Ze belt mij precies op de afgesproken tijd. Ik zit er al klaar voor, op de leuning van de bank bij het raam waar de verbinding het beste is; ‘het is Corona-time. Ik heb een belafspraak met mijn ‘kankertherapeut’.’
Ze wil graag van mij horen hoe het met mij is. Ik vertel haar dat ik nu thuis werk omdat ik een verhoogd risico heb. Natuurlijk wist ik wel dat ik tot de risicogroep behoor, toch vond ik het moeilijk om deze bevestiging te krijgen van mijn arts. Alsof mijn kanker daardoor nog ‘echter is’ dan het al is. En ook alsof wat ik heb toch weer erger is dan ik mij voel(de).
‘Ik moet dus oppassen’, zeg ik. ‘Meer dan gemiddeld oppassen. Gelukkig is ‘mijn werk’ heel begripvol, gelukkig kan ik veel van mijn werkzaamheden vanuit huis doen, gelukkig wonen wij ruim en zitten mijn dochter en ik elkaar niet continu op de lip, gelukkig hebben we ieder onze eigen computer zodat zij haar huiswerk en ik mijn thuiswerk kan doen, gelukkig loopt mijn inkomen door….’
Ik zucht. ‘Er is genoeg om ‘dankbaar’ voor te zijn’, zeg ik. ‘En voor verschrikkelijk veel mensen is het nu veel erger dan voor mij, ze zijn ziek, alleen, ze sterven. Maar als ik voor mijzelf spreek, ik heb nu weinig contacten. De wereld staat weer op z’n kop en ik zit er middenin. Een groot verschil is dat de wereld nu voor iedereen op de kop staat. Met het verlies van Bert en met mijn kanker was ik steeds ‘de enige’ waarbij alles overhoop gehaald werd.’ Dan zegt mijn therapeut: ‘Misschien klinkt het wel gek, maar je kunt nu wel meer delen nu iedereen met de onzekerheid van Corona leeft. Je bent dan misschien minder alleen.’ Nu gun ik niemand deze pandemie maar dat klopt wel.
Somber
Mijn angst om (te) vroeg dood te gaan komt weer meer naar bovendrijven. ‘De kanker is stabiel en nu dit. Ik voel mij net als Steve Irwin,’ zeg ik tegen haar. ‘Die man die zonder blikken of blozen krokodillen wist te bedwingen, en die dan stierf door een pijlstaartrog.’ Ik lach er een beetje bij maar dat is wel wat ik voel.
Er spelen ook zoveel doemscenario’s door mijn hoofd. Ik voel mij somber als ik aan mijn perspectief denk. Wat als ik Corona krijg. Ben ik er dan wel tegen opgewassen? Gaat Corona ooit ‘over’? Ik blijf door mijn kanker een risicogroep. Moet ik dan altijd en eeuwig thuiswerken? Hoe kan ik dan een collegereeks verzorgen? Hoe lang blijft mijn werkgever begripvol? Wat als ik mijn inkomen verlies? Het idee om weer in een soort van isolatie terecht te komen grijpt mij bijna bij de keel. Hoe groter ik het plaatje maak hoe somberder ik word. ‘Ik kan onmogelijk vooruitkijken’, zeg ik, ‘ik ben de controle weer kwijt.’
Vorige keer
‘Hoe heb je het vorige keer gedaan? Toen je wereld ook op de kop stond?’, vraagt mijn therapeut. Als ik terugdenk weet ik dat ik alleen maar bij de dag leefde, in het hier en nu. Aan iedere dag probeerde ik betekenis te geven. Alles tegelijk ervaren was veel te veel om te behappen. ‘Oké’, zegt ze, dus als jij bij de dag leeft gaat het wel maar als je aan de toekomst denkt word je somber.’ Ik knik maar dat ziet ze niet. Ik zeg daarna ‘Ja’, en vervolg ‘ dan leef ik voorlopig maar weer bij de dag.’
Nu
Ik zit ineens op een ander spoor. In plaats van steeds een beetje meer opbouwen weer op ‘overleving’. Gelukkig ben ik daar redelijk goed in.
Na het gesprek met mijn therapeut voel ik enige berusting in mij neerdalen.
Het is zoals het is.
Er is alleen maar nu.
Swanny Kremer
1 reactie
Frances Swets
Swanny, ik bewonder je! Je schrijft zo mooi en zo raak, over de vertwijfeling en de onzekerheid, hoe kwetsbaar je bent en hoe je je voelt. Ik weet zeker dat je heel veel mensen ongemerkt helpt met je ontboezemingen. Hoop dat die gedachte je een beetje extra kracht geeft!
Hartegroet
Frances