat tijdens het vorige jaarcongres werd geïntroduceerd. Het plenaire ochtendprogramma vóór de pauze werd verder gevuld door achtereenvolgens Petra van Holst en Anne Slowther.
Petra van Holst (algemeen directeur van Zorgverzekeraars Nederland) gaf een inkijkje in de -verrassend filosofische- benadering van waarden in de praktijk van de zorgverzekeraars. Hierin staat niet de vraag centraal wát de zorgverzekeraars moeten doen, maar vooral hóe.
Van Holst schetste de positie van de zorgverzekeraars aan de hand van de driehoek patiënt- zorgverlener-zorgverzekeraar, met de overheid als regulerende spin-in-het-web. De relaties tussen deze partijen vragen om onderling vertrouwen, terwijl het daaraan volgens Van Holst juist vaak schort. Een project gericht op verbindende waarden moet daarin verandering brengen.
Aan de hand van een heldere infographic werd geïllustreerd dat de consensus tussen de partijen toeneemt naarmate de onderliggende motieven grondiger worden onderzocht. Normaliter worden in onderhandelingsbesprekingen stellingen ingenomen; de partijen graven zich op grote afstand van elkaar in. Onder deze standpunten liggen de afzonderlijke belangen van de partijen, die vaak al minder ver van elkaar afliggen. Het fundament van de belangen zijn de waarden en deze blijken in de driehoek patiënt-zorgverlener-zorgverzekeraar verrassend overeen te komen, aldus Van Holst. Vanuit dit fundament werd een waardenkaart opgesteld, die inzicht biedt in de verschillende perspectieven van de partijen. Inzicht in elkaars ‘bril’ waardoor de zorgkwestie bekeken wordt, zorgt voor meer onderling begrip en het opengaan van deuren tijdens de onderhandelingsgesprekken.
Anne Slowther (medisch ethicus verbonden aan de universiteit van Warwick en coördinator van het UKCEN) richtte in 2001 vanuit de Warwick Medical School (Groot-Brittannië) het UK Clinical Ethics Network (UKCEN) op, een netwerk ter ondersteuning van de ethische commissies die op dat moment op grote schaal opkwamen binnen de National Health Service Trusts((Door de overheid gefinancierde gezondheidszorg.)) en enkele private zorginstellingen.
Het netwerk kent dezelfde doelstellingen als het NEON (zie eerste alinea van dit artikel), maar legt het accent met name op klinische ethiekondersteuning (clinical ethical support – CES). UKCEN beoogt de communicatie over ethische aspecten in de zorg te bevorderen, onder andere met trainingen, conferenties, nieuwsbrieven, website, en ‘Round-robins’ (online circulair ethische discussies). Op dit moment maken 78 ethische commissies deel uit van UKCEN. In het Verenigd Koninkrijk zijn nog weinig geformaliseerde groepen voor moreel beraad actief. Ook onafhankelijke individuele ethiekondersteuners zijn dun gezaaid.
Slowther constateert sinds de oprichting van UKCEN een politieke en juridische verschuiving naar autonomie van de patiënt, die resulteerde in aanpassingen van wet- en regelgeving, waarbij ook ethische vragen rijzen. Tegelijkertijd is er weinig aandacht voor ethiek bij het management van zorginstellingen. Slowther ziet het dan ook als een uitdaging om middels wetenschappelijk onderzoek de toegevoegde waarde van ethiekondersteuning op de kwaliteit van de zorg aan te tonen, en verwacht daarmee de komende jaren het bestaansrecht van UKCEN te bevestigen. ((De presentatie van Anne Slowther is terug te zien op de website van NEON.))
Na de pauze spraken Gerjan Heuver (bestuurder Gelre ziekenhuizen), Jos Kole (ethicus IQ healthcare, Radboudumc) en Julianne Meijers (bestuurder SIZA gehandicaptenzorg) over de morele waarden en dilemma’s van bestuurders in relatie tot goede zorg, en de mogelijke bijdrage van ethiekondersteuning daarbij. Hiertoe legden zij de zaal drie casus voor over respectievelijk verantwoordelijkheid van het management bij plichtsverzuim van een arts; falende of juist knellende beroepscodes rond interventie in de jeugdzorg; en het huisvesten van mensen met een verstandelijke beperking in een reguliere woonwijk of hun juist veiligheid bieden in een ‘eigen’ omgeving.
De beoogde interactie met de zaal bleef beperkt, maar het thema werd treffend in beeld gebracht in de samenvattende act van de actrices Els Beekman en Cecile Heuer, die het ochtendprogramma afsloten met een interactieve sketch over het laatstgenoemde dilemma. Het publiek kreeg daarbij de mogelijkheid om ‘in te grijpen’ en het stuk op die manier een bepaalde richting in te sturen.
Voor het middagprogramma waren twee workshoprondes geprogrammeerd. Een korte impressie van een aantal hiervan:
Jolanda Zuiderhof (P&O-medewerker FPC Van Mesdag) en Swanny Kremer (columniste, onderzoeker en ethicus FPC Van Mesdag) vertelden over de forensisch-psychiatrisch centrum Van Mesdag en haar cliënten. Tot 2008 ressorteerde deze instelling onder het Ministerie van Justitie, waardoor de ‘standaard’ integriteitscode voor medewerkers van justitiële instellingen van kracht was. Na de verzelfstandiging paste deze niet meer bij de nieuwe visie van FPC Dr. S. Van Mesdag. Kremer en Zuiderhof kregen het verzoek een nieuwe integriteitscode te ontwikkelen.
