Casus
Kraamverzorgster Renée (54) zat peinzend op de fiets op weg naar huis. Ze was in gedachten nog bij het gezin waar ze net vandaan kwam. Het was haar derde dag in het gezin en bij de dagelijkse controle had ze een blauwe plek gezien op het bovenbeen van kersverse moeder Lydia. ‘Die zat er gisteren nog niet’, had ze bij zichzelf gedacht. Ze hadden een fikse ruzie gehad gisteren maar het ook weer goed gemaakt. Ze hadden sorry tegen elkaar gezegd. Dat is wat Lydia tussen neus en lippen door erover gezegd had. De nieuwe vader Peter was betrokken en oprecht blij met zijn dochter, maar er ging ook ‘iets’ van hem uit waar Renée de vinger maar niet op kon leggen. En nu knaagde die blauwe plek aan haar geweten…
Als Renée thuiskomt belt ze de verloskundige. Zij herkent gelukkig de zorgen van Renée. Maar wat nu te doen? Als ze melding maken van de situatie bij de instanties kan dit hele grote gevolgen hebben. En hebben ze wel voldoende grond voor een melding? Het gaat tenslotte om een blauwe plek waarvan ze de herkomst niet weten en van een ruzie. Maar of die twee samenhangen weten ze niet.
Aan de andere kant kan niet melden even zo grote gevolgen hebben. Ze besluiten de volgende ochtend een moreel beraad te houden voorafgaand aan hun geplande werkoverleg. Ze vragen nog een paar collega’s of zij willen aanschuiven om met hen mee te denken. Een van de collega’s is ook getrainde gespreksleider moreel beraad en zal het gesprek leiden.
Na een eerste uiteenzetting van de situatie stellen we een voorlopige morele vraag vast. Deze luidt: moet ik melding maken van een vermoeden van mishandeling? De verloskundige zucht diep: “Dit is niet niks hoor.” De groep knikt. Ze hebben allemaal heel goed in de gaten wat dit kan betekenen.
“Er is een meldcode en we weten ook wel wanneer we die moeten gebruiken” zegt Janny. “Maar zo’n geval van ‘rand-meldcode’, tja die blijf ik zó moeilijk vinden. Je kan zoveel overhoop gooien.” De zorgverleners aan tafel weten allemaal hoe ingewikkeld een kraamtijd kan zijn. Zeker als je voor het eerst ouder wordt. Tel daar de hormonen, de onzekerheid van het eerste ouderschap en het slaapgebrek bij op en weg is het laatste restje van de illusie van de roze wolk.
“Mishandeling kan natuurlijk nooit,” zegt Renée, “maar soms is het allemaal niet zo duidelijk. Het is ook vaak onmacht. In ons vak ben je heel privé bij de mensen thuis, dagen achter elkaar, en zie je de meest intieme dingen. Ook hoe mensen met elkaar om gaan. In sommige gezinnen wordt bijvoorbeeld veel gevloekt of is er grof taalgebruik. Ik schrik daar dan van maar besef wel: dit is normaal voor hen. Het zegt niks over hoeveel liefde ze hebben voor elkaar of hun kind.”
We wegen belangrijke waarden als veiligheid, geborgenheid, autonomie en liefde tegen elkaar af. Ook kijken we naar onze professionele verantwoordelijkheid. Is er ook zoiets als menselijke verantwoordelijkheid?
Het belang van het kind moet voorop staan. Daar zijn we het allemaal wel over eens. Maar dat is niet zo eenduidig. “Als er vermoeden van geweld is moeten we melden, zo simpel is dat!” zegt Rianne fel. “Maar er is geen geweld tegen het kind gericht, ze zijn beiden erg liefdevol en betrokken richting de baby.” brengt Renée in herinnering. “Het is ook in het belang van het kind dat er zo weinig mogelijk spanning in die relatie is” zegt de verloskundige. “Voegen we niet juist spanning aan de relatie toe als we gaan melden? De consequenties die dat kan hebben… Zijn we ons daar voldoende van bewust?
Uiteindelijk besluiten we dat we melden wel verantwoord vinden maar dat daar nog wel iets aan vooraf gaat, namelijk een indringend gesprek met de ouders over onze zorgen. Dit gesprek zal Renée samen met de verloskundige voeren. Ze zullen het goed voorbereiden zodat ze zorgvuldig hun woorden kunnen kiezen. Hoewel we allemaal instemmen met het genomen besluit houden we er toch ook buikpijn van.
Hoe het afliep? Peter en Lydia waren in eerste instantie erg boos en ook bang. Na de eerste schrik van de confrontatie met de zorgen van Renée en de verloskundige kwam er ruimte voor reflectie. Ze gaven toe het samen niet goed voor elkaar te kunnen krijgen. Er waren al spanningen en de verantwoordelijkheid voor de baby drukte zwaar op hun relatie, met ruzies als gevolg.
Een melding wordt er uiteindelijk niet gemaakt. Peter en Lydia willen zelf hulp zoeken. Renée en de verloskundige kunnen hen de juiste professionals hiervoor aanreiken. Ook komt er verlenging van de kraamzorg zodat er nog wat langer geobserveerd kan worden. Uiteindelijk zijn Peter en Lydia blij dat iemand hun worsteling heeft opgemerkt en verantwoordelijkheid heeft genomen.
0 reacties