4 – 5 minuten

3 reacties

Ik schuif de stapel papieren van mij af en moet even zuchten. ‘Erger ik mij nu?’, vraag ik mij af. Een soort ‘Nee hè, niet weer’, dringt zich aan mij op. Hij wilde toch zo graag ‘huisje-boompje-beestje’? Maar ja hoor, het  staat er echt.

“Een meneer die opgroeide in een onveilig gezin, met een geschiedenis van mishandeling (als ontvanger en gever), uithuisplaatsingen, verslaving en heel veel andere verdrietige dingen lijkt het na een langdurig verblijf in een gesloten setting goed te doen. Daarom krijgt hij verlof. Eerst beveiligd, dan begeleid. Het gaat allemaal goed. En dan bij het eerste onbegeleide verlof neemt hij de benen en gaat hij direct naar de coffeeshop. Hij haalt een nachtje stoned en dronken door en keert terug naar de instelling. Als hij zijn roes heeft uitgeslapen realiseert hij zich dat hij zijn eigen glazen heeft ingegooid. Het gaat heel lang duren voordat hij weer op verlof mag. Huisje-boompje-beestje zijn weer ver buiten bereik [1]”.

‘Hoe vaak heb ik dit scenario, met verschillende kleine variaties nu voorbij zien komen?’, verzucht ik. Ik moet aan mijzelf toegeven dat ik mij absoluut erger. Iemand krijgt vertrouwen, een tweede kans om een beter leven op poten te zetten, en verprutst het al voordat het begonnen is. ‘Sukkel’,  mompel ik in mijzelf.

Lange termijn doelen
‘Waarom nam je nou de benen’, denk ik weer. ‘Je was zo dicht bij je droom, bij een mooiere toekomst. Waarom ‘vernaggel’ je het nu voor een nacht blowen en zuipen? Waarom denk je niet ‘gewoon’ verder vooruit?’

Ik moet mijzelf op de vingers tikken, besef ik. Ik kijk naar deze meneer als naar een verslaafde die onbetrouwbaar is. Ook anderen in zijn omgeving en de maatschappij in zijn geheel kunnen dit zo ervaren. Zou het kunnen dat het gedrag dat iemand tot zijn beschikking heeft hierdoor ook wordt beïnvloed, komt er in mij op?

Misschien is vooruit denken voor hem te moeilijk. Ook al wil hij nog zo graag en wil hij meer dan alleen in het ‘nu’ leven,  hij is er niet bekend mee. Eigenlijk kun je hem ‘bijziend’ noemen. Hij kan het gewoon niet, zover vooruit denken. Het zicht op de lange termijn heeft hij allang verloren. Waarschijnlijk baalt hij vele malen meer dan ik dat hij toch weer ingehaald is door de gedachte dat er geen mooie toekomst voor hem is weggelegd. Hoe moet dat er immers uitzien? Hoe kun je echte toekomstplannen maken als je er eigenlijk weinig vertrouwen in hebt dat het je lukken gaat, en als ook anderen dat vertrouwen niet lijken te hebben?

 Chronische ziekte
‘Eigenlijk zijn we alle twee een beetje ‘bijziend’ bedenk ik mij. Ik net zo goed als hij. Het lukt hem niet goed om aan de lange termijn te denken. Maar het lukt mij niet goed om aandachtig naar deze meneer met zijn hele specifieke verhaal te kijken. En misschien zijn er wel heel veel mensen in de maatschappij wat ‘bijziend’. In de manier waarop we naar anderen kijken kunnen we te veel varen op interpretaties en meningen en een ander daarmee niet het voordeel van de twijfel, mildheid of uitstel van oordeel bieden…

‘Ik ga anders kijken’, besluit ik. Ik probeer het plaatje groter en completer te maken, om verder te kijken. Als ik uitga van een chronische ziekte in plaats van het verslaving te noemen ben ik mijn ergernis eigenlijk al kwijt. Ik begrijp zijn gedrag beter. Het ‘eigen-schuld-dikke-bult-oordeel’ verdwijnt uit mijn denken.

Voor nu, ik ga proberen om niet ‘bijziend’ te zijn.

En los van de consequenties van zijn handelen in het heden, ik hoop dat hij ooit ook weer zijn blik op de verte kan richten.

Swanny Kremer


[1] Om herkenbaarheid van een persoon te voorkomen is een globale omschrijving van een voorgeschiedenis gegeven, die niet één op één voor een specifieke (tbs)-gestelde geldt.

Een artikel van


3 reacties

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Cees van Staveren

Dag Swannie,
ik weet eigenlijk niet zeker of er verschil zit in ‘bijziendheid’ tussen tbs gestelden en niet tbs gestelden.
Het gros van de mensheid blinkt uit in het korte termijn denken, ten koste van lange termijn denken. Bijv. al die goede voornemens bij het nieuwe jaar om niet meer te roken, drinken, afvallen etc. Het duurt een paar weken en dan lukt het vaak al niet meer. Of denk aan het klimaatprobleem, dat is zo op langere termijn, daar hoef je nu nog niets voor opzij te zetten, etc.etc.
Hopelijk heeft de betreffende tbs gestelde verder niets uitgehaald en krijgt hij in de toekomst weer een kans geboden.
gr., Cees van Staveren

Swanny,
weer heel mooi beschreven. Compliment!

We zijn allemaal bijziend. Degenen die denken dat ze niet bijziend zijn, zijn nog het meest gehandicapt. Want als je niet weet DAT je iets mankeert kan je ook niet nadenken over WAT je mankeert (wat je kijk-afwijking is). En met een beetje pech denk je dan (kan bijna niet anders) dat iedereen ziet wat jij ziet.

Ik ken iemand die 97 jaar is en de laatste twee maanden zijn geheugen in rap tempo aan het kwijtraken is. Je kent het wel: sinaasappels opgeslagen in de oven, drop in de koelkast en de post stapelt zich op. Welke dag is het vandaag?. Dan merk je bij momenten dat die persoon zich realiseert dat dit gebeurt. Dat hij het niet meer onder controle heeft. Dingen niet meer ziet die er wel zijn.
Dan wordt het erg verdrietig. Wanhopig. Maar dat zakt even later weer weg als het in de vergetelheid wegzakt. Een verdrietig en vooralsnog onomkeerbaar proces.

Anderen daarentegen zien ook NIET wat er wel is. Die missen de scherpte, het bewustzijn van de grens tussen wat ze zien en wat ze zouden kunnen zien. En dan wordt het hanteren van de grens tussen goed en kwaad, tussen stom en verstandig een opgave die net teveel is. Soms. Maar als iemand dat niet kan leren zien, met vallen en opstaan, dan wordt het helemaal ingewikkeld.

Hoe kostbaar is het dan niet dat je je nog kan ergeren. Dat je die grens scherp ervaart. Dat verlangen naar heelheid. En dat je het vervolgens een plaats kan geven, doordat je je kan voorstellen wat een ander mist of teveel heeft. En dat die ander dat niet altijd kan controleren.
En soms zijn wij die ander. En is er weer een derde nodig om ons te laten accepteren dat ons leven niet ‘altijd heel’ is, maar ‘vaak gehandicapt’. Bijziend.

Daarom ben ik zo blij met de MAT training die we hebben gehad. Als jezelf niet op groen staat( positief ) tegenover de ander dan kan je de ander ook niet helpen/ ondersteunen en er ZIJN voor die ander ondanks zijn gemaakte misstap. Hij heeft zichzelf door die misstap al meer dan genoeg gestraft. Sta naast hem om samen weer een positief toekomstbeeld te realiseren.