Hierin diende zowel het handelen met het oog op de veiligheid voor medewerker, patiënt en samenleving voorop te staan als het handelen vanuit de kwetsbaarheid van de patiënt. Voor Kremer en Zuiderhof stond voorop dat het positieve code moest worden: geen regels die ‘fout’ gedrag verbieden (hoewel dit soms onvermijdelijk bleek), maar die ‘goed’ gedrag voorschrijven en stimuleren.
De nieuwe integriteitscode is bottom-up tot stand gekomen vanuit de waarden en normen die de ruggengraat vormen van de instelling. In zeven focusgroepen van diverse samenstelling (medewerkers en cliëntenraad) werd in een veilige, café-achtige setting de dialoog gevoerd over vragen als: “Wat vinden we belangrijk in de zorg die we bieden? Wat kan wel, wat kan niet?” ‘Verantwoordelijkheid’ was de waarde die in de dialoog als parapluterm werd gebruikt.
Deze gesprekken en andere bronnen, zoals een intern forum, leverden de kernwaarden aan voor de integriteitscode: integriteit, zorgvuldigheid in het werk, en veiligheid, vormgegeven in zorg voor elkaar, zorg voor patiënten en zorg voor de samenleving. Het ontwikkelen van de integriteitscode is een dynamisch proces, omdat personeel en patiënten wisselen. Elk half jaar wordt de code daarom geëvalueerd. Daarnaast wordt deze voortdurend onder de aandacht gehouden met behulp van filmpjes van nagespeelde situaties.
Een mooi voorbeeld van een zorgethische benadering bij het opstellen van een zorgethische integriteitscode!
Ook in deze workshop werd een praktijkvoorbeeld gegeven van een zorgethische benadering. Op zoek naar een nieuw kwaliteitskader zetten Rimke Griffioen (zorgethica en projectleider Stichting Prisma) en Karim Hammadi (staffunctionaris kwaliteit en certificering Stichting Prisma) het model van Tronto((J. Tronto, 2013, Caring Democracy, p. 34.)) in, met de waarden aandacht, verantwoordelijkheid, competentie en communicatie als kapstok om met medewerkers en cliëntvertegenwoordigers in gesprek te komen over kenmerken van goede zorg. Zij boden een inspirerende blik in de praktische toepassing van zorgethische theorie. Het publiek van de workshop mocht met deze aanpak kennismaken in een associatie-oefening. Jammer dat er geluidsoverlast was van een aangrenzende workshop, maar dit deed geenszins af aan de bevlogenheid van Hammadi en Griffioen!
In de workshop van Bas ter Meulen en Asmae Choukat, van het OLVG Amsterdam, stond diversiteit van de patiënten centraal; diversiteit van het personeel kwam zijdelings ter sprake als middel om goede zorg te verlenen. Hoe ga je om met culturele en religieuze diversiteit in een ziekenhuis setting?
Aan de hand van een casus over orgaandonatie van een Marokkaanse man, schetste neuroloog Ter Meulen de dilemma’s die zich in zo’n situatie kunnen voordoen. Hij heeft ervaren dat vaak de islam wordt opgevoerd als reden om niet te doneren. Hoe ga je als zorgverlener met een andere culturele en religieuze achtergrond, het gesprek hierover aan met de familie van de patiënt?
Over vele hedendaagse dilemma’s waar een patiënt en zijn of haar naasten mee geconfronteerd kunnen worden, doen de Koran en Soenna geen uitspraak, simpelweg omdat deze situaties zich in de ontstaanstijd van de islam nog niet voordeden. Wel kan gezocht worden naar analogieën, vergelijkbare situaties die wél in de geschriften voorkomen. Ook kan er een beroep gedaan worden op de moresprudentie van ‘fatwa’s’ (adviezen van geestelijk leiders). Raadzaam is in ieder geval om bij een moreel dilemma waarbij diversiteit mogelijk een rol speelt, een ter zake deskundige in te schakelen, bijvoorbeeld een imam. ‘Bruggenbouwer’ Asmae Choukat treedt op als intermediair in dergelijke situaties.
In ziekenhuizen is volgens Ter Meulen weinig kennis over diversiteit. Hij benadrukt dat cultuur en religie verschillende dingen zijn, en dat lang niet alles op het conto van het geloof geschreven kan worden. Het is daarom noodzakelijk om altijd het gesprek aan te gaan en uit te zoeken wat de achtergrond is van het standpunt van de patiënt. Er bestaat nog weinig diversiteitsbeleid in ziekenhuizen, hoewel op sommige locaties 60% van de patiënten een allochtone achtergrond heeft. ‘Zorg op maat’ houdt ook in: zorg vanuit culturele competenties. Alleen een gebedsruimte volstaat niet meer. ((Over dit onderwerp is een documentaire verschenen: Ik heb een dokter in Marokko.))
Na een korte presentatie van de stand van zaken in het praktijkonderzoek van de NEON KwaliteitsPeilers (onderzoek naar de kwaliteit van ethiekondersteuning bij ‘peers’)[1] werd het congres afgesloten met een onderhoudend intermezzo en een hapje en drankje.
Prima jaarcongres weer met inspirerende informatie over ethiekondersteuning. Maar, gezien de krappe behuizing bij de workshops, volgend jaar misschien op een andere locatie?
Netwerk Ethiekondersteuning Nederland biedt een platform waar professionals in de zorg theorie en praktijkervaringen met elkaar delen om de ethiekondersteuning in de zorg te professionaliseren. Het jaarlijkse congres is een laagdrempelig evenement waar professionals en belangstellenden ervaringen kunnen uitwisselen en zich kunnen informeren over de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van ethiekondersteuning in de zorg.
Met dank aan Isa Vels voor de workshopopname.
[widget id=”footnotes_widget-2″]
0 reacties