de-escalerende dwangzorg

22 – 29 minuten

0 reacties

Ongevoelig voor straf, gevoelig voor aandacht

Op individueel niveau blijkt dat patiënten die in een aversieve omgeving leven en veel stress hebben (onveiligheid in het gezin of op straat, emotionele en fysieke verwaarlozing), minder gevoelig worden voor straf. ((Popma A, Raine A. Will future forensic assessment be neurobiological? Child and Adolescent Psychiatric Clinics of North America 2006: 15(2); 429-444)) Patiënten in de klinische (forensische) zorg leren daarom nauwelijks van straf, ((Raine A. The anatomy of violence. The biological roots of violence. Toronto: Random House; 2013)) omdat zij dit uit hun verleden gewend zijn.

Herstellen van contact

Een patiënt vertelt het volgende: ‘Ik ben als kind vaak in de kast opgesloten, geslagen en ondervoed door mijn ouders en in een vorige instelling verkracht. Denk jij nou echt dat het mij uitmaakt dat ik op mijn kamer moet blijven? Al zit ik er een hele week!’
Werkt er dan niets bij deze patiënt? Verschillende studies laten zien dat zelfs patiënten met een sterke antisociale inslag hun gedrag kunnen veranderen door een positieve benadering en het herstellen van contact. ((Popma A, Raine A. Will future forensic assessment be neurobiological? Child and Adolescent Psychiatric Clinics of North America 2006: 15(2); 429-444, p.167168))

Positief of ‘open’ leefklimaat

Bij bovengenoemde patiënt was de vroege en langdurige verwaarlozing zeer extreem. Straf had vrijwel geen effect, aandacht en samen tijd besteden echter wel. Samen kerstkaarten maken ontlokte positief gedrag. Zo kwam er een gedragsverbetering op gang en vroeg hij niet alleen of hij thee mocht zetten, maar ook of de groepsleidster thee wilde drinken. Zo’n omgeving waarin medewerkers patiënten steunen, hun gedrag op elkaar afstemmen (normalisatie van intermenselijke betrekkingen), patiënten leren om met hun beperkingen om te gaan en zo min mogelijk straffen, wordt een positief of ‘open’ leefklimaat genoemd.((Janzing C, Kerstens J. Werken in een therapeutisch milieu. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2000))

Verandermogelijkheden: een positief leefklimaat

In Nederland maar ook in het buitenland wordt in residentiële en forensische psychiatrische instellingen met regelmaat onderzoek gedaan naar de kwaliteit van het leefklimaat. Ons onderzoek is gebaseerd op een in FPC Veldzicht en FC Teylingereind ontwikkelde en gevalideerde vragenlijst die de ‘open’ (positieve) kanten en de ‘gesloten’ (repressieve) kanten van het leefklimaat betrouwbaar en valide meet. ((Helm GHP van der, Stams GJJM, Laan PH van der. Measuring Group Climate in a Forensic setting. The Prison Journal 2011: 91; 158-177)) Een residentieel leefklimaat kan variëren van gesloten en repressief naar open en therapeutisch. ((Janzing C, Kerstens J. Werken in een therapeutisch milieu. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2000)) Een positief leefklimaat op de afdeling wordt gekenmerkt door responsiviteit van medewerkers (communicatie en contact), leermogelijkheden van patiënten (groei en perspectief), structuur, veiligheid en positieve onderlinge contacten, met zo min mogelijk repressie. ((Janzing C, Kerstens J. Werken in een therapeutisch milieu. Houten: Bohn Stafleu van Loghum; 2000)) Een open en therapeutisch leefklimaat is verder een veilige, gestructureerde en rehabiliterende omgeving met veelondersteuning, duidelijke kansen voor groei, minimale repressie en waarbinnen een goede balans tussen flexibiliteit en controle voor een goede sfeer zorgt.

Onderzoek van Van der Helm en Klapwijk ((Helm GHP van der, Klapwijk M, Stams GJJM, Laan PH van der. What Works’ for juvenile prisoners: The role of group climate in a youth prison. Journal of Children’s Services 2009: 4; 36-48)) omschrijft een aantal voorspellende factoren voor een open leefklimaat. Het gaat dan om het ervaren van eigen verantwoordelijkheid, gelijkwaardige communicatie, elkaar kunnen aanspreken op gedrag vanuit een opbouwende invalshoek, het nastreven van individuele groei, respect hebben voor elkaar en experimenteerruimte voor de patiënten.

