4 – 5 minuten

0 reacties

Ethiek-cursist Inge vertelt over de druk die ze als christen-verpleegkundige ervoer toen een haar dierbare patiënt kwam te overlijden.  Het begon toen ze veel te vroeg werd gebeld: of ze Andrea uit de uitslaapkamer kwam ophalen. Ze wist onmiddellijk wat dit betekende. Er was niet geopereerd. Te veel uitzaaiingen. Hopeloos.

Ze voelde zwaarte. Was ze te betrokken geraakt? Ze mocht Andrea graag. Het klikte tussen hen. De twee jonge kinderen die straks alleen achter zouden blijven – ze kreeg hen niet uit haar hoofd. Haar eigen kinderen waren van dezelfde leeftijd.

De spontaniteit in het contact leek weg. Inge vroeg zich af of haar beklemming soms ergens anders vandaan kwam. Ze had gedurende de opname niets gemerkt  van enige religiositeit bij Andrea. Ze was daar zelf ook niet over begonnen. Maar nu er niet veel tijd meer restte  Moest ze erover beginnen, over haar geloof, over eeuwig leven, over Jezus?

Evangeliseren als verpleegkundige, evangeliseren aan een sterfbed: beide zijn in Nederland tamelijk not done. Krantenberichten over de heldhaftige visverkoopster in Alphen aan de Rijn, die na de schietpartij heeft geprobeerd twee stervende slachtoffers tot de Islam te bekeren door hen Shadahah te laten uitspreken, roepen bij de meeste mensen ofwel gevoelens van walging op (‘zoiets doe je niet’) ofwel een onverschillig schouderophalen (‘zoiets neem je toch niet serieus’).

Christenen zijn hier echter niet zo gemakkelijk mee klaar. In het christelijk geloof gaat het ook om leven of dood. Als je gelooft dat Jezus leeft, en gelooft dat het mogelijk is om eeuwig met Hem te leven, moet je daarover op cruciale momenten dan zwijgen? Is dat juist niet harteloos, wreed?

De verpleegkundige ethiek maant terecht voorzichtig om te gaan met mensen in kwetsbare situaties. Misbruik van afhankelijkheid ligt op de loer (in daden, nalatigheden, woorden of verzwijgingen), evenals onnodige belasting met andermans gepraat of sores (vaak een vorm van niet kunnen of willen horen). Toch kan daar haast rationeel die gedachte zijn: ‘Als je geloof nou werkelijk het allerbelangrijkste is, en als je patiënt bovendien op de rand van de eeuwigheid staat, moet je daar dan niet het volle gewicht aan geven?’ En wellicht ook: ‘Waarvoor zal God mij straks ter verantwoording roepen ’ Kan het ethische worden opgeschort, worden ‘overruled’ door het religieuze?

Drie dingen zou ik hierover willen zeggen. Het eerste is dat je in mijn optiek geen algemene uitspraken over ‘dit soort kwesties’ kunt doen. Je kunt niet zeggen: ‘Getuigen aan een sterfbed in je verpleegkundige professie mag nooit’, of omgekeerd. Ethiek gaat mijns inziens uiteindelijk altijd over antwoorden in concrete situaties waarin unieke mensen elkaars paden kruisen. In de casus gaat het om Inge’s afstemmen op Andrea’s leed.

Dat is het tweede: ik denk dat afstemmen op ‘het goed van de ander’, zoals wij zo mooi van Andries Baart leren, de belangrijkste opgave is waar een verpleegkundige voor staat. Dit is sowieso niet gemakkelijk, omdat het toelaten van het leed van de ander altijd je eigen (al dan niet potentieel) leed beroert. In de casus vormen Inge’s sympathie voor Andrea en de overeenkomsten tussen hen qua levensfase hierin een sterke factor. Wat zijn Andrea’s grootste zorgen? Zij raken ongetwijfeld aan Inge’s eigen worst cases.

Dat Inge open probeert te zijn voor Andrea’s vragen rond haar naderend einde, dat ze op die vragen niet alleen alert is maar deze ook fijngevoelig peilt, lijkt mij zeker behoren tot haar taak als verpleegkundige. Of daarin ook overtuigingen over leven na de dood ter sprake zullen komen hangt af van waar Andrea mee komt. Ten derde: christen ben je ook op je werk. Ik stel mij voor dat Inge kan bidden om een aanleiding om haar eigen diepste hoop ook in woorden uit te kunnen drukken. Ik geloof ook dat wie zó afgestemd op God leeft, deze kansen krijgt.

Tegelijk geloof ik niet dat het christenen geboden is om ‘in dit soort situaties’ te allen tijde te wijzen op Jezus. Voor je het weet reduceer je geloven tot een quick fix. En voor je het weet denk je te groot van jezelf en te klein van God. Zoals een collega het verwoordde: “God gaat een heel leven met iemand. Waarom zouden wij, omdat we nou toevallig verpleegkundige zijn, op het laatste moment nog even een zet in de goede richting geven omdat het anders verkeerd afloopt?”. Dubbel afstemmen dus maar – en dat geldt niet alleen rond een sterfbed.

Roelien Ebbers

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *