In deze aflevering gaat het om de morele vraag of je deze patiënt wel of geen antibiotica moet geven.
Meneer De Groot is geen gemakkelijke man met zijn 80 jaar. Gevorderde dementie, aanvallen van agressie, wil vaak niet eten, nauwelijks mee te communiceren, en dan nu ook nog zwaar ziek. Je vraagt je af of dit nog het leven is dat hij zelf gewild zou hebben. We weten het niet. Hij kan het zelf niet meer zeggen. Gewoonlijk wordt er dan een vanuit de familie een mentor of curator aangewezen. Dat was bij hem een hele klus, want er ontstond ruzie. De rechter moest eraan te pas komen. Er werd iemand aangewezen, maar die is nu niet bereikbaar. Net nu het er op aankomt.
Want meneer De Groot zou niet meer worden gereanimeerd als er iets met hem gebeurde. En ook niet naar het ziekenhuis worden gestuurd. Over pneumonie staat niets op papier. En dat is nu aan de hand. De dokter weet het ook niet. Want de behandelend arts van meneer De Groot is op vakantie. De vervanger is onbereikbaar, en nu krijg jij van de dienstdoende arts de opdracht toch maar antibiotica te geven. Je vraagt je af of dat wel de goede beslissing is. Of meneer De Groot hier nu blij mee moet zijn. Eigenlijk hoop je – voor hem – dat hij nu eindelijk eens de gelegenheid krijgt om er tussenuit te piepen.
Een moreel dilemma? Nou en of! Je moet iets doen waar je zelf niet in gelooft. Waarvan je denkt: hier schiet deze patiënt niets mee op. Dit is niet goed. Sterker nog: ik verleng zijn lijden alleen maar. Maar ja… wie ben jij? Als de dienstdoende arts het zegt, zal het toch moeten gebeuren. Die bepaalt toch het beleid en is toch de eindverantwoordelijke? Jij bent toch maar uitvoerend? Jij moet toch gewoon doen wat er gezegd wordt?
Nou ja, dat is nog maar de vraag. Want jij kent meneer De Groot wel beter dan de dienstdoende arts, zijn vervanger en zijn eigen arts bij elkaar. Ook beter dan de familie die je zelden ziet. Want jij zit er iedere dag bovenop. Je maakt alle ellende van dichtbij mee. Je ziet hem iedere dag lijden en vraagt je met het hele team al langer af waar we toch mee bezig zijn? Kan het nu echt niet anders?
Het lastige van morele problemen is dat ze niet gemakkelijk op te lossen zijn. Want voor allebei de kanten is iets te zeggen. Het is niet voor niets dat de arts eindverantwoordelijke is: die overziet allerlei ins & outs die niet voor het oprapen liggen. Maar anderzijds ben jij de enige die nu voor meneer De Groot kan opkomen in deze situatie. Wat is nu goed om te doen? Wat is nu moreel verantwoord? De veilige route van gehoorzaamheid? Of mag je hier ongehoorzaam zijn? Moet je hier misschien ongehoorzaam zijn?
Morele problemen hebben iets dwingends. Er zit altijd een gevoel in van grenzen: is dit goed? Mag dit wel? Moet je niet…? En dat is hier aan de hand. Je kunt het ook anders zeggen: morele problemen knagen aan je geweten. Je wilt het beste voor meneer De Groot. En nu dreigt hij het slachtoffer te worden van de omstandigheden. Maar goed: wie bepaalt wat goed is?
In de ethiek geldt altijd dat het belangrijk is om vanuit zo veel mogelijk gezichtspunten te kijken. Want iedereen heeft zijn eigen kijk op de zaak. En zijn eigen belangen natuurlijk. Vandaar dat in de methodes voor ethiekbespreking er altijd aandacht is voor de verschillende personen die een rol spelen in de casus.
In dit geval is er natuurlijk meneer De Groot van wie we niet weten hoe hij echt alles beleeft. We denken dat zijn leven geen kwaliteit meer heeft. Maar kunnen we ons wel echt inleven in zijn situatie? In hoeverre kun je je ooit echt in een ander verplaatsen? En dan de familie? Wat is hun belang bij deze situatie? In hoeverre zijn ze betrokken? Wat weten zij dat jij niet weet, en wat van belang is voor de casus? En dan de arts? Heeft die misschien overwegingen die jij nog niet kent?
De vraag of meneer De Groot antibiotica toegediend moet krijgen, wordt terecht als een morele vraag gevoeld. Maar bepalen wat goed is in dit geval vraagt om meer tijd. Er zal gepraat moeten worden. Goede communicatie als eerste stap naar een oplossing. Maar dan zal het om de morele vraag moeten gaan wat goed is om te doen. Met alle betrokkenen om de tafel.
Deze column verscheen eerder in Bijzijn XL. (nr. 11/12 – 2011, p.41).
1 reactie
PieterPrior
Het is zoeken naar een soort ijkpunt; wat moet de referentie zijn en meer – volgens mij – dan het gemiddelde van een set meningen. De ethische vraag is – het antwoord dus – zal toch naar ‘iets hoogstaands’ moeten verwijzen, mss wel naar Wijsheid: wat is Wijs. Ja, daar moet denk ik het antwoord steeds liggen. Ik zou bij een kwestie voor Wijs kiezen.