Open leefklimaat

Uit verder onderzoek is gebleken dat een open leefklimaat bijdraagt aan een afname van agressie-incidenten. ((Ros N, Helm GHP van der, Wissink I. et al. Institutional climate and aggression in a secure psychiatric setting. Journal of Forensic Psychiatry and Psychology 2013. OOI: 10.1080/14789949.2013.848460)) Daarnaast kan het bijdragen aan een grotere behandelmotivatie van de patiënt, een positief behandelresultaat, en meer empathie, een interne locus of control, minder criminele cognities, afname van persoonlijkheidsproblematiek en meer emotionele stabiliteit bij patiënten.((Souverein F, Helm GHP van der, Stams GJJM. ‘Nothing works’ in secure residential and correctional youth care? Journal of Children’s Services Review 2013. Doi.org/1 0.1 016/j.childyouth.2013.09.010))((Heynen EJE, Helm GHP van der, Stams GJJM, Korebrits, AM. Measuring group climate in German youth Prison – A German validation of the’ Prison Group Climate Instrument’ (PGCI). Journal of Forensic Psychology Practice: in press))[pullquote]Beheersing loslaten leidt juist tot meer controle: een veilige omgeving voor patiënten en medewerkers[/pullquote]

Gesloten leefklimaat

Van een gesloten leefklimaat is sprake als er weinig ondersteuning is van de medewerkers, de mogelijkheden voor groei van patiënten minimaal zijn, er een grimmige en niet uitnodigende sfeer hangt en medewerkers veel werken met repressie en straf. In de leefklimaatvragenlijst voor patiënten ((Helm GHP van der, Stams GJJM, Laan PH van der. Measuring Group Climate in a Forensic setting. The Prison Journal 2011: 91; 158-177)) wordt dit uitgevraagd met items als: ‘Je moet altijd overal toestemming voor vragen’ of: ‘Ook als ik uit mijn dak ga, behandelen ze mij met respect’. In dit kader is het van belang dat de vragenlijst onderscheid maakt tussen dwang en repressie en straf. Dwang kan soms een noodzakelijk deel zijn van de behandeling maar dient zo min mogelijk te worden toegepast om de behandelmotivatie van de patiënt te vergroten. ((Parhar KK, Wormith JS, Derkzen OM, Beauregard AM. Offender coercion in treatment: A meta-analysis of effectiveness. Criminal Justice and Behavior 2009: 35; 1109-1135))((Lipsey MW. The Primary Factors that Characterize Effective Interventions with Juvenile Offenders: A Meta­ Analytic Overview. Victims and Offenders 2009: 4; 124-147))

Repressie belichaamt de oneerlijke en onderdrukkende kanten die een gesloten systeem kan hebben, waarbij patiënten geen ruimte wordt geboden. Tevens kenmerkt repressie zich door weinig (dag)structuur, en weinig ruimte en tijd voor de patiënten; gevoelens van onveiligheid; verveling; wantrouwen tussen de patiënten; wantrouwen jegens de medewerkers; gevoelens van wanhoop en een gebrek aan toekomstperspectief.

Machtsbalans

In een gesloten leefklimaat is er een onevenwichtige machtsbalans, een gebrek aan wederzijds respect en ligt de nadruk op regels en straffen. ((Raine A. The anatomy of violence. The biological roots of violence. Toronto: Random House; 2013))((Souverein F, Helm GHP van der, Stams GJJM. ‘Nothing works’ in secure residential and correctional youth care? Journal of Children’s Services Review 2013. Doi.org/1 0.1 016/j.childyouth.2013.09.01 O)) In tegenstelling tot in een open leefklimaat kan dit alles leiden tot afname van de behandelmotivatie van patiënten, meer agressief gedrag, emotionele instabiliteit, verergering van psychische problematiek en uiteindelijk een minder positief behandelresultaat.((Souverein F, Helm GHP van der, Stams GJJM. ‘Nothing works’ in secure residential and correctional youth care? Journal of Children’s Services Review 2013. Doi.org/1 0.1 016/j.childyouth.2013.09.01 O)) →

Een artikel van


0 reacties

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *