Je hebt het als verpleegkundige of verzorgende vast wel eens meegemaakt: je ziet dat een collega een handeling uitvoert waar hij of zij eigenlijk niet voor opgeleid is. Je wilt je collega niet afvallen, maar tegelijk wel je zorgen uiten. Het overkwam Selma, verzorgende IG in een verpleeghuis. V&VN geeft advies over hoe je zo’n gevoelige situatie aanpakt.
“In het verpleeghuis waar ik werk zie ik dat een helpende insuline toedient aan de cliënten, en zij is niet de enige. Ik heb hier geen goed gevoel bij omdat ik niet zeker weet of deze collega opgeleid is om in te springen op de mogelijk veranderende situatie van de cliënt. Hoe ga ik hier mee om?”
Selma (28), verzorgende IG in verpleeghuis
Gerda van Brummelen, adviseur V&VN, geeft aan dat V&VN veel signalen krijgt uit de VVT-sector van medewerkers die zich zorgen maken over het deskundigheidsniveau van collega’s. “Recente IGZ rapporten over de kwaliteit van de ouderenzorg bevestigen dit beeld. Vaak gaat het om het ontbreken van kennis en vaardigheden bij het toedienen van medicatie, een risicovolle handeling. De handeling is meestal niet ingewikkeld. Maar weten wat je geeft, weten wat de bijwerkingen zijn, zien wanneer een situatie zo afwijkend is dat je besluit de medicijnen niet toe te dienen maar een arts te raadplegen: dat maakt taken rondom medicatie complex.”
V&VN heeft daarom een leidraad ontwikkeld voor de VVT. Daarin staat welke competenties en vaardigheden een zorgmedewerker moet bezitten voordat zij taken rondom medicatie kan uitvoeren.
Van Brummelen: “In het voorbeeld van Selma gaat het om injecteren, een voorbehouden handeling. V&VN is van mening dat dit alleen uitgevoerd mag worden door een verzorgende met een mbo-diploma of door een verpleegkundige. Mijn advies aan Selma is om in de organisatie waarin zij werkt bespreekbaar te maken dat ze dit een zorgelijke situatie vindt. Zo voorkom je incidenten in de toekomst.”[pullquote]”Het gaat om het belang van de cliënt.”[/pullquote]
Juist het bespreekbaar maken is lastig als het om mogelijke fouten van collega’s gaat. Joke de Witte en Hans van Dartel van de Commissie Ethiek van V&VN geven aan dat situaties als deze enige moed vragen. “Als jij je echt afvraagt of de helpende wel weet wat ze moet doen als de situatie van de cliënt verandert na toediening van insuline, moet je daar iets van zeggen. Het gaat om het belang van de cliënt.
Bij voorkeur spreek je de helpende niet aan in het bijzijn van de cliënt, want dat is zowel voor de cliënt als voor de helpende vervelend. Het zal het vertrouwen van de cliënt in de zorg niet vergroten en ook het vertrouwen van de helpende in jou gaat er niet op vooruit. Ben je ongerust, blijf dan in de buurt om te helpen mocht er iets mis gaan en spreek de helpende erna aan. Als je zeker weet dat de helpende zich van jou weinig aantrekt en haar gedrag niet verandert, kun je overwegen naar je leidinggevende te gaan. Maar niet zonder dat eerst tegen de helpende te zeggen. Anders ga je achter haar rug om en dat zal het vertrouwen binnen het team geen goed doen. Zo zou jij ook niet behandeld willen worden.
De helpende eerst zelf aanspreken vraagt enige moed. Het is echter in het belang van de cliënt én van de helpende. Zij wil de cliënt goede zorg geven. Dan is het in haar belang dat een vertrouwd iemand met haar nagaat of de cliënt door haar handelen risico loopt. Als zij de consequenties van de toediening van insuline niet kan overzien, moet ze dat ook niet willen doen.”
Geplaatst in het V&VN magazine in 2014.
Tekst: Joke de Witte en Hans van Dartel, resp secretaris en voorzitter van de Commissie Ethiek van V&VN.
Dilemma
is een rubriek in het V&VN magazine, het verenigingstijdschrift van de Verpleegkundigen en Verzorgenden Nederland (V&VN) dat 8 keer per jaar uitkomt. In overleg met de commissie Ethiek van V&VN mogen we deze rubriek op de website Zorgethiek.nu overnemen.
Sta jij in je werk ook voor een dilemma? Stuur je inzending naar redactie@venvn.nl o.v.v. Dilemma. Volg ook de cursussen en trainingen van de V&VN Academie.
0 reacties