Over twintig jaar is kanker voor 90% een chronische ziekte geworden. Ik sloeg onmiddellijk aan het rekenen. Gezien mijn eigen leeftijd en gezien de gemiddelde leeftijd van de man, ga ik over ongeveer dertig jaar dood. Tegen die tijd zou kanker wel eens voor 100% een chronische ziekte kunnen zijn. De schrik sloeg me om het hart. Waar moest ik nu aan dood gaan?
Ik rook niet, in mijn familie komen geen hartvaatziektes voor, vaccins voorkomen griep, en antibiotica genezen een longontsteking. Hoe kom ik aan mijn eind? Ik had mij altijd een beeld voorgesteld waarbij ik op het eind van mijn leven het onvermijdelijke aan mijn geliefden moest vertellen: ik heb kanker. Iedereen begreep dan dat ik hier niets aan kon doen, dat mij een vreselijk lot zou wachten en vervolgens zou mij alle zorg en liefde toekomen zodat ik een zachte dood zou sterven.
Maar nu, ik werd opeens bang. Stel dat ik over dertig jaar zou aankondigen kanker te hebben. Mijn geliefden zouden me onmiddellijk naar het ziekenhuis duwen en mij volstoppen met chemicaliën. Want kanker is te genezen. Ze zouden me nog niet kwijt willen en zouden tot het uiterste gaan mij te behouden. Ik zou tegenspartelen, weg willen lopen bij de dokters, en er zouden ruzies komen. Maar uiteindelijk zou ik toch overstag gaan vanwege de huilende achterkleinkinderen die nog graag met opa naar de Efteling zouden willen gaan. Geduldig zou ik dan mijn chronische kanker dragen totdat ik op mijn 110e voor de trein zou springen.
De hoop die de geneeskunde biedt is niet weggelegd voor oude knarren die dood willen. Ik hoop dat er over dertig jaar een studie doodkunde bestaat die bijdraagt aan het op tijd dood kunnen gaan.
0 reacties