In samenwerking met het Landelijk Samenwerkingsverband Actieve bewoners (LSA) en kenniscentrum Movisie heeft de UvH een jaar lang onderzoek gedaan naar de duurzaamheid en democratische legitimatie van burgerinitiatieven. Het onderzoek werd uitgevoerd door onderzoekers van de leerstoelgroep Burgerschap en humanisering van de Publieke Sector van de Universiteit voor Humanistiek, in vijf gemeenten in de provincie Noord-Brabant: Landerd, Bernheze, Sint-Michielsgestel, Boxtel en Helmond. .
Hoe duurzaam zijn burgerinitiatieven in zorg en welzijn? Kunnen kwetsbare buurtgenoten op hen rekenen als de overheid zich terugtrekt, ook voor de langere termijn? Op welke manier verhoudt de participatieve democratie zich tot de representatieve democratie? De Universiteit voor Humanistiek heeft een onderzoek uitgevoerd waarin deze vragen centraal stonden. Het rapport wordt vandaag gepresenteerd tijdens de slotbijeenkomst in Helmond.
In Nederland zijn er steeds meer burgers die zich inzetten voor de zorg en het welzijn in de eigen buurt of wijk. Dat past goed in het bestaande beleid, waarin steeds meer verwacht wordt van burgers. Als overheidstaken en -verantwoordelijkheden (tot op zekere hoogte) worden overgedragen aan burgerinitiatieven die vaak een meer informeel en spontaan karakter hebben, wat betekent dit dan voor de houdbaarheid van het beleid?
Het rapport beschrijft een aantal factoren die de duurzaamheid van de initiatieven bevorderen. Zo heeft een bewonersinitiatief grotere kans om van blijvende invloed te zijn, als de beoogde doelen en resultaten in de beginfase bereikt worden. Ook bleken de initiatieven meer kans van slagen te hebben als actieve bewoners elkaar al kenden. Zij konden daardoor goed samenwerken en streefden gedeelde doelen na.
De duurzaamheid van een initiatief bleek lastiger te borgen als de subsidie maar tijdelijk verstrekt werd, en de projecten afhankelijk waren van enkele kartrekkers. Het is voor initiatiefnemers vaak lastig opvolgers te vinden, zij gaan regelmatig jaren langer door dan zij zich voorgenomen hadden.
Bekeken door vier democratiemodellen (die van de directe-, deliberatieve-, associatieve-, en radicale democratie) wijzen de onderzoekers een aantal sterke en zwakke punten aan van het democratische gehalte van bewonersinitiatieven:
Sterke punten zijn: Actieve bewoners zetten sterk in op responsiviteit.
Zij beginnen vaak met een ‘open agenda’, om de wensen en behoeften van dorps- en buurtgenoten te weten te komen zetten zij een enquête uit. De uitkomsten van die uitvraag bepalen de activiteiten. Ze proberen dichtbij hun achterban te staan en hebben doorgaans een speciale toewijding naar de doelgroep.
Zwakke kanten zijn: Actieve bewoners vormen geen afspiegeling van de straat, buurt of het dorp.
Vooral inwoners die maatschappelijk handig zijn maken gebruik van de extra ruimte. In sommige gevallen werden al bestaande (machts-)ongelijkheden groter.
Uitwisseling binnen de (associatieve) democratie van bewonersinitiatieven is primair gericht op gedeelde ideeën, gelijkgestemdheid en herkenning. Zij verhouden zich veel minder tot afwijkende stemmen of ideeën en zoeken over het algemeen geen confrontatie. Dat neemt niet weg dat er wel degelijk belangentegenstellingen en meningsverschillen zijn.
Download het rapport
Nadere informatie – Maria van der Harst, onderzoeker.
0 reacties