3 – 4 minuten

0 reacties

Het was inmiddels al avond, een donkere avond in de herfst. Tijdens een dienst in mijn opleidingstijd ergens in de Achterhoek ging de telefoon en een gehaaste stem maande mij om snel te komen. Er lag een man op de grond en die bewoog niet meer. Dankbaar greep ik deze kans om eens vol gas op het platteland een visite af te leggen. Niet dat de man te redden zou zijn, het klonk immers naar dood, maar een dokter die bij een dergelijke melding aan komt sukkelen, nee, ik zou worden gelyncht in het boerendorp.

Bij aankomst stond al iemand te zwaaien met een zaklamp. „Hierheen dokter‟, en de man in overall ging me voor richting een enorme schuur. Voor de deur stonden vijf mannen zwijgend een sigaretje te roken onder het schamele buitenlicht. Ik voelde opeens een beklemming. We gingen een gangetje in, de lucht werd bedompt en toen we de hoek omdraaiden stond ik plots in een enorme hal met duizenden, duizenden piepende kuikentjes. In de vreselijk herrie baande de man in overall zich tussen de uiteenstuivende kuikentjes een weg naar een grote ronde cirkel in de verte. Eenmaal dichterbij zag ik een man liggen op zijn rug, de kuikentjes bleven er een halve meter vandaan, uit respect leek het wel. .

Duizenden piepende kuikentjes – de haantjes zelf wachtend op de dood – brachten een ode aan de overleden moordenaar van hun neefjes. Of was het een daad van agressie: wilden ze hiermee de eenzaamheid van de dode benadrukken?

„Dood‟, stelde ik formeel vast. De man in overall knikte en stiefelde nog sneller dan op de heenweg terug.

Ik was echter nog niet klaar. De weduwe moest namelijk worden ingelicht. Er ontstond wat verwarring bij het groepje van vijf mannen wie nu de overledene was, er waren vaak verschillende seizoensarbeiders, maar uiteindelijk werd een naam genoemd. Tot nu toe had ik altijd de dood vastgesteld in aanwezigheid van de partner of een familielid, nu moest ik ergens aanbellen en het slechte nieuws gaan brengen. Mijn autotocht langs de weilanden naar het dorp ging dit keer tergend langzaam. Direct vertellen aan de deur? Slecht idee, maar hoe klets ik me naar binnen bij een wildvreemde? Waarom leer je dit niet en waarom had ik dienst en waarom liet mijn opleider dit aan mij over?

De dokterstas in mijn hand, medisch gezien niet noodzakelijk, bracht mij langs de nietsvermoedende weduwe. “Uw man is iets overkomen, zullen we even gaan zitten?” was de zin die ik in de auto had gerepeteerd en dat bleek effectief.

Een zoon vroeg ik erbij en ik bracht hen het nieuws. Terwijl er luide snikken opkwamen, ging de telefoon. De zoon nam op en riep mij. Het bleek de man in overall. “Dokter, u bent bij de verkeerde!” Even voelde ik me totaal verlaten, sterker, wilde ik er even niet meer zijn. In de verte boog de zoon zich over zijn moeder. Ik hernam me en snauwde de man toe dat hij het maar eens goed na moest vragen voordat ik elders nog een keer de mist in ging. Dat hielp. Bij hernieuwde navraag bleek dat ik toch de juiste weduwe sprak.

Ik wist niet of ik nu blij mocht zijn.

 

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *