Het nieuws dat artsen langer doorbehandelen dan wenselijk, haalde [in 2012, red.] uitgebreid de landelijke media. Wat voor de ethiek interessant is, is de vraag wat we nu moeten met het feit dat een meerderheid vindt dat het eigenlijk anders zou moeten, maar dit blijkbaar niet lukt.
Meer dan zestig procent van de artsen vindt dat ernstig zieke patiënten in de laatste fase van hun leven langer worden doorbehandeld dan wenselijk is, 22 procent vindt van niet’, zo stond te lezen in het juni-nummer van Medisch Contact. Het nieuws verscheen kort daarna in NRC, en het blad Nursing begon meteen een poll voor verpleegkundigen op internet of zij het eens waren met de stelling dat artsen vaak te lang doorbehandelen.
Wat mij misschien wel het meest heeft verbaasd, is het feit dat dit nieuws zo’n groot nieuws was dat het zelfs de krant haalde. Was dit niet al lang bekend? Ik denk het wel. Maar als twee op de drie artsen het niet goed vindt wat er gebeurt, en dit al zo lang bekend is, waarom is het dan zo moeilijk te veranderen?
In het artikel zelf vinden we een paar verklaringen die artsen zelf geven. Een meerderheid van de ondervraagden zegt dat ze graag willen behandelen omdat dit hen zo geleerd is. Je wordt opgeleid om te doen, te behandelen. En het blijkt nog niet zo eenvoudig om uit de behandelmodus te komen. Dat wordt nog versterkt doordat patiënten vaak te hoge verwachtingen van behandelingen hebben en zich niet erbij kunnen neerleggen dat ze gaan sterven. En ook de familie wil graag dat de arts alles op alles zet om de dood maar uit te stellen.
Wat voor de ethiek interessant is, is de vraag wat we nu moeten met het feit dat een meerderheid vindt dat het eigenlijk anders zou moeten, maar dit blijkbaar niet lukt. Ontbreekt de wilskracht? Moeten de opleidingen veranderen? Moeten er nieuwe regels komen? Misschien iets van dit alles, maar ik denk dat het bij het thema van de dood nog wat ingewikkelder ligt.
Eerst nog wat cijfers. Onderzoek heeft uitgewezen dat tachtig procent van de mensen nooit over de dood praat en ook geen informatie zoekt. Maar liefst 66% van de Nederlanders vindt het niet belangrijk om wensen hieromtrent vast te leggen, en vijftig procent van de mensen zegt dat niemand hun wensen weet.
Toch opmerkelijk als het gaat om een van de weinige dingen die echt zeker zijn in het leven.Wanneer we hierbij nog optellen dat Nederlanders vinden dat ze in een land zonder taboes leven en veel aandacht besteden aan de dood in de media (‘Over mijn lijk’), vraag je je toch af wat er aan de hand is. Is de dood dan misschien moeilijker te bevatten dan we zouden willen? Heeft Magere Hein ons dan onbewust meer in de greep dan we willen toegeven?
Een dikke twee jaar geleden heeft de Stichting STEM een onderzoek laten uitvoeren naar de manier waarop mensen bezig zijn met de dood. Interessante uitkomst van het onderzoek is dat er verschillende leefstijlen van mensen zijn, die doorwerken in de manier waarop ze aankijken tegen de dood.
Zo zijn er de zogenaamde ‘pro-actieven’ (18%): mensen die kritisch staan ten aanzien van zorg in de laatste levensfase, nadenken en spreken over het overlijden en de regie graag in eigen hand houden.
Dan zijn er de ‘onbevangenen’ (22%) voor wie de dood een ver-van-mijn-bed-show is. Het zijn vaak jonge trendsetters die er totaal niet mee bezig zijn en er ook niet over nadenken. De grootste groep bestaat uit de zogenaamde ‘socialen’ (33%): de mensen die zich graag aansluiten bij wat in hun groep gebruikelijk is, afgaan op wat familie en vrienden belangrijk vinden, er vanuit gaan dat die het wel regelen, en niet graag over de dood praten.
Dan is er nog en kleine groep van ‘vertrouwenden’ (12%) die de dood beschouwen als deel van hun leven. Ze hebben al een bepaald beeld van de laatste levensfase, vaak geïnspireerd vanuit een religie of spirituele stroming. En ten slotte zijn er de ‘rationelen’ (15%), veelal mannen, voor wie de dood een groot taboe is. Ziekte en dood passen niet in hun beeld van een succesvol leven.
Weten waar je zelf staat, kan helpen anderen te begrijpen. Maar ook om je eigen blinde vlekken te trainen. Misschien begint een echte verandering dan ook pas bij het zelfbewustzijn. Hoe staan we zelf tegenover de dood? Bij welke groep horen we zelf? De test is voor iedereen beschikbaar: www.doodgewoonbespreekbaar.nl.
Het is maar dat u het weet…
Deze column verscheen eerder in Bijzijn XL. (nr. 06 – 2012).
0 reacties